Verminder zelf uw risico op dementie: ‘Alleen sudoku’s oplossen is niet genoeg’

© James Albon
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Dementie – zo wordt almaar duidelijker – is niet louter een ziekte van het brein, maar een complexe aandoening waarbij het hele lichaam betrokken is. Het goede nieuws? U hebt het zelf voor een groot deel in de hand.

Is dementie een lot dat je moet ondergaan? Een onvermijdelijk gevolg van de herfst van ons bestaan? Tot een tiental jaar geleden was dat de algemene visie. Maar sinds 2010 groeit het bewijs dat dementie ook het gevolg kan zijn van vermijdbare risicofactoren, zoals slechte cholesterol, hoge bloeddruk, gehoorverlies, slecht zicht, roken, obesitas, depressie, fysieke inactiviteit, diabetes, hoge alcoholconsumptie, hoofdtrauma, luchtvervuiling, een lagere scholingsgraad en sociale isolatie.

Deze 14 factoren bepalen mee het risico op dementie: ‘Voor mensen met alzheimer is er wel degelijk hoop’

Hoge leeftijd, genen en gender zijn uiteraard nog altijd de hoofdrisicofactoren voor dementie – de ziekte treft bijvoorbeeld ongeveer dubbel zoveel vrouwen als mannen. Dat kun je uiteraard niet veranderen. Maar uit een recent rapport in The Lancet blijkt dat tot 45 procent van toekomstige dementie zou vertraagd of vermeden kunnen worden door een hersengezonde levensstijl.

‘Vermoedelijk is dat nog een onderschatting’, weet Reginald Deschepper, gezondheidswetenschapper en auteur van Bescherm je brein tegen dementie. ‘Naarmate onze kennis verbetert, zal dat percentage vermoedelijk tot 60 procent oplopen. The Lancet houdt alleen rekening met de factoren waarvoor vandaag sterke evidentie bestaat.’

‘Het is niet omdat je een bepaald gen voor ouderdomsdementie bezit, dat je bij de pakken moet blijven zitten. Integendeel.’

Deschepper doorploegde de nieuwste studies die een oorzakelijk verband of een associatie vonden met dementie. Hij kwam tot de conclusie dat cognitieve achteruitgang niet onlosmakelijk bij de oude dag hoort.

Waarom blijft die hoopvolle boodschap zo onderbelicht?

Reginald Deschepper: Er bestaat zoiets als de bermudadriehoek van de wetenschappelijke literatuur waarbij bepaalde informatie maar weinig doorsijpelt. Levensstijl kun je nu eenmaal niet verkopen als een pilletje. Omdat er bij levensstijlfactoren commercieel weinig te winnen valt, is er weinig incentive om ze in dure gerandomiseerde gecontroleerde klinische studies op te nemen.

Als dementie ‘in de familie zit’, sta je toch voor een voldongen feit, zelfs met een gezonde levensstijl?

Deschepper: Het is niet omdat je een bepaald gen voor ouderdomsdementie bezit, dat je bij de pakken moet blijven zitten. Integendeel. Bepaalde maatregelen zullen bij jou net een veel groter effect op je gezondheid hebben dan bij mensen zonder die risicogenen. Biologie is complex en onvoorspelbaar. Voeding, levensstijl en omgeving kunnen de activiteit van de genen veranderen. En nee, ik zeg niet dat mensen met dementie de ziekte aan zichzelf te wijten hebben. De helft van de dementiegevallen kunnen we nog altijd niet voorkomen. Mensen met jongdementie zullen zelfs met levensstijlaanpassingen niet heel oud worden zonder dementie. Maar misschien kunnen ze het moment waarop de ziekte toeslaat, wat uitstellen.

Het probleem is ook niet louter terug te brengen tot het individu. Wie opgroeit in een omgeving waar van kindsbeen sigaretten of een slecht voedingspatroon de norm zijn, raakt daar niet zo makkelijk van af. Mensen in zogenaamde ‘blauwe zones’ (gebieden waar mensen een uitzonderlijk hoge levensverwachting hebben dankzij hun levensstijl, nvdr), zijn heus niet gezonder omdat ze boeken lezen over gezond leven of meer wilskracht hebben: ze leven in een omgeving die hen aanzet om gezonde keuzes te maken. Tegelijk is het hoopgevend dat we niet voor 100 procent gedetermineerd zijn door onze omgeving.

‘De eerste alarmsignalen zijn vaak geen geheugenproblemen maar gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen, zoals reukverlies en meer slapen overdag.’

Nochtans komt er een dementie-tsunami op ons af. Waaraan ligt dat?

Deschepper: Tegen 2050 zullen er drie keer zo veel mensen met dementie zijn. Dat is eigenlijk goed nieuws, want het betekent dat we steeds langer leven en dat er dankzij levensstijl en medische interventies minder hart- en vaatziekten zijn, de voornaamste doodsoorzaak. Nog meer goed nieuws is dat er sprake is van een dementie-paradox: in absolute aantallen zijn er meer mensen met dementie, maar het persoonlijke risico daalt. Al lijkt dat laatste te keren: te veel fastfood, weinig beweging, onvoldoende slaap, microplastics in de hersenen, meer stress en meer eenzaamheid dreigen de komende jaren voor een explosie van dementie te zorgen. Ook de ongelijkheid in de maatschappij is opnieuw aan het toenemen en dat is funest voor de breingezondheid (Mensen in armoede hebben maar liefst 22 procent meer kans op dementie door luchtvervuiling, slechte voeding, kortere onderwijsduur, enzovoort, nvdr).

De eerste signalen van dementie duiken soms decennia voor de eerste klachten op. Wat zijn die subtiele tekenen?

Deschepper: Dat is zeer complexe materie. De alarmsignalen zijn afhankelijk van het hersengebied waar de problemen opduiken. Vaak zijn dat geen geheugenproblemen, maar gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen. Reukverlies en meer slapen overdag zouden een eerste teken kunnen zijn, net als slecht slapen ‘s nachts. Depressie kan dan weer zowel een oorzaak als een gevolg zijn van dementie. Maar nog belangrijkere kanaries in de koolmijn zijn de onderliggende risicofactoren van dementie: overgewicht, hoge bloedsuiker, hoge bloeddruk en hoge cholesterol. Hoe langer je wacht om daar iets aan te doen, hoe groter de kans op dementie.

‘Voor je zintuigen geldt hetzelfde als voor je spieren: gebruik ze zo veel mogelijk.’

Het aantal gevallen van dementie zou met 7 procent dalen als meer mensen een hoorapparaat dragen. Waarom gebeurt dat niet?

Deschepper: Een hoorapparaat is synoniem met ‘oud zijn’. Maar als je gehoorverlies niet behandelt, gaan de hersengebieden die instaan voor de verwerking van auditieve informatie verloren. Ook zichtproblemen pak je om dezelfde reden het best meteen aan. En onderschat het reukvermogen niet. Mensen die ’s nachts slapen met een verstuiver die twee uur lang een aangename geur zoals rozemarijn of lavendel afgeeft, blijken na een aantal maanden cognitief beter te presteren. Die geuren zorgen enerzijds voor een betere slaap, anderzijds heeft geur als enige zintuig een directe route naar de hersenen. Voor je zintuigen geldt hetzelfde als voor je spieren: gebruik ze zo veel mogelijk.

Een belangrijke, nieuwe factor die is opgenomen in The Lancet is een hoge LDL-cholesterol. Waarom is dat gevaarlijk voor de hersenen?

Deschepper: Cholesterol is een complex verhaal. Voor mensen van middelbare leeftijd is hoge cholesterol, meer dan 200 mg/dl, schadelijk – en dan vooral een hoge LDL-cholesterol. Maar voor zeventigplussers zou een matig verhoogde cholesterol eerder beschermend kunnen werken, aangezien de vetachtige stof een belangrijke rol speelt bij het functioneren van de hersenen. Over het algemeen geldt: alles wat slecht is voor het hart, is een risicofactor voor dementie en omgekeerd. Overigens, onlangs bleek dat Viagra mogelijk beschermend werkt tegen dementie.

‘Mannen die Viagra slikken hebben 30 tot 54 procent minder kans op alzheimer.’

Vertel.

Deschepper: Erectiepillen stimuleren de doorbloeding, dus ook in de hersenen. De fabrikant van dat geneesmiddel heeft wel geluk. Aanvankelijk was Viagra een medicijn tegen een hartaandoening, en toen merkte men dat mannen die het innamen erecties kregen. Later bleek het ook effectief tegen een dodelijke longaandoening. Een observationele studie toont nu dat mannen die Viagra slikken 30 tot 54 procent minder kans op alzheimer hebben. Of het ook voor vrouwen werkt? Dat is nog niet onderzocht, maar gezien het achterliggende mechanisme zou dat best kunnen.

Een andere, niet onaangename manier om het risico op dementie te verlagen is een saunabezoek. Hoezo?

Deschepper: Volgens een Finse studie hebben mensen die jarenlang, dagelijks een sauna nemen 65 procent minder kans op dementie dan mensen die slechts af en toe of nooit de sauna bezoeken. Ook daar speelt een betere bloeddoorstroming naar de hersenen een rol. Een andere verklaring is de zogenaamde hormetische stress, waarbij het lichaam de hitte als een bedreiging ervaart en daardoor bepaalde eiwitten produceert. Dat beschermingsmechanisme bezitten wij van nature, maar omdat we amper uit onze comfortzone komen, wordt het zelden geactiveerd. Koude zou eenzelfde resultaat hebben, al is dat nog niet voldoende onderzocht. Ook fysieke activiteit, meer bepaald cardiovasculaire fitness, evenwichtstraining en krachtoefeningen, is een efficiënte manier om cognitieve achteruitgang te beperken. Mensen met veel spierkracht hebben vijf keer minder kans op dementie in vergelijking met mensen met weinig spieren.

En wat moet je eten om je hersenen gezond te houden?

Deschepper: Het mediterrane voedingspatroon en zijn varianten DASH en MIND beschermen het best tegen dementie. Het DASH-dieet (Dietary Approaches to Stop Hypertension, nvdr) is bedoeld om hoge bloeddruk te voorkomen of te behandelen. Het beperkt het gebruik van zout, rood vlees en gesuikerde dranken. Het MIND-dieet (Mediterranean-DASH Intervention for Neurodegenerative Delay, nvdr) combineert de beide en legt grote nadruk op bessen en donkergroene bladgroenten zoals spinazie, boerenkool, groene kool, rucola en andijvie.

Hoort bij die frisse mediterraanse salade ook af en toe een glaasje wijn?

Deschepper: Van overmatig alcoholgebruik weten we dat het dementie kan veroorzaken, maar enkele observationele studies hebben een verband gezien tussen mensen die occasioneel alcohol drinken en een lager risico op dementie. Toegegeven, dat lijkt een vreemde uitkomst, want in de wetenschap zijn we het er over eens dat alcohol niet gunstig is voor het brein. Maar alcohol werkt ontspannend en wordt vaak gedronken in een sociale context. Dat zijn wél gunstige factoren om het risico op dementie te verkleinen.

Heeft voeding ook een impact op mensen die al milde cognitieve stoornissen hebben?

Deschepper: Voor mensen met beginnende dementie zou het koolhydraatarme ketogeen dieet een medicinale werking hebben. Dat wordt nu al ingezet om epilepsie en diabetes onder controle te houden. Verschillende studies tonen aan dat de cognitieve score van mensen met milde stoornissen en beginnende dementie verbetert dankzij dat dieet in combinatie met andere levensstijlfactoren. Een andere studie toonde dan weer de gunstige effecten van een multidomeinaanpak met een zeer vetarm en veganistisch dieet. Dat twee tegengestelde diëten zo’n hoge success rate hebben, heeft volgens mij te maken met genetische factoren. Sommige mensen moeten oppassen met vetten in hun dieet.

‘Op 100 procent harde bewijzen over omega 3-supplementen is het misschien nog 15 jaar wachten. Wat moet je dan als zestigplusser met beginnende geheugenproblemen?’

Mijn hypothese is dat je door patiënten te screenen op basis van genen, een optimaal interventietraject kunt uitstippelen. Dat is het hele idee achter gepersonaliseerde geneeskunde, waarbij je niet vertrekt van wat goed is voor de gemiddelde patiënt, maar van wat voor jou persoonlijk het beste werkt rond voeding en voedingssupplementen.

Neurologen zeggen nochtans dat er geen bewijs is dat voedingssupplementen dementie tegengaan.

Deschepper: Ze zijn terughoudend om richtlijnen te veranderen omdat geneeskunde er in de eerste plaats op gericht is om geen schade te berokkenen. Maar er zijn studies die aantonen dat dementiepatiënten een omega 3-tekort hebben. Op honderd procent harde bewijzen is het misschien nog 15 jaar wachten. Wat moet je daarmee als zestigplusser met beginnende geheugenproblemen? We leven vandaag en het komt erop aan om nu zo goed mogelijke keuzes te maken.

Een ander voorbeeld is lithium, een medicijn dat al decennia in hoge dosissen wordt gegeven voor de behandeling van stemmingsstoornissen. Verschillende studies tonen aan dat het in microdosissen een beschermend effect zou hebben, zonder bijwerkingen. Uit een studie bij ouderen bleek dat wie lithium gebruikt 44 procent minder kans op dementie heeft. Volgens een andere studie is in streken waar het leidingwater meer lithium bevat het risico op dementie lager. Een lithiumsupplement heeft geen bijwerkingen en kost ongeveer 40 euro per jaar. Ter vergelijking: het alzheimergeneesmiddel Lecanemab kost 25.000 euro per jaar en heeft zware risico’s.

‘Als je kunt kiezen tussen een sudoku of een avondje tv-kijken, zou ik toch het eerste kiezen.’

Moeten we dan allemaal allerlei supplementen gaan slikken? Nee, de beste strategie is een gepersonaliseerde aanpak gebaseerd op objectieve metingen, waarbij de nutriënten zo veel mogelijk uit een gezond voedingspatroon komen.

Sudoku’s en kruiswoordraadsels hebben geen effect op de hersengezondheid. Dat zal veel mensen verbazen.

Deschepper: Als je kunt kiezen tussen een sudoku of een avondje tv-kijken, zou ik toch het eerste kiezen. Maar alleen sudoku’s oplossen is niet genoeg. Variatie is de sleutel. Leer een nieuwe taal of een muziekinstrument, ga toneel spelen, reis naar een nieuwe bestemming, lees een boek dat buiten je comfortzone valt. Of speel tennis, dat is zowel fysiek als cognitief uitdagend. En voor ouderen: spijker je digitale skills bij. Door vaardigheden aan te leren maakt je brein verschillende netwerken en ontstaat er een cognitieve reserve. Als je tijdens je leven heel wat cognitieve reserve opgebouwd hebt, blijf je langer gevrijwaard van dementiesymptomen.

Verschillende onderzoeken wijzen uit dat mensen die gevaccineerd zijn voor griep minder vaak dementie krijgen. Hoe komt dat?

Deschepper: Hetzelfde geldt voor vaccinatie tegen pneumokokken en het herpesvirus. Ook wie zich meerdere keren laat vaccineren tegen griep of een andere infectie loopt nog minder risico op dementie. Een mogelijke verklaring is dat vaccinatie ons immuniteitssysteem traint en inflammatie in het algemeen beperkt.

‘Dementie is te lang als breinziekte behandeld, het is tijd voor een nieuwe, multidisciplinaire aanpak.’

Ondertussen heeft het Europees geneesmiddelenagentschap een negatief advies gegeven voor Lecanemab. In de VS werd het wel goedgekeurd. Waarom?

Deschepper: Het medicijn vertraagt de achteruitgang bij alzheimerpatiënten met 27 procent door het schadelijke eiwit amyloïde in de hersenen te verminderen. Maar het kan ook ernstige zwellingen en bloedingen in de hersenen veroorzaken. In de VS was de adviesraad tegen het op de markt brengen van dat product. Er ligt een grote druk bij de wetenschap om artsen een medicijn aan te reiken. De amyloïde-hypothese als oorzaak voor alzheimer, waarbij een opeenstapeling van misvormde amyloïde-bèta eiwitten in de hersenen plaques vormen, is trouwens omstreden. Er zou gefraudeerd zijn bij een cruciaal onderzoek in Nature dat in 2006 aantoonde dat amyloïde de oorzaak van alzheimer was, en dat artikel is ondertussen teruggetrokken. Maar als bepaalde artsen hun hele professionele carrière aan het amyloïde-model gewijd hebben, is het moeilijk om toe te geven dat dat misschien toch niet de oorzaak van dementie is.

Wat is uw visie op de amyloïde-hypothese?

Deschepper: Het amyloïde-verhaal vertrekt vanuit het klassieke model dat er voor elke ziekte één hoofdoorzaak is die je met één middel kunt aanpakken, net zoals antibiotica een infectie kan bestrijden. Er bestaat een verband tussen amyloïde plaque en alzheimer. Maar er zijn ook mensen waarbij post mortem amyloïde werd gevonden, terwijl die personen nooit tekenen van dementie vertoonden. Andersom zijn er mensen met alzheimer die geen amyloïde in hun hersenen hebben.

Alle aandacht gaat naar de aanpak met een medicijn dat hoogstens de aftakeling vertraagt. Merkwaardig, want dementie is een complexe aandoening met een rist potentiële risicofactoren.’

Alle aandacht gaat uitsluitend naar de aanpak met een medicijn dat hoogstens de aftakeling vertraagt. Ik vind dat merkwaardig, want onderzoek toont aan dat dementie een complexe aandoening is die veroorzaakt wordt door een rist potentiële risicofactoren die zich al vaak decennia eerder aankondigen.

In een ideale wereld gaan we dus met zijn allen op 60 jaar naar de ‘dementoloog’?

Deschepper: Daar wil ik voor strijden. We hebben een paradigmaverandering nodig. Dementie is te lang als breinziekte behandeld, het is tijd voor een nieuwe, multidisciplinaire aanpak door generalisten. Een levensstijlbehandeling heeft alleen maar gewenste bijwerkingen: minder hart- en vaatziekten, minder functionele achteruitgang, langere zelfredzaamheid, minder andere chronische ziektes en lagere kosten voor jezelf en de maatschappij.

Reginald Deschepper, Bescherm je brein tegen dementie, Lannoo, 240 blz., 24,99 euro.

Bio Reginald Deschepper

1955: Geboren in Brugge.

Behaalt diploma’s van laborant en bibliotheekwetenschappen.

1992-2000: Doctoraat in de medische antropologie (UGent) over culturele verschillen in antibioticagebruik in Vlaanderen en Nederland.

2000-2008: Senioronderzoeker (VUB).

2008-2020: Professor in de medische antropologie (VUB).

2018: Richt de vzw LifeMe (Lifestyle as Medicine) op.

Auteur van ‘Je levensstijl als medicijn’ (2019) en ‘Elk jaar jonger’ (2022) en Bescherm je brein tegen dementie (2024).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content