Redomex en Nortrilen toch nog verkrijgbaar: ‘Maar misschien verdwijnt úw geneesmiddel straks wel uit de apotheek’

© Getty Images
Ann Peuteman

Minister Frank Vandenbroucke bevestigt dat de antidepressiva Redomex en Nortrilen voorlopig toch nog aan ons land worden geleverd. Maar het is louter een kwestie van tijd voor er nieuwe onheilstijdingen opduiken over weer een ander medicijn dat niet meer in de apotheek te vinden is.

Onlangs trokken artsen aan de alarmbel omdat het Deense farmaceutische bedrijf Lundbeck de middelen Nortrilen en Redomex van de Belgische markt wilde halen. Tienduizenden Belgen met zware depressieve klachten of chronische pijn kunnen niet zonder die medicatie. Maar nu is er geruststellend nieuws: het bedrijf is dan toch nog bereid om beide middelen nog minstens één keer aan België te leveren. Die toegeving heeft te maken met de druk die afscheidnemend minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) op Lundbeck heeft uitgeoefend om zijn verplichtingen na te komen.

Een extra levering lost het probleem natuurlijk maar tijdelijk op. Zelfs als Vandenbroucke voor Redomex en Nortrilen uiteindelijk een structurele oplossing vindt, wil dat nog niet zeggen dat er de komende maanden en jaren geen andere geneesmiddelen uit de Belgische apotheken zullen verdwijnen. Integendeel zelfs: in de huidige economische omstandigheden zal dat volgens experts alleen maar vaker gebeuren. Niet voor niets verwijzen farmabedrijven naar de lage prijzen in veel Europese landen en de stijgende loon- en energiekosten.

Apothekers spenderen wekelijks gemiddeld 10 uur aan het zoeken naar alternatieven voor medicijnen die tijdelijk of definitief niet beschikbaar zijn.

Waarom stoppen farmabedrijven met de levering van sommige geneesmiddelen?

Vaak komt dat doordat de prijs die ze ervoor mogen vragen te laag is om er op de kleine Belgische markt nog iets aan te kunnen verdienen . ‘Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt is het heel normaal dat een bedrijf dan besluit om zo’n middel hier niet meer aan te bieden’, zegt innovatie-econoom Walter Van Dyck (Vlerick Business School). Om de prijs van een geneesmiddel te bepalen of te verhogen moeten producenten een aanvraag doen bij de FOD Economie. De overheid heeft Lundbeck uitgenodigd om voor Nortrilen en Redomex een verzoek in te dienen om de prijs op te trekken, maar het bedrijf is daar (vooralsnog) niet op ingegaan. ‘Dat wijst erop dat zelfs een stevige prijsstijging in een klein land als het onze nog altijd niet genoeg oplevert’, denkt Van Dyck.

Waarom mogen bedrijven hun geneesmiddelen niet duurder verkopen?

Zodra het octrooi op een geneesmiddel vervallen is, legt de overheid een prijsdaling op. Dat mechanisme bestaat al lang, maar opeenvolgende Belgische regeringen hebben bijkomende maatregelen genomen om de prijzen nog meer te drukken zodat er meer geld overblijft voor prijzige innovatieve middelen. Op den duur worden generische geneesmiddelen en originele medicijnen waarvan het octrooi is verlopen zo goedkoop dat producenten zich uit de markt terugtrekken omdat er niets meer mee te verdienen valt. Soms zetten bedrijven de productie zelfs stop om vervolgens een nieuw medicijn te lanceren dat net genoeg van het origineel verschilt om een nieuw octrooi te kunnen aanvragen en er dus ook een hogere prijs voor aan te rekenen.

Moet u bang zijn dat ook uw geneesmiddel uit de apotheek verdwijnt?

Dat kan altijd. Zeker wanneer het octrooi van uw geneesmiddel is vervallen of als het om een generiek medicijn gaat. Wanneer een vertrouwd geneesmiddel niet verkrijgbaar is, kunt u op Farmastatus.be checken hoe dat komt. Daar komt u ook te weten hoe lang de onderbreking zal duren. Gaat het om een definitieve stopzetting van de commercialisering of is het middel lange tijd niet voorradig, dan kan uw apotheker op zoek gaan naar alternatieven. Belgische apothekers spenderen daar elke week gemiddeld tien uur aan. Vaak is de oplossing een min of meer vergelijkbaar geneesmiddel of een geneesmiddel dat volgens magistrale receptuur door de apotheker wordt gemaakt. Een andere optie is dat het medicijn uit een ander land wordt ingevoerd, maar zo’n geneesmiddel is doorgaans een stuk duurder voor de patiënt.

Hoe kan het in de toekomst worden voorkomen?

Zo goed als alle experts zijn het erover eens dat er alleen iets kan veranderen als er op Europees niveau wordt samengewerkt. Vandaag onderhandelen alle lidstaten apart over de prijs van een geneesmiddel en leggen ze farmabedrijven ook allemaal andere voorwaarden op. Daardoor kunnen producenten ervoor kiezen om zich terug te trekken uit landen waar hun medicijn heel goedkoop wordt verkocht of waar ze, bijvoorbeeld, verplicht worden om een grote handelsvoorraad aan te leggen. Daardoor groeit het besef binnen de EU dat er niet veel anders op zit dan de krachten te bundelen. Ons land heeft van het Europees voorzitterschap gebruikgemaakt om zo’n samenwerking bovenaan op de agenda te zetten. In april werd de Critical Medicines Alliance (CMA) gelanceerd, die zal onderzoeken hoe de zwakke punten op het vlak van de bevoorrading van cruciale geneesmiddelen kunnen worden aangepakt. ‘In eerste instantie zouden we binnen de EU een gecoördineerd model van prijszetting moeten opzetten’, zegt Van Dyck. ‘Op langere termijn kunnen we dan tot gemeenschappelijke prijszetting komen. Een beetje zoals de Europese rekeneenheid ECU, die destijds werd gebruikt om de schommelingen tussen de verschillende nationale munten zo klein mogelijk te maken, uiteindelijk het pad heeft geëffend voor de invoering van de euro.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content