Veel minder zout in Belgisch voedsel

Minder zout in Belgisch voedsel is een goede zaak voor de volksgezondheid © IMAGEGLOBE

Ons eten bevat veel minder zout dan enkele jaren geleden. Een zeer goede zaak voor de gezondheid.

Voedingsmiddelen die in België worden geproduceerd, bevatten veel minder zout dan enkele jaren geleden. Dat is het resultaat van afspraken tussen de Belgische voedingsindustrie, de handel en de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van Voedselketen en Leefmilieu.

De vermindering van het zoutgehalte is “een zeer goede zaak voor de gezondheid van de burger”, aldus minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS).

Fevia, de Federatie van de voedingsindustrie, en Comeos, de federatie van de handel en diensten, hebben zich er samen met de FOD in 2009 door de ondertekening van een convenant toe verbonden om de hoeveelheid zout in voedingsmiddelen te verlagen. Toen hoopten de betrokken partijen de zouthoeveelheid met 10 procent te verlagen tegen eind 2012.

Zoutconsumptie

De gemiddelde dagelijkse zoutconsumptie van de Belgen bedroeg in 2009 10,45 gram, terwijl de Wereldgezondheidsorganisatie 5 gram per dag aanraadt, aldus minister Onkelinx. Tussen 2004, toen er een voedselconsumptiepeiling plaatsvond, en 2012, is de hoeveelheid zout in bereide producten aanzienlijk verminderd. Vooral in vleesproducten (-16 tot -36 pct), broodsoorten (-22 pct), soepen in poedervorm (-17 pct), bereide maaltijden (-15 tot -29 pct) en kazen (-7,5 tot -20 pct) is de verlaging aanzienlijk.

“De percentages per soort verschillen omdat verschillende producenten zelf inspanningen hebben geleverd, die niet allemaal tot dezelfde resultaten hebben geleid”, zegt Chris Moris, directeur-generaal van Fevia. De zoutconsumptie verlagen, gebeurt eerst en vooral door een verandering van de samenstelling van de producten.

Smaakversterker

Dat is geen eenvoudige taak, zegt Dominique Michel, gedelegeerd bestuurder van Comeos. “Het was belangrijk om het zoutgehalte geleidelijk aan laten dalen, omdat zout een smaakversterker is. Daarenboven zorgt zout ervoor dat het voedsel beter bewaart, heeft het een invloed op de structuur van de voeding en is zout soms nodig voor het productieproces zelf.”

Daarnaast is bewustmaking bij het grote publiek belangrijk, bijvoorbeeld met de campagne “Stop het zout”, die in 2009 werd gelanceerd. Klanten in supermarkten worden daarenboven beter geïnformeerd over zoutconsumptie en het gebruik van GDA, de dagelijkse voedingsrichtlijn op de voedingsverpakkingen waarop consumenten onder meer het zoutgehalte kunnen controleren, wordt gepromoot.

Zoutverlaging

Door de inspanningen van de verschillende partijen is de gemiddelde hoeveelheid zout van de Belgische consument door de consumptie van bereide producten gedaald van 3 kilogram per jaar in 2004 naar 2,4 kilogram in 2012, wat neerkomt op een daling van 8,2 gram naar 6,6 gram per dag. “Daar moet wel nog 20 tot 25 procent bijgeteld worden, aangezien het gebruik van zout in de keuken en de zoutconsumptie op restaurant niet werden verrekend”, zegt Michel.

De FOD Volksgezondheid zal eind 2013 aan de hand van urineanalyses nagaan wat de precieze lichamelijke effecten zijn van de gerealiseerde zoutverlaging en haar beleid op de resultaten afstemmen.

Sensibiliseren

De voedingssector staat in de toekomst nog voor enkele grote uitdagingen, besluiten Michel en Moris. Zo is het belangrijk om de burgers te blijven sensibiliseren, zodat ze in de keuken minder zout gebruiken. Daarnaast is het voor de niet-georganiseerde horeca moeilijker om zich te organiseren om het zoutverbruik te verminderen.

Ten slotte wordt veel voedsel ingevoerd, waardoor de Belgische consument vaak afhangt van het buitenlands beleid. (Belga/EE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content