Betere seks dankzij betere data: waarom we te weinig weten over wat er in bed gebeurt
Het is schandalig hoeveel we niet weten over menselijk seksueel gedrag. ‘Als mensen bijvoorbeeld weten dat veel andere stellen orale seks hebben, geeft dat hen vaak het gevoel dat het oké is, dat het iets is wat ze kunnen proberen.’
Jaren geleden, toen Caroline Kabiru op school les moest krijgen over seks, ontdekte ze dat de relevante pagina’s van een van de lesboeken aan elkaar geplakt waren. En de leraar kwam niet opdagen.
Het is vreemd: gezien de tijd die mensen aan seks besteden, begrijpen velen er niet zo veel van. Dokter Kabiru, die vandaag expert is aan het African Population and Health Research Centre in Nairobi, herinnert zich een enquête die haar team in 2008 hield onder jonge Kenianen. Ruwweg de helft dacht dat het moment van de maand waarop een vrouw de meeste kans had om zwanger te worden, tijdens haar menstruatie was. Ze speculeert dat die mythe kan zijn ontstaan omdat veel Keniaanse ouders, wanneer hun dochter voor het eerst ongesteld wordt, zeggen: ‘Nu moet je stoppen met jongens te spelen, anders word je misschien zwanger.’
Drie problemen
Wereldwijd belemmeren drie krachten de verspreiding van goede informatie over seks. Een daarvan is schaamte: veel volwassenen, zoals de biologieleraar van dokter Kabiru, vinden het onderwerp gênant.
Een ander probleem is dat slechte informatie vaak de goede verdringt. Veel tieners halen hun ideeën over seks uit online pornografie, en die is net zo’n nauwkeurige gids voor echte seks als James Bondfilms zijn voor het dagelijkse gedrag van een Britse ambtenaar. Rebecca Cant van Brook, een Britse liefdadigheidsinstelling voor seksuele voorlichting, citeert een tienerjongen die in alle ernst zei dat hij niet klaar was om seks te hebben met zijn vriendin omdat hij ‘er niet klaar voor was’ om haar te wurgen. Hij ging ervan uit dat dit verwacht werd.
Een derde probleem is dat gegevens vaak niet worden verzameld. Lianne Gonsalves van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt drie blinde vlekken: niet-rijke landen, mannen en 50-plussers. Over arme landen is minder bekend dan over rijke, omdat ze minder geld hebben voor seksonderzoek. Ook China en Rusland zijn zwarte gaten. En er is minder bekend over mannen en ouderen omdat de meeste grote onderzoeken zich concentreren op degenen die zwanger kunnen worden. Dat zijn enorme lacunes.
Preutse overheden
Om het nog moeilijker te maken, zijn sommige overheden preuts en dus terughoudend om op dit gebied te spitten. Sommige mensen vertellen niet de waarheid als hen gevraagd wordt naar hun seksuele gewoonten. En in verschillende landen is homoseks nog altijd illegaal, waardoor het zelfs lastig is om er vragen over te stellen.
Vroeg seksueel onderzoek was vaak slordig. In 1948 zorgde Alfred Kinseys Sexual Behaviour in the Human Male voor een schandaal in de Verenigde Staten, maar omdat het gebaseerd was op niet-willekeurige steekproeven was het zeer onnauwkeurig.
Wereldwijd gaf aids in de jaren 1980 en 1990 een grote impuls aan beter onderzoek. Het goed aangeschreven nationale seksonderzoek van Groot-Brittannië, NATSAL (National Survey of Sexual Attitudes and Lifestyles), zou er niet gekomen zijn zonder aids, vermoedt Soazig Clifton van het University College in Londen. Wetenschappers en rationele politici zagen onmiddellijk het nut in van onderzoeken om de verspreiding te helpen voorspellen van wat toen een in alle gevallen dodelijke ziekte was.
Let’s talk about sex, baby
De breedste bron van betrouwbare gegevens vandaag de dag, de door de Verenigde Staten gesponsorde Demographic and Health Surveys (DHS), worden uitgevoerd in 90 landen en richten zich op vrouwen tussen 15 en 49 jaar. Ze stellen meestal basisvragen over handelingen die kunnen leiden tot infectie of conceptie. Er wordt niet gevraagd naar plezier, toestemming of de context waarin seks plaatsvindt.
Onderzoek uit onder meer Amerika en India toont aan dat problemen met emotionele of fysieke intimiteit de oorzaak vormen van 20 à 50 procent van de echtscheidingen.
Inzicht in seks is niet alleen een kwestie van volksgezondheid. Onderzoek uit onder meer Amerika en India toont aan dat problemen met emotionele of fysieke intimiteit de oorzaak vormen van 20 à 50 procent van de echtscheidingen, waardoor kinderen verdrietiger worden en gezinnen armer. Als betere informatie leidt tot betere seks, dan zou dat voor een onbeduidend prijskaartje kunnen bijdragen aan de menselijke vreugde. Geen wonder dat seksonderzoekers gepassioneerd zijn over hun roeping.
Om te beginnen proberen sommigen meer informatie te extrapoleren uit basisonderzoeken. Emma Slaymaker van de London School of Hygiene and Tropical Medicine en haar coauteurs kraakten gegevens van DHS-enquêtes en maakten een schatting van het aantal partners dat mensen in 47 ontwikkelingslanden kunnen verwachten te hebben tegen de tijd dat ze 50 zijn.
Er was een enorme variatie. Een Congolese man van 50 zal gemiddeld 20 partners hebben gehad, een Indiase man slechts negen. Ook binnen continenten waren er grote verschillen. Mannen uit Niger hebben er maar een achtste zoveel als hun Congolese leeftijdsgenoten. Komt dat doordat ze vaak in kleine, conservatieve dorpen wonen en grote woestijnen moeten doorkruisen om steden met nachtleven te vinden? Niemand weet het.
In veel landen hebben mannen meer partners naarmate ze rijker worden. Maar in India en Madagaskar is het juist andersom.
Overal melden vrouwen minder partners dan mannen. Dat klinkt onwaarschijnlijk, maar enquêtes houden zelden rekening met sekswerkers en vrouwen geven vaak te weinig aan hoeveel partners ze hebben gehad. Het cijfer voor vrouwen varieert van 1,2 partners in Cambodja tot negen in Gabon, voor mannen van 2,4 in Niger tot 21 in Gabon. Verschillende landen voldoen aan het stereotype dat mannen meer partners hebben naarmate ze rijker worden. Maar in India en Madagaskar is het juist andersom: armere mannen hebben meer partners. Misschien komt dat doordat velen migreren om ver van hun familie te werken en voor seks te betalen.
Ook de kans dat mensen meer dan één partner tegelijkertijd hebben varieert. Nigerese mannen die al met een partner samenleven, hebben 60 procent meer kans om elk jaar een nieuwe partner te vinden dan hun alleenstaande landgenoten. Voor mannen in Albanië is dat slechts 1 procent. Dat kan duiden op wijdverspreide polygamie in Niger – en misschien op een terughoudendheid onder Albanezen om aan enquêteurs toe te geven dat ze vreemdgaan.
Seks bij ouderen
Omdat mensen bijna overal langer leven, geven ze seks niet op. Dat je 55 of meer bent, hoeft niet te betekenen ‘dat je je alleen nog maar richt op tuinieren en proberen je sokken aan te trekken zonder je rug pijn te doen’, zegt statisticus David Spiegelhalter, auteur van Sex by Numbers. Het libido daalt met de jaren, maar langzaam, en oudere mensen zijn vaker dan vorige generaties gescheiden en op zoek naar een nieuwe partner. Toch heeft in de meeste landen niemand een idee waar ouderen seksueel mee bezig zijn. De gegevens die er wel zijn, wijzen op grote verschillen. De gemiddelde Britse vrouw tussen 55 en 64 jaar met een partner heeft de afgelopen maand twee keer seks gehad, haar 49-jarige gehuwde Japanse leeftijdsgenoot heeft het nul keer gedaan. Waarom?
‘Misschien ligt het aan de normen’, suggereert Peter Ueda van het Karolinska Instituut in Stockholm. In West-Europa wordt een seksloos huwelijk gezien als een teken dat de relatie niet goed is. In Japan ‘wordt het min of meer geaccepteerd, omdat het huwelijk er meer transactioneel is’. Het helpt wellicht ook niet dat meer dan 70 procent van de Japanse getrouwde vrouwen boven de 50 zegt dat zij en hun man ‘nooit communiceren’ over hun seksuele verlangens.
Een onderzoek in Zuid-Afrika vond daarentegen dat ouderen er opvallend energiek waren: de meeste mannen hadden er nog seks tot hun 80e. Er werd ook vastgesteld dat 23 procent van de mannen boven de 40 hiv had en dat slechts weinigen condooms gebruikten. Desondanks is informatie over hiv-risico’s onder oudere volwassenen schaars, betreuren de auteurs, en ‘er zijn maar heel weinig preventieve interventies die specifiek op hen zijn gericht’.
Slechte informatie
Slechte informatie is niet alleen een probleem voor samenlevingen, maar ook voor stellen. Velen praten niet graag over seks, wat het niet alleen onprettig maar ook onaangenaam kan maken, vooral voor vrouwen. Zelfs als mannen het goed bedoelen, zijn ze zelden telepathisch begaafd. Ze kunnen niet zomaar raden wat hun partner leuk vindt of niet, en non-verbale signalen kunnen een openhartig gesprek niet vervangen.
Bovendien is zo’n gesprek lastig als het onderwerp gehuld is in schaamte. Neem Bangladesh, een conservatief moslimland. De DHS-enquête verzamelt gegevens over trouwen en anticonceptie, maar niet over plezier of instemming. Hoe tevreden zijn vrouwen in Bangladesh met hun seksleven? Hoe gemakkelijk is het voor hen om hun man te vertellen wat ze willen? Helemaal niet gemakkelijk, zo blijkt.
Veel Bengaalse vrouwen hebben wel gehoord van zoiets als een orgasme, maar ze hebben er nog nooit een gehad.
‘De seksuele ontevredenheid is erg hoog bij Bengaalse vrouwen’, zegt een lokale feministe die liever niet bij naam genoemd wil worden. ‘Veel vrouwen hebben wel gehoord van zoiets als een orgasme, maar ze hebben er nog nooit een gehad. Als ik tegen mijn man zou zeggen dat hij iets doet waar ik niet van geniet, dan zou hij zo overstuur zijn dat hij niet meer zou kunnen presteren.’
Als een vrouw om iets nieuws vraagt, kan haar man vermoeden dat ze promiscue is, suggereert Prima Alam, onderzoeker op het gebied van seksuele gezondheid. Hoe zou ze anders van zulke dingen afweten? Niemand wordt geleerd om na te denken over het plezier van vrouwen, klaagt Alam. Als ze porno hebben gekeken, ‘dan zien ze dat de man het gewoon doet, en de vrouw er blijkbaar van geniet, gilt en zo, maar zo is het echte leven niet, toch?’ De lokale mentaliteit is dat mannen de leiding moeten nemen. ‘Ik denk dat verkrachting binnen het huwelijk veel voorkomt, maar we beschikken over onvoldoende gegevens.’
Wat is er nodig om seksonderzoek te stimuleren? Misschien zal de honger van kiezers naar informatie het geleidelijk winnen van de preutsheid van politici. Nana Darkoa Sekyiamah, auteur van The Sex Lives of African Women en medeoprichter van de blog Adventures from the Bedrooms of African Women, denkt dat er genoeg vraag is naar meer informatie. Ze hoort ‘veel meer gesprekken over orale seks’ en zegt dat ‘jongere mannen zich hebben gerealiseerd dat voor de meeste vrouwen de standaard penis-in-vaginaseks niet volstaat’.
Groot-Brittannië als gidsland
Groot-Brittannië kan een voorbeeld zijn. Seksuele voorlichting op Britse scholen is gebaseerd op feiten. Tieners die erop vertrouwen hebben minder kans om voor hun 16e voor het eerst seks te hebben, en de kans is groter dat hun eerste ervaring een goede is, en dat de seks consensueel en veilig is.
Seksueel voorgelichte Britse tieners hebben minder kans om voor hun 16e voor het eerst seks te hebben, en de kans is groter dat hun eerste ervaring een goede is, en dat de seks consensueel en veilig is.
Het land heeft veel problemen in de slaapkamer, onthult NATSAL, maar slechts één op de zeven seksueel actieve Britten zegt seksueel ontevreden te zijn. Degenen die zich voldoende op hun gemak voelen om met hun vrienden over seks te praten, zullen er waarschijnlijk meer van genieten, merkt Soazig Clifton op. En jonge Britten blijken communicatief te zijn: blij om iets nieuws te proberen, maar bereid om te stoppen als hun geliefden het niet leuk vinden.
Orale seks, die ooit zo taboe was dat prostituees er meer voor aanrekenden dan voor penetratieseks, is een gewoonte geworden, vooral onder jongeren. In 2010 had ongeveer 50 procent van de Britse mannen en 40 procent van de vrouwen tussen 25 en 34 jaar anale seks geprobeerd, maar minder dan de helft van hen had het in het jaar daarvoor gedaan. Dokter Spiegelhalter suggereert dat velen het proberen voor de ervaring, maar dat het niet per se een gewoonte wordt.
Met nauwkeuriger, breder verspreid onderzoek zouden mensen een beter idee hebben van wat anderen doen. Dat zou het makkelijker maken om taboes te doorbreken. Want die zijn vaak gebaseerd op cirkelredeneringen (je zou x niet moeten doen omdat het ‘niet normaal’ is). ‘Weten dat je niet alleen bent, helpt echt’ zegt Darkoa Sekyiamah. ‘Als mensen bijvoorbeeld weten dat veel andere stellen orale seks hebben, geeft dat hen vaak het gevoel dat het oké is, dat het iets is wat ze kunnen proberen.’ Een cultuur van transparantie over wat andere mensen doen, kan koppels ook helpen om met elkaar te praten over wat ze eigenlijk willen.
Hiaten opvullen
Experts van de WHO staan te popelen om een aantal hiaten in de kennis over seks op te vullen. Gedurende vier jaar ontwikkelden ze een veel gedetailleerdere enquête, genaamd SHAPE. Daarin wordt bijvoorbeeld gevraagd naar de mate van toestemming. (De laatste keer dat je seks had, wilde je het, ging je er gewoon in mee, of werd je ‘gedwongen of bang gemaakt’ om het te doen?) Het doel is om vormonderzoeken te doen over de hele wereld. Maar tot nu toe is de financiering uitgebleven. Voor de meeste regeringen is het geen prioriteit.
Veel conservatieven zijn huiverig om onderzoek te financieren dat onwelkome feiten zou kunnen onthullen, zoals dat sommige van hun landgenoten homo zijn.
En veel conservatieven zijn huiverig om onderzoek te financieren dat onwelkome feiten zou kunnen onthullen, zoals dat sommige van hun landgenoten homo zijn. Sommigen gaan verder. In 2024 nam het parlement van Ghana een wetsvoorstel aan, dat nog door de president moet worden ondertekend, om elke ‘promotie’ van ‘onnatuurlijke’ seks op sociale media te verbieden. Dat zou de ruimdenkende blog van Darkoa Sekyiamah illegaal maken.
Sekyiamah herinnert zich dat ze trouwde met de eerste man met wie ze seks had, ‘omdat ik vond dat je dat moest doen’. Pas na haar scheiding kwam ze seksueel tot haar recht. Nu ze in de veertig is, zegt ze dat ze niet wil dat haar dochter, of een ander jong meisje, dezelfde fouten maakt als zij. En om dat te voorkomen, moeten ze te horen krijgen hoe rechtdoorzee er over seks wordt gepraat.
© The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier