Tournée Minérale zinvol? ‘Ook de prijs van alcohol moet omhoog’
Tournée Minérale is een lofwaardig initiatief volgens alcoholexpert Joris Casselman. Maar voor een echt krachtdadig alcoholbeleid zijn ook onpopulaire maatregelen nodig, vindt hij.
Joris Casselman doceerde als psychiater, psycholoog en criminoloog jarenlang aan de KU Leuven. Daarnaast werkte hij als expert bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Momenteel is hij nog steeds lid van het Vlaams expertisecentrum voor alcohol- en andere drugsproblemen (VAD) dat hij zelf mee uit de grond stampte. In zijn boek ‘Van jeneverellende tot Tournée Minerale’ schetst hij hoe België de voorbije anderhalve eeuw met alcohol omging, van de jeneverellende bij de arbeiders in de 19de eeuw tot en met het zeer recente initiatief Tournée Minérale.
In uw boek beschrijft u hoe onze maatschappij de laatste 150 jaar naar alcoholgebruik keek. Hoe is onze perceptie van alcohol vandaag?
Casselman: ‘We kijken nog altijd zeer negatief naar alcoholproblemen. Eind negentiende eeuw was het nog veel erger, maar die gedachte is er vandaag nog steeds. Dat komt door het tegenstrijdige karakter van alcohol. In onze ogen is het zowel een genotsmiddel als een ernstig toxische stof, een brenger van lief en leed. Niet alleen wie te veel drinkt, maar ook wie niet drinkt wordt schuin bekeken.’
‘Er wordt vaak gedacht dat er meer wordt gedronken. Er zijn inderdaad groepen in de samenleving die meer gebruiken, maar in het algemeen gaat de Vlaming vandaag verstandiger met alcohol om dan pakweg dertig jaar geleden. Het globale gebruik neemt af. Indrinken en comazuipen bij jongeren zijn inderdaad een probleem, maar we mogen niet vergeten dat daartegenover een grote groep jongeren staat die wel op een verstandige manier met alcohol omgaat. Dat blijkt ook uit de enquêtes die de VAD ieder jaar bij middelbare scholieren afneemt.’
De algemene norm rond alcoholgebruik is tien standaardeenheden per week. De oude norm was drie glazen alcohol per dag voor een man en twee voor een vrouw. Wat vindt u van deze vernieuwde richtlijn?
Casselman: ‘Het doel van een norm is om een eenvoudige en duidelijke boodschap uit te zenden. Dat is belangrijk. Ik sta volledig achter deze nieuwe norm zoals voorgesteld door VAD en de Hoge Gezondheidsraad. Wie zich daaraan houdt speelt op safe.’
Bijna een vijfde van de Vlamingen overschrijdt de norm van tien glazen per week. In welke mate is dit een probleem voor de samenleving?
Casselman: ‘Eerst en vooral moet men niet altijd in een keer doorschieten naar alcoholisme. Er zijn verschillende stadia: van lichte naar milde tot ernstige problemen. Daarbovenop is het een en-en-verhaal waarin drie m’s de hoofdrol spelen: middel, mens en milieu. Het is een probleem van de toxiciteit en de beschikbaarheid van het middel, van het individu en van de sociale context. Dat maakt het zo complex. Alcoholisme valt niet in een hokje te passen. Het is een complex probleem dat een complexe benadering vereist.
‘Wat wel vaststaat, is dat alcoholproblemen de samenleving ieder jaar een flinke duit kosten. In 2012 klopte men af op 2.1 miljard euro. Hier ging een ingewikkelde studie aan vooraf die alle mogelijke parameters als preventie, hulpverlening en criminaliteit in rekening nam. Door de complexiteit is het niet mogelijk het bedrag ieder jaar te beramen, maar het zou natuurlijk wel erg interessant zijn om deze studie na tien jaar eens te herhalen.’
Drievierde van de Vlamingen drinkt matig maar routineus alcohol. Net omdat het gebruik wijdverspreid is, vinden sommigen het moeilijk te bevatten dat het nog steeds om een drug gaat. Komt daar stilaan verandering in?
Casselman: ‘Alcoholexperts zien alcohol vandaag als de grootste drug. Toch lijkt dit voor veel mensen moeilijk te bevatten. We bestempelen alcohol te gemakkelijk als een softdrug, terwijl het toch bij de meest riskantere drugs thuishoort. Mijn collega Jan Tytgat, toxicoloog aan de KU Leuven, zegt altijd: “Mocht alcohol nu ‘ontdekt’ worden, zou het nooit een legale drug worden.” Maar alcohol is niet nieuw en heeft zijn plek in de maatschappij al lang opgeëist.’
‘In de jaren zeventig tot negentig trokken terecht illegale drugs alle aandacht, waardoor alcohol naar de achtergrond verdween. Zowel bij beleidsvorming als bij hulpverlening waren illegale drugs prioriteit. Maar de laatste vijftien jaar krijgt alcohol weer meer aandacht. Alcohol is back. Kijk maar naar alcohol en verkeer. Steeds meer mensen zijn ervan overtuigd dat een beleid van nultolerantie ten aanzien van alcohol niet zou misstaan in onze moderne samenleving.’
De Wereldgezondheidsorganisatie stelt vier richtlijnen inzake alcoholbeleid: het verhogen van de prijs, het uitwerken van een degelijk reclamebeleid, het optrekken van de leeftijdsgrens en het opstellen van een nationaal alcoholplan. Hoe gaat België met die richtlijnen om?
Casselman: ‘Lang werd vooral ingezet op positief ingestelde preventieve maatregelen om de bevolking op een gezonde manier met alcohol te leren omgaan. De nadruk lag vooral op gezondheids-en welzijnsbevordering. Men was ervan overtuigd dat afschrikken niet zou helpen. Toch roept de WHO de laatste jaren steeds meer op om de positieve benadering te combineren met strengere beperkende maatregelen. Dat is minder sympathiek, maar wel nodig om een alcoholbeleid beter te doen werken. Ook VAD pleit voor deze combinatie van het verantwoord leren omgaan met alcohol en beprekende wettelijke maatregelen.’
‘In de reclame hebben we momenteel een zelfregulerend systeem waarin horeca en brouwerijen er samen met de overheid toe komen bepaalde vormen van reclame niet te aanvaarden. Het probleem is echter dat klachten meestal worden verworpen.’
‘Ook de prijs van alcoholische dranken moet omhoog. Het kan niet de bedoeling zijn dat je voor een glas water bijna evenveel moet betalen als voor een pintje. Zeker niet als je weet dat de prijs de consument wel degelijk beïnvloedt in het maken van zijn keuzes.’
‘Dan is er nog de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol, het zoveelste voorbeeld van de ambivalente houding van ons beleid. De beginleeftijd voor het gebruik van alle alcoholische dranken niet opgevoerd tot 18 jaar.’
‘Met zijn negen ministers van Volksgezondheid heeft België het moeilijk om een nationaal alcoholplan uit te werken. Alle negen willen ze hun zegje kunnen doen. Daarbij zijn politici vaak bang voor het ontbreken van een draagvlak bij hun kiezers. Nochtans blijkt een groot deel van de bevolking achter het invoeren van strengere regels ten aanzien van alcohol en verkeer te staan. Dat wees een enquête die na afloop van Tournée Minerale werd afgenomen uit.’
België is niet de slechtste leerling van de klas, maar ook lang niet de beste. Waarom vinden we het zo moeilijk om die richtlijnen in ons beleid te implementeren?
Casselman: ‘Men denkt nog te vaak aan unieke maatregelen, terwijl het om een complex probleem gaat dat om een complexe oplossing vraagt. Verschillende politieke factoren sturen de realiteit: draagvlak, mentaliteit, budget. Daarbij is een alcoholplan hébben één ding, het uitvoeren een ander. Regeringen wisselen elkaar snel af, waardoor de uiteindelijke uitvoerders vaak niet meer de bedenkers zijn.’
‘Bij tabak ging het gemakkelijker. Daar zitten we qua beperkende maatregelen al een pak verder. Alcohol zal waarschijnlijk ook die richting uitgaan, al ligt alles daar net iets complexer. De preventie van tabak is eenvoudiger omdat je het heel specifiek aan longkanker kan linken. Alle pijlen wijzen in één richting. Bij alcohol heb je een zeer lange lijst van ziektes waar alcohol een rol in speelt. Dat is veel diffuser. Ook is het roken van sigaretten een veel recenter probleem. Engelse sigaretten werden slechts na de Eerste Wereldoorlog bijzonder populair. Alcohol gaat al veel langer terug.’
Belangenconflicten zijn in ons land niet vreemd. Hoe sterk spelen economische belangen als het om alcohol gaat?
Casselman: ‘Het is duidelijk dat gezondheidsbelangen heel vaak moeten wijken voor economische belangen. Kijk naar het verschil in investeringen in reclame voor alcoholische dranken tegenover die in preventie en hulpverlening. In de negentiende eeuw waren het vooral liberale stemmen die maar met mondjesmaat maatregelen durfden nemen, maar ook vandaag werken die krachten nog. Dat weerspiegelt zich in de subsidies voor positieve campagnes, die echt wel hoger zouden mogen liggen. Hetzelfde geldt voor het doorvoeren van beperkende maatregelen. Zowel de VAD als de WHO zien dit als een prioriteit in het aanpakken van alcoholproblemen. Het zou dus mooi zijn mocht de overheid hier wat meer in investeren.’
Voorzichtig komt er schot in de zaak, maar waarom is het zo belangrijk dat onze mentaliteit ten aanzien van alcohol verandert?
Casselman: ‘Snelle en vlotte hulpverlening zijn prioritair. De stap naar hulpverlening lijkt vandaag veel gemakkelijker te zetten. Laagdrempelige vormen van hulpverlening zitten in de lift, denk aan websites als alcoholhulp.be of de Drugstelefoon. Maar de negatieve mentaliteit die de maatschappij koestert werkt hier drempelverhogend. Het schrikt hulpzoekenden af, maakt hen bang voor negatieve reacties wanneer ze met hun alcoholprobleem naar buiten zouden komen. Mensen met ernstige alcoholproblemen krijgen zo ook vaak de boodschap hopeloos te zijn. De negatieve blik werkt de vooruitgang in de hulpverlening tegen.’
Drinkt u zelf wel eens een glaasje?
Casselman: ‘Zelf drink ik ook wel eens, maar deze maand uiteraard niet. Veel mensen denken dat ik tegen alcohol ben. Toen ik aan het begin van mijn carrière op een receptie stond met een glas alcohol in de hand, kreeg ik dat althans vaak te horen. De geest van het moment bracht me er toen toe om voor de eerste keer de leuze te gebruiken die ik jarenlang zou blijven herhalen: “Ik ben niet tegen alcohol, maar ik ben er voor de mensen die er problemen mee hebben.”‘
Van jeneverellende tot Tournée Minérale. 150 jaar aanpak van alcoholproblemen in Vlaanderen (1868-2018) – Joris Casselman. Gompel&Svacina Uitgevers. 417 blz.. 49,- euro. ISBN 978-94-6371-178-4
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier