Jan de Zutter
‘Tijd om komaf te maken met rituele besnijdenissen bij jonge kinderen’
De Antwerpse rabbijn Moshe Friedman vraagt dat het gerecht zou optreden tegen illegale rituele besnijdenissen in de Joodse gemeenschap. Jan De Zutter legt uit waarom het gebruik van deze praktijk potentieel gevaarlijk kan zijn voor baby’s. Ook hij roept de politiek en justitie op om actie te ondernemen.
Zopas heeft de Antwerpse rabbijn Moshe Friedman bij de onderzoeksrechter een klacht ingediend tegen de praktijk van metzitzah b’peh tijdens de besnijdenis van joodse mannelijke baby’s. Tijdens de procedure wordt de voorhuid door een moheel of besnijder weggesneden, waarna hij de penis van de baby in de mond neemt en het bloed wegzuigt. In New York ontstond er rond 2004 een schandaal nadat bleek dat een aantal baby’s besmet raakte met herpes. Een baby kreeg een hersenafwijking, een andere overleed. Sindsdien heeft de stad New York getracht het gebruik onder controle te krijgen, met weinig succes trouwens.
De praktijk komt vooral voor bij ultraorthodoxe joden, maar is in Antwerpen volgens rabbi Moshe Friedman algemeen.
De praktijk van de besnijdenis of Brit Milah wordt beschreven in de Mishnah, een soort ‘wetboek’ uit de tweede eeuw voor de jaartelling dat verduidelijkt hoe de geboden uit de Torah geïnterpreteerd moeten worden. De Mishnah stipuleert dat de voorhuid moet weggesneden worden (milah), gevolgd door de verwijdering van het slijmvlies van de penisschacht (prikah), waarna het bloed met de mond moet weggezogen worden (metzitzah). De wonde moet daarna behandeld worden met komijn en met een verband worden omwonden.
Het bizarre gebruik van het mondeling zuigen aan de penis werd meer dan twee millennia geleden beschouwd als een middel om de wonde te reinigen. Niemand had in die tijd ook maar enig idee van bacteriën of virussen die tijdens zo’n metzitzah b’peh konden overgedragen worden.
Toen rond 1830 een aantal joodse baby’s in Slovakije ziek werd na de besnijdenis door een en dezelfde moheel, ging er bij enkele rabbijnen een lampje branden. Misschien was de besnijdenis zelf de oorzaak. Zeven jaar later werd rabbi Eliezer Horowitz, hoofdrabbijn in Wenen, gecontacteerd in verband met een aantal kinderen dat ziek was geworden na hun besnijdenis. Sommige kinderen waren zelfs overleden. De Weense arts dr. Wertheim stelde de rabbijn voor om in plaats van het afzuigen van de penis een soort spons te gebruiken om het bloed uit de wonde te knijpen. Tegen het einde van de 19de eeuw spraken verschillende rabbijnen zich al publiekelijk uit tegen het afzuigen van de penis. Ze keurden het gebruik goed van alternatieve methodes, zoals een glazen buisje dat in 1887 ontwikkeld werd door rabbi Michael Cahn, hoofdrabbijn van Fulda in Duitsland. Het buisje kon gebruikt worden om het bloed af te zuigen zonder dat de moheel rechtstreeks contact had met de penis van de baby.
Ondanks de nieuwe inzichten bleef en blijft het gebruik van orale zuiging in streng orthodoxe middens bestaan. In Antwerpen wordt het befaamde glazen buisje van rabbi Michael Cahn enkel gebruikt in de Portugese synagoge. In alle andere synagogen wordt de orale zuiging toegepast. De gevaren voor de gezondheid van de kinderen zijn meer dan reëel.
In de Kamer antwoordde minister van volksgezondheid Frank Vandenbroucke op 13 oktober al dat besnijdenissen door een moheel een “illegale uitoefening van de geneeskunde” zijn, “die de Toezichtcommissie en haar inspectiediensten mogen onderzoeken en rapporteren aan de openbare aanklager. en stipuleerde verder dat “als de praktijk van orale zuigingen (…) inderdaad een feit is, het om begrijpelijke redenen noodzakelijk is om er een einde aan te maken.” De minister maakte het dossier over aan de Antwerpse burgemeester Bart De Wever, die echter niet ingrijpt.
Ondertussen blijven de illegale praktijken die potentieel gevaarlijk zijn voor baby’s rustig doorgaan. Precieze cijfers zijn er niet, omdat er bij artsen en in de ziekenhuizen géén precieze details worden bijgehouden over de aard van de klachten na een joodse besnijdenis. In New York zijn artsen en ziekenhuizen bijvoorbeeld verplicht om medische klachten na een besnijdenis te melden. Die medische klachten kunnen veelvuldig zijn. Niet enkel is er een risico op besmetting met Herpes type 1, ook andere besmettingen als gevolg van de onhygiënische omstandigheden waarin de besnijdenissen plaats vinden, worden nergens systematisch bijgehouden.
Friedman verwijst in zijn klacht ook naar de onhygiënische omstandigheden waarin de milah wordt uitgevoerd, vaak na een rituele wassing van de moheel in de Mikvah, een rituele badplaats in de kelder van de synagoge. Dat rituele baden heeft louter een spirituele zuivering tot doel en geen enkele hygiënische impact.
Er zijn volgens Friedman ook grote bezorgdheden over de sterilisatie van de instrumenten die gebruikt worden tijdens de besnijdenis. In theorie moeten die in een speciaal daartoe bestemd apparaat gesteriliseerd worden, wat in Antwerpen zelden of nooit gebeurt, en moet de moheel chirurgische handschoenen dragen, wat eveneens nooit het geval is. Meer nog, de Antwerpse moheels hebben volgens rabbi Friedman nauwelijks of nooit een opleiding genoten. Het gaat in nagenoeg alle gevallen over rituele slachters die de Brit Milah uitvoeren.
Het is niet enkel de hoogste tijd dat de bevoegde instanties hun verantwoordelijkheid opnemen, maar dat ook binnen de Antwerpse joodse gemeenschap het besef rijpt dat de gangbare praktijken levensbedreigend kunnen zijn voor de kinderen.
De twaalfde eeuwse Spaanse rabbijn, rechtsgeleerde, filosoof en arts Mozes Maimonides schreef over de gevaren van de besnijdenis: “Het is onmogelijk om het verlies van een joods leven te herstellen.” Hij schreef dit in een pleidooi om de Brit Milah desgevallend uit te stellen als het kind in kwestie te zwak of ongezond zou zijn, maar het gehanteerde principe is de piku’ach nefesh, dat nagenoeg alle Torah-regels opschort als het leven van een mens in gevaar is. Welnu, dat is wel zeker het geval bij de orale zuiging na de besnijdenis. Het wordt tijd om daar definitief komaf mee te maken.
Jan De Zutter is beeldend kunstenaar. Samen met onder andere ondernemer Rik Remmery voert hij al langer actie tegen het gebruik van rituele besijdenissen in ons land.
Correctie: In een eerdere versie van dit stuk kon de indruk ontstaan dat de joodse rechtsgeleerde Henri Rosenberg het standpunt van Moshe Friedman beaamt. Dat is bepaald niet het geval.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier