Suïcidepreventie: ‘De Vlaming schaamt zich nog te veel’

© iStock
De Streekkrant
De Streekkrant De Streekkrant blikt als gratis krant elke woensdag vooruit op de week die komt.

Vlaanderen blijft een trieste koploper in de ranglijst van meest aantal zelfdodingen. Deze Week sprak met experts Kirsten Pauwels en Gwendolyn Portzky over de oorzaken. ‘We houden ons hart vast voor de zelfmoordcijfers van 2015.’

Al jarenlang bekleedt ons land een niet te benijden positie in de ranglijst van zelfmoorden en zelfmoordpogingen. De Vlaamse overheid investeert in actieplannen en preventie om dat fenomeen een halt toe te roepen, maar we blijven het beduidend slechter doen dan de ons omringende landen. Met twee experts peilen we naar de oorzaken: Kirsten Pauwels, directeur van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding, en profeessor Gwendolyn Portzky, coördinator van het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie.

De jongste cijfers dateren van 2014, toen waren er 1066 zelfdodingen in Vlaanderen. ‘In vergelijking met het referentiejaar 2000 is dat een daling met 11 procent bij de vrouwen en 23 procent bij de mannen’, zegt Gwendolyn Portzky. ‘Maar we zijn heel voorzichtig met die cijfers omdat ze elk jaar wel durven te schommelen. Eerlijk gezegd houden we ons hart vast voor 2015, omdat het een jaar was waarin enkele zelfmoorden heel veel media-aandacht kregen: Steve Stevaert die uit het leven stapte, de piloot van German Wings die zijn vliegtuig tegen een bergwand vloog, een gepeste scholier die geen andere uitweg meer zag…”‘

We houden ons hart vast voor de zelfmoordcijfers van 2015, omdat het een jaar was waarin enkele zelfmoorden heel veel media-aandacht kregen.

Gwendolyn Portzky, expert suu0026#xEF;cidepreventie

Geven die zelfmoorden aanleiding tot kopieergedrag?

Gwendolyn Portzky: Absoluut. En nog meer als de zelfmoord breed wordt uitgesmeerd in de pers. Hoe meer details, hoe slechter. Hoe minder er verwezen wordt naar allerlei initiatieven waar mensen met twijfels of zelfmoordgedachten terechtkunnen, hoe slechter. Natuurlijk zijn mensen die kopieergedrag stellen al suïcidaal, maar hoe gedetailleerder een zelfmoord wordt beschreven – bijvoorbeeld door de methode onder de aandacht te brengen of de laatste uren van het leven van het slachtoffer te reconstrueren – hoe groter de kans is op herkenning. Daarin schuilt het gevaar, dat iemand denkt: ‘Die situatie lijkt toch veel op die van mij, misschien is zelfmoord ook voor mij een oplossing’. Er is al veel verbeterd in de berichtgeving, maar we zijn er nog lang niet.

Hoe valt het grote verschil met het buitenland te verklaren?

Kirsten Pauwels: Zelfdoding is altijd een complex samenspel van factoren. Het is dus niet mogelijk om één oorzaak te linken aan zelfdoding. Er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor het hoge cijfer in Vlaanderen. Er zijn studies die aantonen dat Vlamingen heel moeilijk praten over psychische problemen in vergelijking met bijvoorbeeld onze buren in Nederland. We zetten moeilijk de stap naar hulpverlening.

Portzky: Nederlanders hebben meer het hart op de tong, zoals de volksmond zegt.

Pauwels: Een andere mogelijke verklaring is de manier waarop wij met onze problemen omgaan. Vlaamse jongeren vertonen veel meer vluchtgedrag. Wég van het probleem. Nederlandse leeftijdgenoten pakken het probleem sneller aan. Ze zoeken een oplossing. En als Vlamingen doorhebben dat ze best professionele hulp inroepen, botsen ze op de toegankelijkheid van onze geestelijke gezondheidszorg. Of de afwezigheid van die toegankelijkheid. Wie hulp vraagt, komt niet in één-twee-drie bij de juiste hulpverlener terecht.

Portzky: De Vlaming schaamt zich nog te veel en dat gevoel van stigma is natuurlijk een hoge drempel. Al deze culturele verschillen geven wellicht al een deeltje van de verklaring waarom Vlamingen meer risico lopen op suïcide.

In Vlaanderen zelf zijn er dan nog eens regionale verschillen. Hebben die dezelfde oorzaak als de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland?

Pauwels: We zien inderdaad verschillen tussen West- en Oost-Vlaanderen en de andere Vlaamse provincies, maar door de relatief kleine aantallen moeten we toch voorzichtig zijn om die te interpreteren. Het klinkt ontzettend cru, die ‘kleine’ aantallen, want ik weet dat elke zelfmoord er een te veel is. Maar vanuit statisch oogpunt blijft het heikel om die te interpreteren.

Portzky: We zijn momenteel onderzoek aan het doen rond die regionale verschillen en de risicofactoren die aan de basis kunnen liggen. Onze hypothesen gaan inderdaad de richting uit van West- en Oost-Vlamingen die toch iets moeilijker communiceren als het moeilijk gaat of als het over emoties gaat. We kijken ook naar het verschil in sociale cohese. In West-Vlaanderen zijn proportioneel meer landbouwers en vereenzaamde plattelandsgebieden waar minder contact is tussen de mensen dan elders in Vlaanderen. Maar nogmaals, dit zijn hypothesen.

Wat drijft mensen tot zelfmoord?

Er is nooit één oorzaak voor zelfdoding.

Portzky: De oorzaken zijn in ons land en in het buitenland gelijk. En ze verschillen nu niet van de oorzaken van vroeger. Er is nooit één oorzaak voor zelfdoding. Soms hoor je wel eens: ‘Die heeft zelfmoord gepleegd omdat zijn vriendin het heeft uitgemaakt.’ Of: ‘Ze werd de afgelopen weken zo gepest…’ Of: ‘Hij was zijn werk kwijt.’ Het kunnen wel allemaal triggers zijn, aanleidingen, maar er spelen altijd veel meer factoren een rol. Als enkel relatiebreuken de oorzaak zouden kunnen zijn, dan zouden er wel heel veel mensen zelfmoord plegen. Het heeft te maken met sociale, psychologische, historische en ook neurobiologische factoren. Hoe gaan we met tegenslagen om? Welk probleemoplossend gedrag stellen we? Het is een complex kluwen. Maar uiteindelijk kom je altijd terecht bij iemand die het gevoel heeft dat hij niet meer kan ontsnappen uit zijn situatie, zich heel slecht voelt en heel veel pijn ervaart. Met het idee: het wordt nooit meer beter.

Er loopt een Vlaams Actieplan Suïcidepreventie. Het doel is om tegen het jaar 2020 20 procent minder zelfdodingen te hebben dan in het jaar 2000. Hoe pak je dat aan?

Pauwels: Een eerste actieplan liep van 2002 tot 2010. Na de evaluatie van dat eerste plan en gewapend met nieuwe wetenschappelijke inzichten is het tweede plan, dat loopt van 2010 tot 2020 opgestart. Het actieplan omvat zeker 30 tot 40 initiatieven op drie verschillende niveaus van preventie. We richten ons op de algemene bevolking met thema’s als ‘veerkracht versterken’ en ‘probleemoplossende vaardigheden’. We willen ervoor zorgen dat mensen weten waar ze terechtkunnen als ze op een of andere manier met zelfmoord(pogingen) geconfronteerd worden. Een brede preventie, met andere woorden, die erop gericht is de geestelijke gezondheid te bevorderen. Er zijn ook initiatieven die zich richten op groepen met een verhoogd risico. Selectieve preventie naar bijvoorbeeld oudere mannen, de risicogroep bij uitstek. Ten slotte doen we ook aan wat heet ‘geïndiceerde preventie’, dat zijn acties voor mensen die al zelfmoordgedachten hebben of een poging hebben ondernomen. Zoals de Zelfmoordlijn1813.

Oudere mannen zijn een kwetsbare groep. Wie loopt nog een verhoogd risico?

Pauwels: Er vallen heel veel groepen mensen onder: mensen met depressie of psychische problemen, jongeren, holebi’s, transgenders… En al die groepen vragen een heel specifieke aandacht. Op vlak van preventie is het dan ook belangrijk dat we trainingen kunnen geven aan personen die met hen in contact komen: artsen, leerkrachten, hulpverleners. We leren hen onder andere hoe ze kunnen herkennen dat iemand met zelfmoordgedachten rondloopt.

Wat moet je doen als je denkt dat iemand met zelfmoordg

edachten rondloopt?

Pauwels: Als je dat denkt, of als iemand zegt dat het niet goed met hem gaat, moet je dat altijd serieus nemen. Je moet altijd in gesprek gaan. Dat is niet simpel, ik weet het. Als het echt gaat om zelfmoordgedachten of als je dat ook maar denkt, is het belangrijk dat expliciet te vragen: ‘Ik hoor je vertellen dat het allemaal niet meer gaat. Betekent dat ook dat je aan zelfmoord denkt?’ Dat zal de drempel om erover te praten verlagen. Je hoeft daar echt geen hulpverlener voor te zijn. Van mens tot mens kun je al een heel verschil maken.

Heb je vragen over zelfdoding? Dan kan je terecht op het telefoonnummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content