Studie Sciensano: Bescherming coronavaccins neemt snel af

© iStock

De bescherming die de coronavaccins bieden tegen een besmetting met het virus neemt na enkele maanden stevig af. Vooral tegen de omikronvariant is dat het geval. Dat blijkt uit de resultaten van een grootschalige studie van gezondheidsinstituut Sciensano in de periode van juli 2021 tot april 2022 bij 1,43 miljoen mensen, waarover Sciensano donderdag bericht op zijn website.

De onderzoekers maakten een onderscheid tussen de bescherming die de coronavaccins bieden tegen een symptomatische infectie (lichte ziekteverschijnselen) en tegen een hospitalisatie. De bescherming tegen een symptomatische infectie met de deltavariant daalde van 81 procent na 100 tot 150 dagen tot 56 procent bij mensen die een basisvaccinatie kregen. Bij een boostervaccinatie werd de initiële bescherming opgetrokken tot 84 procent.

De bescherming tegen een symptomatische infectie met de omikronvariant daalde van slechts 37 procent na 100 tot 150 dagen tot nog maar 18 procent bij mensen die een basisvaccinatie kregen. Bij een boostervaccinatie werd de initiële bescherming daar opgetrokken tot 52 procent, om na 100 tot 150 dagen weer af te nemen tot 25 procent. De immuniteit opgebouwd na een besmetting, in combinatie met een boostervaccin, zorgde voor een bescherming van 67 procent tegen symptomatische infectie.

De coronavaccins boden wel een veel hogere bescherming tegen hospitalisatie. Tegen de deltavariant was dat na een boostervaccin 93 procent om na 100 tot 150 dagen af te nemen tot 87 procent. Tegen de omikronvariant daalde de bescherming tegen hospitalisatie van een boostervaccin na 100 tot 150 dagen tot 66 procent.

Sciensano concludeert dat de bescherming van de coronavaccins tegen symptomatische infectie snel afneemt, maar dat de bescherming tegen hospitalisaties stabieler blijft. De boostervaccinatie weet de bescherming wat verder op te trekken, en opgebouwde immuniteit na een besmetting biedt extra bescherming, die minstens een jaar blijft.

Partner Content