Sporten en blijven sporten. Het kan!
Het is een jaarlijks weerkerende ’traditie’. Bij de start van een nieuw jaar schrijven velen zich massaal en vol goede moed in bij de lokale sportclub of het dichtstbijzijnde fitnesscentrum. Tegen de lente bergt de meerderheid zijn of haar goedbedoelde sportieve voornemens weer netjes op. Geen tijd, volgend jaar nieuwe poging, veel te veel werk zijn veelgehoorde excuses. En toch kan het, blijven sporten. Welke zijn de aandachtspunten, welke de valkuilen? We hadden een sportieve babbel met fitness- en gezondheidscoach Christophe Mertens uit Groot-Bijgaarden.
Christophe Mertens is de eigenaar van het fitnesscentrum Lifestyle Consultancy. Hij komt zelf uit een erg sportieve familie en zijn fitnesscentrum is een jongensdroom. ‘Sport is mij nooit vreemd geweest, niet als kind, tiener of volwassene. Ik groeide op met een tennisleraar als vader. Mijn jongste broer erfde die tennismicrobe en speelt nu op topniveau, neven van me spelen voetbal in eerste klasse.’ Christophe is minder geïnteresseerd in de spotlights, maar des te meer in het aanwakkeren van het sportieve vuurtje in elk van ons.’Geen meer uitgelezen middel dan een fitnesscentrum’, vertelt hij.
1. Waarom houden mensen maar zelden vast aan hun sportieve voornemens? Hoe tracht jij daarmee om te gaan?
‘Wie wil beginnen met sporten – op welk ogenblik ook -, moet goed weten waar hij of zij aan begint. Ga vooraf best even bij jezelf te rade of je echt wel wil gaan sporten alvorens een langlopend abonnement van een sportclub of fitnesscentrum aan te schaffen. Ik ben daar zelf ook heel eerlijk in bij nieuwe klanten en las daarom regelmatig gratis testweken in. Mensen kunnen dan zonder verplichtingen kennismaken met het hele sportgebeuren.’
‘Kies voorts voor een sport die je ligt. Ga dus niet aankloppen bij de lokale volleybal- of handbalclub als dat spel je weinig zegt. Kijk vervolgens of je wekelijks tijd kan, maar vooral wil vrijmaken om te gaan sporten. Dat is echt essentieel. Kies je voor een sportieve(re) levensstijl dan moet je die willen onderhouden. Niets gaat vanzelf.’
‘Mensen haken ook om andere redenen af. Veelgehoorde redenen zijn een gebrek aan kwaliteit, begeleiding of variatie. Ik run een fitnesscentrum en lopen op de loopband, fietsen, werken met gewichten kan – toegegeven -al eens saai of routineus overkomen. Om die reden bouw ik buffers in. Ik kies bijvoorbeeld bewust voor een iets kleiner fitnesscentrum zodat ik iedereen altijd met raad en daad kan bijstaan. Ik kies voor groepslessen die worden gegeven door gemotiveerde en gediplomeerde sportleraars. Virtuele lessen zoals in de grote fitnessketens zijn hier uit den boze en zullen dat ook blijven.’
‘Het is mijn keuze om de mensen centraal te stellen. Ik maak, als aanvulling op het fitnessgebeuren en de groepslessen, tevens tijd voor persoonlijke coaching. En die aanpak loont, zeker voor wie geen groot sporter is. Ik mag dan zelf genieten van sport en alles wat daarmee te maken heeft, ik besef heel goed dat de stap om naar een fitnesscentrum te stappen voor heel veel mensen groot is. Wie de stap dan toch zet, moet een goed gevoel hebben. Want wie zich goed en op zijn gemak voelt, komt terug.’
‘Dat goed gevoel kan je trachten te versterken door mensen duidelijk te maken dat iedereen die er ooit voor koos om te starten met sporten van nul is begonnen. Niemand wordt geboren als spierbundel, sprinter, basketbalfenomeen of topsporter. Het is echt belangrijk om dat goed uit te leggen. Voor die spieren of die perfect gevormde sixpack is echt enorm hard gewerkt. Mensen mogen zich bij mij in de fitness ook niet vergelijken. Elk lichaam is gewoonweg anders en reageert verschillend. Bij de ene komen de resultaten soms iets sneller dan bij de andere. Maar uit ervaring weet ik wel dat wie volhoudt, zelden wordt ontgoocheld.’
2. Beginnende sporters hebben vaak grote verwachtingen als ze starten: op een maandje verschillende kilootjes minder wegen of snel spieren kweken. Hoe combineer je al die verzuchtingen en overtuig je mensen om niet af te haken als ze merken dat het allemaal niet zo snel gaat?
‘Je vraagt mensen best altijd naar hun beweegredenen. Dat is de start van een optimale begeleiding. Zo denk ik er alvast over. De ene komt sporten om af te slanken, de ander voor het sociaal contact, nog anderen moeten sporten in het kader van een revalidatie of komen met rugklachten en dan zijn er zij die zich op een sportseizoen voorbereiden. Het zijn dingen waar je als coach van op de hoogte moet zijn.’
‘Na het aanhoren van de wensen is het essentieel om vooral geen valse hoop te geven. Bijvoorbeeld, afslanken door te sporten kan, maar enige realiteitszin is wel nodig. Je verliest geen tien kilo op een maand door louter te sporten. Aan je lichaam werken, vraagt tijd en inspanning en gaat ook gepaard met een gezonde voedings- en levenshouding. Als je mensen eerlijk en met de nodige realiteitszin ondersteunt, komen ze terug. Zelf zien ze het niet onmiddellijk maar na een poosje worden ze energieker, dynamischer en de meerderheid gaat zelfs plezier beleven aan het sporten.’
‘Ik wil ook graag benadrukken dat er geen leeftijd op sporten staat. Of je nu 24 of 74 bent, sporten kan altijd. Rekening houdend met iemands ouderdom en andere – eventueel medische – factoren is het perfect mogelijk een creatief sportprogramma samen te stellen voor jong en oud(er). Na een zestal weken moet je dat programma wel aanpassen. Variatie is cruciaal. Het is namelijk zo dat een lichaam na een bepaalde tijd niet meer reageert op de aangereikte oefeningen. Maar nogmaals, elk programma moet op maat zijn en wie start moet eerst rustig de gewrichten en pezen laten wennen aan de nieuwe of hernieuwde sportieve insteek.’
3. Kan je aangeven waarom sport inbouwen in je levensstijl nuttig is?
‘Het mag en zal cliché klinken maar sporten – met mate en naar ieders mogelijkheden – is gewoonweg erg gezond. Het is goed voor de conditie van het hart, het werkt cholesterolverlagend en doet vaak wonderen bij mensen die onder stress staan. Je krijgt er een betere conditie door en werkt door te bewegen aan je gewicht. Ook het zelfvertrouwen gaat bij de bewegende mens vaak in opwaartse richting.’
‘Sporten is ongetwijfeld gezond maar anderzijds kan overdaad zeker schaden. Wie het sporten niet gewoon is, adviseer ik om rustig op te bouwen. Je mag niet vergeten dat je bij elke sportieve inspanning je spieren afbreekt. Je moet ze telkens de tijd geven om te herstellen en geleidelijk aan sterker te worden. En wie sport – geroutineerd of beginnend – heeft zeker ten gepaste tijde baat bij een medische check-up.’
4. Een veelgehoord excuus om niet naar de fitness of sportclub te komen is tijdsgebrek. Hoe counter je dat excuus?
‘Idealiter tracht ik mensen aan te raden drie keer een uurtje uit te trekken om naar de sportzaal te gaan. En dat is inderdaad niet weinig. Omdat tijd voor iedereen anders is, moet je als sportcoach in je aanpak regelmatig flexibel en creatief zijn. Wie de fitnesszaal niet haalt, kan bijvoorbeeld tijdens zijn of haar lunchpauze een half uurtje gaan wandelen of gaan lopen. Wie een hometrainer heeft, kan daar thuis gebruik van maken. Er zijn voldoende mogelijkheden om te bewegen zonder de binnenkant van een sportzaal te zien. Geregeld train ik ook mensen bij hun thuis. Zo hoeven zij zich niet te verplaatsen.’
‘Een gewoonte van een zittend leven of ‘sportloos’ leven doorbreken, vraagt effectief enige inzet. Maar waar een wil is, is een weg.’
Bedankt voor het aangename gesprek!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier