Spondyloartritis: miskende oorzaak van rugpijn en gewrichtsleed

© belga

Spondyloartritis is een vorm van ontstekingsreuma die breed aandacht verdient, want een vroegtijdige behandeling maakt het verschil voor meer levenskwaliteit. Voor de diagnose moeten wel veel puzzelstukjes worden gelegd.

Spondyloartritis is een vorm van chronische artritis of ontstekingsreuma die ongeveer 1 op de 100 Belgen treft, en die meestal al op erg jonge leeftijd – tussen 15 en 35 jaar – aanvangt. De meeste patiënten kampen vooral met ontstekingen ter hoogte van de wervelkolom en/of het bekken – samen de ‘as’ van het lichaam. Zij lijden aan ‘axiale’ spondyloartritis en hebben voornamelijk opstoten van (veelal lage) rugpijn en/of pijn in de bilstreek, soms links, soms rechts.

Sommige patiënten kampen ook, of vooral, met ontstekingen in grote gewrichten die zich buiten de as van het lichaam bevinden – ook ‘perifere’ spondyloartritis genoemd. Zij hebben geregeld een ontstoken heup, knie, enkel, elleboog of pols bijvoorbeeld. Ook kampen ze gemakkelijker met enthesitis: een ontsteking van de aanhechtingsplaats van een pees op een bot, zoals van de achillespees op het hielbeen.

Gewrichtsklachten op jonge leeftijd schrijft men begrijpelijk algauw toe aan te intensief sporten bijvoorbeeld, eerder dan aan een ontstekingsziekte.

Dirk Elewaut, reumatoloog UZ Gent

Nachtelijke pijn

‘De ontstekingspijn bij spondyloartritis ontstaat spontaan en geeft typisch deze klachten: wakker worden van de pijn in de tweede helft van de nacht, en ochtendstijfheid die meestal langer dan een half uur duurt’, vertelt professor Dirk Elewaut, reumatoloog in UZ Gent. ‘De klachten verbeteren in de loop van de dag, vooral bij beweging. Terwijl gewrichtspijn die het gevolg is van een mechanische overbelasting net verbetert bij rust. Een belangrijk verschilpunt om te onthouden, want gewrichtsklachten op jonge leeftijd schrijft men begrijpelijk algauw toe aan te intensief sporten bijvoorbeeld, eerder dan aan een ontstekingsziekte.’

Tot een tiental jaar geleden duurde het wereldwijd gemiddeld 8 jaar vooraleer mensen met axiale spondyloartritis na hun eerste symptomen ook de juiste diagnose kregen. Door onder meer nieuwe internationale diagnosecriteria is die tijdspanne in ons land alvast teruggebracht tot gemiddeld 2 jaar. En dat loont voor de patiënt.

‘Hoe eerder we het ontstekingsproces met medicatie onderdrukken, hoe beter we de ziekte-evolutie kunnen afremmen, blijkt uit tal van studies’, zegt professor Filip Van den Bosch, collega-reumatoloog in UZ Gent. ‘Wat niet wil zeggen dat je je ongerust moet maken als je na verwijzing door de huisarts enige tijd geduld moet oefenen voor je bij een reumatoloog terechtkunt. Het gevreesde beeld van spondyloartritis dat bij veel mensen leeft, is dat van een alsmaar krommere, minder beweeglijke rug of zogenaamde bamboerug. Maar in dat erg gevorderde stadium van axiale spondyloartritis – ook ankyloserende spondylitis of ziekte van Bechterew genoemd – kun je pas terechtkomen als het ontstekingsproces jarenlang onbehandeld blijft.’

Een belangrijke pijler in de behandeling van spondyloartritis is beslist: dagelijks veel bewegen.
Een belangrijke pijler in de behandeling van spondyloartritis is beslist: dagelijks veel bewegen.© GETTY

Inflammatoir darmlijden

Dat de diagnose vaak enige tijd op zich laat wachten, is niet verwonderlijk. Er is niet 1 diagnostische test die eenduidig het bewijs voor spondyloartritis kan leveren. Vele puzzelstukjes moeten worden gelegd. ‘In een vroeg stadium zien we radiografisch nog geen structurele letsels, maar wel al ontstekingsletsels op een MRI-scan’, zegt Elewaut. ‘En er zijn nog andere tekenen die ons op het spoor van spondyloartritis kunnen zetten. Zoals wanneer je familieleden met spondyloartritis hebt, want de ziekte heeft een belangrijke erfelijke component. Een van de meest bestudeerde genen die ermee in verband worden gebracht, is het gen voor het HLA-B27-eiwit. De meeste spondyloartritispatiënten zijn drager, maar ook 8% van de Belgen zonder klachten zijn dat. Dat je drager bent, volstaat dus niet voor de diagnose van spondyloartritis, maar het is wel een belangrijk puzzelstukje. Hetzelfde geldt voor bepaalde vormen van oog-, huid- of darmontstekingen. Want in bijna de helft van de gevallen gaat spondyloartritis vroeg of laat hand in hand met een ontsteking van het regenboogvlies van het oog, psoriasis of inflammatoir darmlijden.’

Dirk Elewaut
Dirk Elewaut

Het verband tussen inflammatoir darmlijden en spondyloartritis wordt overigens nog volop bestudeerd. ‘Uit onderzoek leerden we dat ongeveer de helft van de spondyloartritispatiënten een microscopische darmontsteking heeft’, vertelt Van den Bosch. ‘Dus een darmontsteking die via een microscopisch onderzoek van stukjes darmweefsel is aan te tonen, maar die geen klachten geeft. Ze verdwijnt vaak spontaan als we de gewrichtsklachten onder controle krijgen. Maar omgekeerd nemen met het aanpakken van de darmontsteking ook vaak de gewrichtsklachten af. We weten inmiddels ook dat spondyloartritispatiënten met een microscopische darmontsteking doorgaans een sneller ziekteverloop hebben en mogelijk baat hebben bij een wat intensievere medicamenteuze behandeling. Op het moment van de diagnose van spondyloartritis adviseren we daarom een darmonderzoek.’

Hoe eerder we het ontstekingsproces met medicatie onderdrukken, hoe beter we de ziekte-evolutie kunnen afremmen.

Filip Van den Bosch, reumatoloog UZ Gent

Biologicals

Volgens de huidige richtlijnen krijgen spondyloartritispatiënten eerst klassieke ontstekingsremmers voorgeschreven. Of medicijnen die algemeen op het immuunsysteem inwerken, maar die zijn alleen bij perifere spondyloartritis werkzaam. Pas wanneer die medicijnen niet meer afdoende werken, krijgen patiënten een biological: een medicijn dat langs biologische weg, met behulp van celkweken bijvoorbeeld, wordt aangemaakt.

‘De biologicals voor spondyloartritis blokkeren moleculen met een belangrijke rol in het ontstekingsproces’, legt Elewaut uit. ‘Die zogenaamde TNF- en IL17-blokkers zijn krachtiger maar ook duurder dan de klassieke medicijnen. Ze worden standaard pas als laatste optie ingezet, maar patiënten zijn er dan wel blijvend op aangewezen. In klinische studies gaan we echter na of het loont – met het oog op de patiënt en de maatschappelijke kosten van de behandeling – om ze al veel vroeger in te zetten, maar dan tijdelijk. In de hoop dat een korte behandeling met de krachtige medicatie bij patiënten in een pril ziektestadium volstaat om hen voorgoed van hun klachten te verlossen – of met andere woorden te genezen. De resulaten uit de afgelopen CRESPA-studie en de nog lopende SPARTACUS- en GO GUT-studie (*) stemmen ons alvast hoopvol. Ook al blijkt deze aanpak niet voor alle patiënten even succesvol. We willen dus nauwgezet nagaan wie er precies baat bij heeft.’

Filip Van den Bosch
Filip Van den Bosch

Veel bewegen

Een andere belangrijke pijler in de behandeling van spondyloartritis is beslist: dagelijks veel bewegen. ‘Dat helpt de gewrichten soepel en lenig te houden, de spierkracht te bewaren, en de algemene conditie en uithouding te verbeteren’, zegt Van den Bosch. ‘Buiten full-contactsporten, zoals boksen, is er veel mogelijk. Laat je op weg helpen door een kinesist. En kies vooral een sport die je graag doet, want bovenal telt dat je volhoudt. Samen bewegen met lotgenoten kan heel motiverend zijn. Zij weten ook als geen ander wat het betekent om de ziekte te hebben. Want ondanks een adequate behandeling kun je nog altijd mindere dagen hebben, waarop je meer last hebt van pijn, stijfheid en vermoeidheid.’

(*) Interesse voor de studies? uzgent.be (reumatologie – wetenschappelijke projecten).

Meer info? spondylitis.be; reumanet.be; patient-partners.be; r-euma.be

Zinvol ziek. De kloof tussen ziek en gezond anders bekeken Lynn Formesyn, Sassafras De Bruyn LANNOO, 2021, ISBN 9789401468695.
Zinvol ziek. De kloof tussen ziek en gezond anders bekeken Lynn Formesyn, Sassafras De Bruyn LANNOO, 2021, ISBN 9789401468695.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content