‘Speen des duivels’: waarom de clitoris eeuwenlang stiefmoederlijk behandeld werd
Zusters, de onze is even groot als die van hen en binnenkort zullen ook onze kinderen dat leren: vanaf september prijkt de clitoris in volle glorie in de schoolboeken. Bloemlezing van de bewogen geschiedenis van een miskend orgaan.
‘Als ik er de juiste pen voor bezat, zou ik uitsluitend deze van God gegeven miniatuur bezingen’, zegt het hoofdpersonage in A.F.Th. van der Heijdens nieuwe roman Stemvorken. Dat is nu net wat er in de geschiedenis níét is gebeurd. De clitoris, ‘die kleine heilige in z’n schrijn van plooibare huid’, heeft een bewogen geschiedenis. Eerst was ze een ‘mislukte penis’, eeuwen later noemden ze haar ‘de speen des duivels’, het nutteloze orgaan, ‘de verwekker van epilepsie of waanzin’ en zelfs een ‘blijk van onvolwassenheid’. ‘Dit louter voor het genot bestemde orgaan had beroemd kunnen worden door al die heisa eromheen’, schrijven Alexandra Hubin en Caroline Michel in Het clitorisboek (2018). ‘Maar het tegendeel is waar, ze is aan de kant geschoven, als een zanger die anderhalve tophit heeft en van wie we daarna nooit meer iets horen.’
Sigmund Freud zadelde ons op met de mythe van de soorten orgasmes – vaginaal versus clitoraal – waarbij dat laatste een blijk van onvolwassenheid is.
Het duurde tot in het allerlaatste decennium van de twintigste eeuw vooraleer de Australische urologe Helen O’Connell de clitoris wetenschappelijk op de kaart zette. Op de 3D-versie van de Franse onderzoekster Odile Fillod was het zelfs wachten tot 2015. Het vreemdsoortige, vierarmige figuurtje leek op een emoji van een omgekeerde tulp, vond The Guardian. In tegenstelling tot haar mannelijke tegenhanger loopt de clitoris niet met haar wonderen te koop. Zichtbaar is alleen ‘de glans’, een kleine, roze krent. Haar twee vleugels en evenveel zwellichamen – die samen driekwart van het tot 10 centimeter lange orgaan uitmaken – zitten weggestopt rond de vaginamond en in de schaamlippen. Ze heeft een ‘voorhuid’, kan stijf en gezwollen worden bij opwinding en groepeert – jawel – dubbel zoveel zenuwen als het gevoeligste orgaan van de mannelijke anatomie. Maar liefst 8000 zenuwenreceptoren komen samen in dat kleine knopje.
Nog lang niet overal is die kennis doorgedrongen. In de meest recente papieren editie van het Van Dale-woordenboek is de clitoris ‘het orgaan van het lustgevoel en de geslachtelijke prikkelbaarheid van de vrouw, een sponsachtig bolletje (‘knopje’) dat zich direct onder de samenvoeging van de kleine schaamlippen van de schede bevindt’. Wat hoofd- redacteur Ton den Boon zelf van die foute uitleg vindt? ‘Van Dale weerspiegelt de taalwerkelijkheid’, antwoordt hij per mail, ‘en daarin is de clitoris lange tijd beschouwd als (alleen/vooral) het uiterlijke deel van het orgaan. Dat blijkt onder meer uit de manier waarop het woord in de taal functioneert in woordcombinaties met werkwoorden als ‘beroeren, aanraken, stimuleren’. Uiteraard neemt de redactie kennis van nieuwere inzichten en zo nodig raadpleegt ze zelf deskundigen. Het is niet uitgesloten dat de omschrijving zal worden aangepast.’
Antwerps Liedboek
Het ging vanaf het begin mis met ons begrip van de ‘delicaatste pijlenkoker uit liefdesland’. Claudius Galenus, de tweede-eeuwse Romeinse wetenschapper die levende apen, geiten en varkens opensneed, was de eerste die de clitoris beschreef. Hij geloofde dat ze een onvolkomen versie was van de penis. Volgens de toen geldende opvattingen waren mannen heet en vrouwen kil en beschikten beide geslachten over een zaadje, dat ze tijdens de geslachtsdaad produceerden, wat uitmondde in bevruchting. Galenus stelde dat mannen en vrouwen over vergelijkbare organen beschikten, die elkaars spiegelbeeld vormden. Het was de penis versus de clitoris, het scrotum als equivalent van de baarmoeder. Dat die zich bij mannen aan de buitenkant van het lichaam bevonden en bij vrouwen inwendig waren, zag hij als een zaak van evolutie. De vrouw als niet goed afgebakken man, met geslachts- delen die onvoldoende ontwikkeld waren om zich buiten de buikholte te wagen.
In die vergelijking schuilde ook een legitimatie voor verkrachting, schrijft Herman Pleij in Oefeningen in genot. Liefde en lust in de late middeleeuwen (2020). ‘Dat uitgeklapte van die mannelijke geslachtsdelen noopte tot onmiddellijke actie als de gelegenheid zich voordeed. De Romeinse dichter Lucretius beschreef dat onafwendbare van de mannelijke verkrachtingsdrang al als natuurlijk en schoof vrouwen de activering daarvan in de schoenen.’
De westerse kennis van de menselijke seksualiteit was gebaseerd op de Grieks-Romeinse traditie, betoogt Pleij, ‘en beperkt tot de latinitas, de in het Latijn geschreven literatuur die slechts voor een kleine minderheid toegankelijk was. Vanaf de 15e eeuw komt die ook echt naar buiten. Op markten en tijdens bijeenkomsten werden speelteksten in het Middelnederlands voorgedragen die heel open over seksualiteit gingen. Er werden allerlei namen bedacht, niet zelden – ongetwijfeld uit angst – in ridiculiserende zin.’
Pleij geeft als voorbeeld een liedje uit het Antwerps Liedboek, op de refrein- regel ‘Vijl mijn slotje, zo gaat ‘ie goed!’, dat bestaat uit een beurtzang tussen een hitsig meisje en een gezel. “Beneden mijn heuveltje, daar kun je mijn zwelling blussen”, zegt de jonge vrouw. Dat is nog eens bijzondere informatie, waarover zo’n simpel meisje blijkt te beschikken: de clitoris zwelt op bij prikkeling, terwijl de locatie in de vulva ook duidelijk mag zijn.
Ook is er het verhaal van de impotente boogschutter die hulp zoekt bij een vrouw. Pleij: ‘Hij dient zich op de ‘ring’ te concentreren, en hij wint de prijs als hij de ‘pin’ raakt’. Intiemer wordt het als Colijn van Rijssele het in de Spiegel der minnen heeft over het ’tintelteelken’, het onderdeeltje van de vulva dat dermate tintelt dat het jeukt. Pleij: ‘Jeuken is de favoriete middeleeuwse aanduiding voor geilheid. De clitoris jeukt het meest en de (latere) benaming ‘kittelaar’ herinnert daar nog aan. De vereiste aanpak kan volgens datzelfde toneelstuk dan ook het best verzorgd worden door een ‘kietelpook’, het mannelijke geslachtsdeel’.
‘Merkwaardig genoeg wordt de clitoris al vanaf de klassieke oudheid ongeveer elke eeuw opnieuw ontdekt’, vervolgt Pleij, ’telkens vergezeld van even grote als gratuite verbazing over het gebrek aan kennis daarvan onder vrouwen zelf. Hoe dat komt? Vrouwelijke seksualiteit werd als een instrument van de duivel beschouwd, een levensgevaarlijk gebied waarin de man controle verliest. Het is niet toevallig dat in de verzoeking van de heilige Antonius een frontaal afgebeelde masturberende vrouw opduikt. Zelfs duivels-in-opleiding waren daar niet tegen opgewassen.’
Diezelfde gedachte vormt de onderstroom van Malleus Maleficarum, een traktaat over de heksenvervolging uit 1486. Daarin wordt de clitoris omschreven als ‘de duivelsspeen’.
Een halve eeuw later voert de Franse wetenschapper Charles Estienne de eerste dissecties op een clitoris uit – al denkt hij dat ze een plasfunctie heeft – en in 1559 wordt ze ‘ontdekt’ door de Italiaanse wetenschapper Matteo Realdo Colombo. In zijn De re anatomica stelt hij dat de clitoris ‘de zoetheid van Venus’ is, ‘de zetel van het vrouwelijk genot’.
De clitoris wordt ongeveer elke eeuw opnieuw ontdekt, telkens vergezeld van even grote als gratuite verbazing over het gebrek aan kennis daarvan onder vrouwen zelf.
Herman Pleij, auteur van Oefeningen in genot.
De reacties zijn niet onverdeeld positief. Niet alleen eist zijn collega Gabriele Falloppio de ‘ontdekking’ twee jaar later zelf op, bovendien doet de Brusselse anatoom Andreas Vesalius de clitoris af als ‘een nutteloos orgaan’ en een ‘fout van de natuur die bij sommige vrouwen is vastgesteld maar doorgaans niet voorkomt’. Colombo wordt als incompetent weggezet.
Mentale stoornissen
In latere eeuwen was de clitoris niet beter af. Ook in het 19e-eeuwse Groot-Brittannië wordt ze gezien als een boosdoener. De vooraanstaande Londense dokter Isaac Baker Brown beweert in On the Curability of Certain Forms of Insanity, Epilepsy, Catalepsy, and Hysteria in Females dat vrouwen en meisjes mentale stoornissen ontwikkelen omdat ze masturberen. Dat leidt tot epilepsie, waanzin en uiteindelijk de dood. Hij baseert zich op de theorie van de reflexneurose, die het lichaam omschrijft als een ingewikkeld web van met elkaar verbonden zenuwen. De geïrriteerde clitoris zet de vrouw tot masturbatie aan. Alleen, hoe meer ze dat vervelende gevoel probeert uit te bannen, hoe opgewondener de clitoris wordt, waardoor haar fysieke en mentale toestand wordt ondermijnd. Masturbatie is dus geen verderfelijke plezierdaad maar een fysieke reactie op een ongezonde en abnormale toestand van de clitoris.
De oplossing ligt volgens Baker Brown in het wegsnijden ervan, een ingreep waar hij luchthartig over doet. Volgens hem verbetert de mentale toestand van de patiënt ogenblikkelijk, maar ‘het kan niet voldoende worden herhaald dat permanente heling onlosmakelijk verbonden is met blijvende morele training’, zo staat het in 1866 in The British Journal of Medicine.
‘Het dubbelzinnige was’, schrijft antropologe Elizabeth Sheehan in The Gender/Sexuality Reader, ‘dat volgens de 19e-eeuwse medische wetenschap de clitoris zo onbelangrijk was dat een normale vrouw het orgaan na verwijdering niet zou missen, en dat het tegelijkertijd de allergrootste bedreiging vormde voor haar mentale gezondheid’. Nochtans, de Franse arts Alexandre Parent du Châtelet heeft in 1836, in de allereerste studie van Franse prostituees, al vastgesteld dat lichtekooien een volstrekt normale clitoris hebben, terwijl ze er ‘een verderfelijke moraal’ op na houden.
Hoe de clitoris er precies uitziet, weten we sinds de Duitse wetenschapper George Ludwig Kobelt in het midden van de 19e eeuw met een duidelijke tekening kwam. Rond 1901 werd ze opgenomen in het medische standaardwerk Gray’s Anatomy, om er in de editie van 1948 weer uit te vliegen. De tempel der vrouwelijke lusten is door toenmalig samensteller Charles Mayo Goss gereduceerd tot een zwart gat.
Sigmund Freud heeft de clitoris evenmin een dienst bewezen. De Weense psychoanalyticus zadelde ons op met de mythe van de soorten orgasmes – vaginaal versus clitoraal – waarbij dat laatste een blijk van onvolwassenheid is, en van neurotische neigingen. Vrouwelijke seksualiteit moest erop zijn gericht de partner te ontvangen, alsmede zijn sperma. En daarbij is de clitoris van geen tel.
Dat verandert in de jaren vijftig, met de grote studies van de Amerikaanse seksuoloog Alfred Kinsey, die de clitoris beschrijft als een orgaan dat, anders dan de wanden van de vagina, hypergevoelig is. Tien jaar later tonen William Howell Masters en Virginia Johnson met hun onderzoek van duizenden orgasmes bij 700 proefpersonen – in paren of bij masturbatie – aan dat er slechts één vorm van klaarkomen is, die uitgaat van de clitoris en zich voortzet in de vagina.
The Vulva Gallery
En hoe zit het nu dan? ‘Ik herinner me niet dat ik ooit met iemand over mijn vulva heb gepraat’, schrijft Bregje Hofstede in V: van vulva tot vagina (2019). ‘Wel waren er de grappen over vislucht, rosbief, schotwonden en variabele schaaldieren. De kut was iets om mee te schelden.’
Als kunsthistorica ging ze na wat haar eigen beeld bepaalde. ‘Aan blote vrouwenlichamen was er alvast geen gebrek’, vertelt ze. ‘In de vroegste afbeeldingen zijn de geslachtsorganen genereus vertegenwoordigd. De allereerste, de Venus van Hohle Fels (oude steentijd, 35.000 tot 40.000 jaar geleden), heeft labia die zo lang zijn als haar bovenbenen en waarlangs je zo naar binnen kijkt. Wat belangrijk is, is groot, en de vagina – waar iedereen doorheen moet om aan het leven te beginnen – is gigantisch. Maar kijk naar Aphrodite uit de oudheid: ze is de godin van de vleselijke liefde, al heeft ze geen geslachtsdeel.
‘De vreemde paradox is ook dat met het toenemende realisme in de kunst de vulva uit beeld verdween. Dat is tot op heden niet veranderd: ze lijdt nu aan een nieuw soort onzichtbaarheid. Ze wordt wél getoond, maar het huidige ideaalbeeld is haarloos, geurloos, kleurloos en vlekkeloos, kortom: onopvallend. Als begeerlijk geldt een simpel spleetje zonder zichtbare binnenste lippen. Het is de clean slit, de tucked-in look, het barbie-ideaal. Alleen heeft barbiepop geen edele delen.’
Het is precies daartegen dat de Nederlandse, non-binaire psycholoog en illustrator Hilde Atalanta zich verzet met de in 2016 gelanceerde thevulvagallery.com. ‘Het begon bij een lezing van seksuologieprofessor Ellen Laan’, legt Atalanta uit. ‘Uit haar onderzoek bleek dat de eenzijdige beeldvorming over de vrouwelijke geslachtsdelen leidt tot een spectaculaire stijging van labiaplastie, het verkleinen van de schaamlippen. Bovendien wordt dat voorgesteld als een kleine ingreep, zo gefixt. Alsof er überhaupt iets moest worden gecorrigeerd, en het met klitten en vulva’s niet is zoals met neuzen: ze zijn allemaal uniek. Daarom begon ik dagelijks één tekening van een vulva online te zetten, een initiatief dat drie maanden later echt viraal ging.’
Ondertussen is The Vulva Gallery behalve een webshop ook een boek waarin vrouwen hun verhaal delen. Atalanta werkt nu met verschillende universiteiten samen om pedagogische tools uit te werken voor scholen. ‘Ik ben niet per se gekant tegen lippenknipperij, iedereen moet vrij zijn om over zijn of haar lichaam te beschikken, net zoals dat geldt voor kwesties als abortus of seksuele expressie. Alleen hoop ik dat meisjes en vrouwen zich geen onnodige complexen laten aanpraten of zich niet eeuwig met de pornoklit vergelijken. Móéten we de clitoris mooi vinden? Ik geloof het niet. Body positivity maakte de laatste jaren plaats voor body neutrality, wat niet focust op hoe machtig mooi al die lichaamsdelen wel zijn, maar aangeeft dat er volstrekt niets mis mee is.’
Blijft de vraag waarom de clitoris door de eeuwen heen toch zo’n stiefmoederlijke behandeling kreeg en tot op heden wordt achtergesteld. In Vagina: a New Biography (2013) stelt de Amerikaanse feministe Naomi Wolf dat het een maatschappelijke strategie betreft om de creativiteit en het zelfvertrouwen van vrouwen te fnuiken en hen het zwijgen op te leggen. Seksuele voldoening genereert immers zelfbewustzijn en kracht. Hofstede: ‘Daar kun je niet omheen. Bovendien vraag ik me af hoe het zou zijn als mijn dochter opgroeide in een wereld waarin het vernuft van de vrouw voortdurend naar voren werd geschoven, in de namen van straten, concepten of beelden. Zou dat geen impact hebben op haar zelfbeeld?’
Maar vanaf september doet de clitoris dus haar intrede op de school. ‘Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’, meent Marith Iedema, auteur van (S)experimenteren (2018). ‘De boodschap hoort te zijn dat de clitoris even groot is als de penis en de meeste van zijn eigenschappen deelt. Meisjes moeten vooral leren dat ze er heel erg van mogen genieten. Misschien raakt de gigantische orgasmekloof tussen mannen en vrouwen daarmee gedicht. Komen negen op de tien heren altijd klaar, bij de dames is dat niet eens zeven op de tien, terwijl ze daar dus even goed voor zijn toegerust. Dat biedt perspectieven, toch?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier