Slaapexpert: ‘Voor de zomertijd bestaat geen enkel wetenschappelijk argument meer’
Dit weekend schakelen we opnieuw over naar de zomertijd. Maar wat als de lange zomeravonden je lusteloos maken?
Zaterdagnacht draaien de we de klok een uur vooruit. In ruil daarvoor krijgen we langere avonden. Wie houdt daar nu niet van?
Toch zijn er mensen die allesbehalve opfleuren bij het lengen van de dagen. Ze voelen zich futloos, apathisch, vermoeid en prikkelbaar. Kortom, hun energiepeil lijkt samen met Frank Deboosere betere oorden te hebben opgezocht.
Een snelle Google search leidt ons naar de ‘voorjaarsdip’ of ‘lentemoeheid’ met allerlei bijbehorende, al dan niet zinvolle quick fixes. In de wetenschappelijke literatuur is daarover evenwel amper iets terug te vinden.
‘Springtime lethargy of lentemoeheid is geen officiële diagnose en exacte cijfers zijn er niet, maar het fenomeen komt wel degelijk voor’, zegt neuroloog en slaapexpert Inge Declercq van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. ‘We weten dat de overgang van de winter naar de lente een invloed heeft op onze energiehuishouding. Zo is de omschakeling naar de zomertijd of daylight saving time (DST) een negatieve factor voor ons bioritme. Mensen hebben soms tot twee weken erna een slaaptekort van 40 minuten per nacht, wat uiteraard vermoeidheid met zich meebrengt. Nochtans heeft ons energiepeil baat bij de ontluikende lente waarbij het ’s ochtends vroeger licht wordt. Maar wat doen we? Door de zomertijd in te voeren maken we het s’ ochtends net weer donkerder en is er ’s avonds te veel licht. Dat heeft een verstorend effect op ons energiemetabolisme.’
Over de negatieve effecten van de zomertijd bestaat ondertussen zo veel wetenschappelijke evidentie dat Declercq er zich over verbaast dat het halfjaarlijks gerommel met de klok nog steeds de wereld niet uit is. ‘Voor het invoeren van DST bestaat geen enkel wetenschappelijk argument meer. De lange zomeravonden? Dat is geen afdoende reden. Die heb je sowieso dankzij het warme weer. Het foute licht voegt daar niets aan toe. Onze gezondheid zou zelfs nog meer gebaat zijn als we in België de West-Europese tijd zouden hanteren, wat dichter bij onze natuurlijke tijd ligt.’
Andere mogelijke verklaringen voor lentemoeheid?
Naast een door de mens veroorzaakt verandering in licht kan het energiegebrek in het voorjaar ook nog door andere factoren verklaard worden, zoals het aanbreken van het allergieseizoen. Bij allergieën krijg je een verstoring van de productie van de neurotransmitter histamine, een belangrijke wakkermaker. Sommige antihistaminica kunnen bijwerkingen hebben, zoals slaperigheid.
Of een uitlopende winterblues. ‘De winterdip, wat we in de wetenschap seasonal affective disorder noemen, is wel een officiële diagnose’, weet Declercq. ‘Bij mensen die gevoelig zijn voor de winterdip zouden de receptoren minder gevoelig zijn voor serotonine. Dat probleem is natuurlijk niet met één vingerknip op te lossen. Een behandeling met lichttherapie in de ochtend kan soelaas bieden, aangezien het toevoegen van licht het serotoninemetabolisme gedeeltelijk herstelt.’
Tot slot is er nog de mogelijke theorie dat we de voorbije winter een tekort aan vitamine D hebben opgebouwd door het gebrek aan zonlicht. Daar is Declercq minder uitgesproken over. ‘Vitamine D is geen zwart-witverhaal. Een tekort lijkt een associatie te vertonen met meer ontstekingen. Maar ook al heeft de gemiddelde Belg een licht vitamine D–tekort, zo dramatisch is dat niet.’
Het goede nieuws is dat lentemoeheid snel verdwijnt. Het is geen ziekte, en je hoeft er ook niet te veel achter te zoeken. Al maakt Declercq nog een laatste kanttekening: ‘Er is aangetoond dat schildklierdysfunctie of hypothyreoïdie iets meer voorkomt in de lente, vooral bij vrouwen. Waarom dat zo is, weten we niet. Mogelijk is er een wisselwerking tussen de schildklierhormonen en het dopaminemetabolisme, een belangrijke wakker makende neurotransmitter. Raadpleeg je arts als de vermoeidheid blijft aanslepen, zodat hij je schildklierfunctie kan checken. Ook een tekort aan ijzer kan een rol spelen.’
Tips om zo goed mogelijk te wennen aan de overschakeling naar de zomertijd
– Ga zaterdagavond niet een uur vroeger slapen, maar doe dat gradueel. Kruip enkele dagen van tevoren elke avond een kwartiertje vroeger onder de wol en sta een kwartiertje vroeger op.
– Zoek ’s ochtends heel snel veel daglicht op zodra je wakker wordt. Steek je hoofd vijf minuten door het raam of ga naar buiten. Geniet van een ochtendwandeling. Licht wekt het waaksignaal op in je brein. Gebruik eventueel een lichtwekker of lichttherapiebril.
– Als je sport, sport ’s ochtends, eventueel nog voor het ontbijt.
– Maak het ’s avonds extra donker of slaap met een oogmasker.
– Leg digitale schermen zeker in deze periode aan de kant. Of draag een bril met een blauwlichtfilter. Blauw licht geeft je centrale klok ’s avonds een extra waaksignaal en mentale prikkels door sociale media maken ook nog eens wakker makende dopamine aan.
– Let nu nog meer dan anders op je levensstijl. Vermijd vetrijke maaltijden en snelle suikers ’s avonds. Dat maakt je centrale klok opnieuw wakker.
Inge Declercq schreef de boeken ‘De kracht van slapen’ en ‘Slaap wijzer’, allebei uitgegeven bij Pelckmans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier