‘Slaap met je hoofd naar het noorden’: wat leren we uit gezondheidsadvies van vorige eeuw?
Hoe kwamen gezondheidsadviezen in de jaren 1900 tot stand? En zijn ze vandaag nog relevant?
De mens is voortdurend op zoek naar manieren om zijn leven te verlengen en gezond te blijven. Nochtans is de ‘heilige drievuldigheid’ van een langdurig leven niet erg ingewikkeld: gezond eten, veel bewegen en goed slapen. Toch wemelt het van de adviezen, verzorgingsproducten en curieuze toestellen die allerlei mirakels beloven.
De nieuwe expo ‘Ja, santé!’ in het Huis van Alijn in Gent toont al dan niet beproefde producten die we al meer dan 100 jaar in huis halen om gezonder, mooier en gelukkiger te worden. ‘Met de opkomst van de consumptiemaatschappij in de 20e eeuw nam de kracht van de marketing sterk toe’, zegt Marie Vandecaveye, curator van de expo. ‘Een gezond en kwaliteitsvol leven houdt ons allemáál bezig, en daar ligt voor de industrie een grote markt voor het grijpen. Wondermiddelen bestaan niet. Maar juist omdat wij er zo vatbaar voor zijn, laten bedrijven geen kans onbenut om te beweren dat het wel zo is.’
Voor de expo doorploegden de samenstellers allerlei huishoudboekjes, die in de 20e eeuw erg populair waren en belangrijke kanalen waren om adviezen te verspreiden. De boekjes waren vaak gericht op de huisvrouw, omdat zij toen verantwoordelijk werd geacht voor een propere woning en de lichaamsverzorging van het hele gezin. ‘Vandaag krijgen mensen gezondheidsadvies vooral via influencers, die allerlei remedies rondstrooien waarvan zij vinden dat ze werken’, zegt Vandecaveye. ‘Maar dat wil nog niet zeggen dat ze voor iedereen heilzaam zijn. 100 jaar geleden was het niet anders.’
We doen de test: bleven deze 9 gezondheidsadviezen overeind?
1. ‘Slaap met je hoofd naar het noorden’ (1907)
De slaap is de groote hersteller der verlorene krachten naast het voedsel. Een regel dien men dient in acht te nemen om goed te slapen is de richting van het bed; dit dient in de lengte van het noorden naar het zuiden geplaatst te zijn met het hoofd naar het noorden, om de magnetische kracht der aarde niet tegen te werken. Men zal op de rechter zijde slapen om de maag en de ingewanden vrij te laten. Men zal zich niet ineen trekken maar zich integendeel in gansch zijne lengte uitstrekken, met het hoofd een weinig hooger, om de regelmatige bloedstrooming toe te laten. (…) De matras zal met haar of met wol gevuld wezen, maar nooit met pluimen. (Uit een gezondheidsboekje omstreeks 1907, ‘Geheimen van schoonheid en gezondheid’)
Hoe relevant vandaag? Volgens de hindoetraditie Vastu Shastra is noordwaarts slapen juist géén goed idee voor een goede slaapkwaliteit. ‘Alleen de doden slapen met het hoofd naar het noorden’, klinkt het. De uitleg is dat het hoofd fungeert als de noordpool van het lichaam en dus interfereert met de richting van het magnetische veld dat van noord naar zuid stroomt.
‘De theorie houdt geen steek’, zegt neuroloog en slaapexpert Inge Declercq. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs om het hoofd van het bed in de ene of andere richting te zetten, want de invloed van het magnetisme van de aarde is onvoldoende om enig effect te hebben op ons lichaam.
‘Ook het advies om op de rechterzijde te slapen klopt niet’, zegt Declercq. ‘Je ligt het best op je linkerzijde voor een goede maaglediging, vooral als je zwanger bent of last hebt van reflux. En “ineentrekken” mag gerust, dat ontlast de rug, op voorwaarde dat je slaaphouding stabiel is. Een langwerpig kussen kan daarbij hebben. Het hoofd hoger leggen is dan weer not done als gouden regel, behalve voor rugslapers met reflux of mensen met hele lage bloeddruk en die snel een bloeddrukval doen, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson. Dan is slapen met het volledig bovenlichaam in 30 graden hoogstand nuttig.’
‘Tot slot zijn pluimen in de matras inderdaad geen goed idee’, bevestigt Declercq. ‘Er zijn nog kleine bedrijven die met wol gevulde matrassen maken. Maar de matrassen van nu zijn vooral op maat gemaakt met het oog op lichaamsbouw en eventuele pijnklachten.’
2. ‘Smeer je huid in met radium’ (1932)
U leest het goed: de Franse huidverzorgende crème Tho-radia bevatte in de jaren 30 radioactief thorium en radium. De zogezegde geneeskrachtige eigenschappen van de stoffen zorgden voor een steviger huid en elimineerden vet en rimpels. De crème werd gemaakt volgens de formule van Alfred Curie, een arts die niet verwant was met Marie en Pierre Curie, maar wel handig gebruik maakte van de gelijke naam. Het bedrijf werd daar later voor aangeklaagd. Toen vanaf 1937 in Frankrijk restricties golden, verdwenen de radioactieve stoffen uit de producten.
Hoe relevant vandaag? ‘Het verschil met vandaag is dat er vroeger veel minder wetgeving was over de inhoud van verzorgingsproducten, maar over rond de verpakking’, weet Marie Vandecaveye. ‘Werkelijk alles kon toen op de verpakking staan. Vandaag is die regelgeving er wel, maar de misleiding is niet verdwenen. De claim “klinisch getest” wil bijvoorbeeld niet zeggen dat het product effectief werkt. Het is gewoon een manier om te zeggen dat het product getest is in een wetenschappelijk verantwoorde omgeving. Het zegt niets over de resultaten.’
3. ‘Was je huid met verse melk’ (1907)
Roode plekken: Huid wasschen met versche melk Het gebruik van goede zeep en de gewoonte van zich dikwijls met eenen nog al ruwen handdoek te wrijven zullen ze doen verdwijnen. (Uit: gezondheidsboekje ‘Geheimen van schoonheid en gezondheid’, Oger Charlier, na 1907)
Hoe relevant vandaag? Dat melk geassocieerd wordt met een gezonde huid heeft ongetwijfeld te maken met het verhaal dat Cleopatra in een bad van ezelinnenmelk baadde. De koningin van Egypte zou dat vooral gedaan hebben om een lichtere huidtint te bekomen. Het melkzuur in melk zou ook de dode huidcellen verwijderen voor een zachtere huid en heeft een verkoelend effect bij zonnebrand.
Volgens dermatoloog Annelies Avermaete is baden in melk zinloos, ook om rode plekken te behandelen. ‘De claim dat melk en yoghurt een verkoelend effect hebben op de huid is enkel omdat de producten meestal uit de koelkast komen. Ook is het niet zo’n goed idee om met een “ruwen handdoek” te wrijven. Bij huidziektes is het belangrijk om de natuurlijke beschermlaag van de huid in stand te houden. Zeep is daarenboven, bij huidirritatie, te ontvettend en te uitdrogend voor de huid.’
4. ‘Neem af en toe een voetbad met mosterd’ (1907)
Het beste middel om de verkoudheid te vermijden is zich te verharden; sterk zijn is het voorzichtigste. Neemt levertraan indien gij denkt niet sterk genoeg te zijn; gaat ‘smorgens niet nuchter uit; draagt nooit halsdoeken of neusverbergers; zorgt altijd warme en droge voeten te hebben, gaat dikwijls oefeningen doen in volle lucht; vermijdt zorgvuldig de plotselinge verkoeling (…) neemt dikwijls voetbaden waarin mostaard is opgelost, opent de vensters uwer vertrekken, doch zonder luchttochten te veroorzaken, op deze manier zult gij u verharden en de verkoudheid vermijden. (Uit een gezondheidsboekje uit 1907, ‘Geheimen van schoonheid en gezondheid’).
Hoe relevant vandaag? Mosterdzaad staat in de volksgeneeskunde al eeuwenlang bekend als medicinaal middel. De meesten weten uit eigen ervaring dat pikant voedsel, zoals mosterd, neusslijm losmaakt en helpt bij verstopte sinussen. Ook een mosterdkompres op de borst kan verlichting brengen. Een voetbad waarin mosterd wordt opgelost in warm water zou een verwarmend en ontspannend effect hebben op koude voeten en vermoeide spieren omdat het de doorbloeding stimuleert.
5. ‘De ajuin helpt bij vele kwalen’ (1958)
Evenals knoflook bevat de ui een aetherische olie, de look- of mosterdolie, met een in verschillende verbindingen organisch gebonden zwavel. Wij kennen heden de gewichtige rol van de organisch gebonden zwavel vooral door de sulfonamiden, die naast het penicilline het voornaamste middel vormen ter bestrijding van infectieziekten. Wie kent niet van ouds het bekende recept van de uiensiroop als geneesmiddel bij gevatte kou op de ademhalingswegen? (Uit ‘Gezondheid is levensgeluk’, 1958)
Hoe relevant vandaag? Doorgesneden uien op nachtkastjes helpen niet bij verkoudheden, is de conclusie van een factcheck van Gezondheid en Wetenschap. De bewering is meer op anekdotes gebaseerd dan op degelijk wetenschappelijk materiaal. Wat de symptomen van een verkoudheid wel kan verlichten, is een warme drank die de ontstoken slijmvliezen verzacht. Dus draai die ui liever in een warme kop uiensoep.
6. Rijstpoeder tussen de tenen vermijdt zweetvoeten (1900)
Tegen het kwalijk riekend zweeten aan de voeten, helpen dagelijksche koude wasschingen met water waarin zout, alcohol of azijn gemengd is, het strooien van rijstepoeder (neemt vocht op) tusschen de teenen, en het verschoonen der kousen minstens alle dagen. (Uit het huishoudboekje ‘De degelijke huisvrouw’, rond 1900)
Hoe relevant vandaag? ‘Hier zit vandaag nog waarheid in, maar gelukkig zijn we ondertussen geëvolueerd naar betere behandelingen’, zegt dermatoloog Annelies Avermaete. ‘Stinkvoeten krijg je omdat bacteriën groeien in vochtige en warme omstandigheden. Met rijst, die vocht opslorpt, en droge sokken kun je de huid proberen droog te houden, maar aangenaam is het niet. Er zijn momenteel betere middelen die de zweetproductie kunnen remmen, zoals alumimiumchloridecrème of glycopyrroneumcrème. Azijn of alcohol kunnen bacteriedodende eigenschappen hebben. Azijnkompressen gebruiken we nog altijd om bepaalde bacteriën te onderdrukken bij chronische wonden. Alcohol is ontsmettend. Maar het gebruik van zout kan ik niet meteen plaatsen.’
7. ‘Nietsdoenerij is als roest’ (1926)
Lichaam en geest, beiden moeten zij arbeiden. Nietsdoenerij is het oorkussen van den duivel; nietsdoenerij is als roest. (Uit ‘Gezondheidsleer van den geest’, 1926)
Hoe relevant vandaag? Dat het lichaam in beweging moet blijven is ondertussen een stevig verankerde regel die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uitdraagt: beweeg minimaal 150 à 300 minuten matig intensief of 75 à 150 minuten intensief per week.
Dat ook de ‘geest moet arbeiden’ geldt zeker voor ouderen om dementie tegen te gaan. Maar in de prikkelrijke wereld van de 21e eeuw heeft de geest vooral rust nodig. ‘Ons brein heeft het broodnodig om te zwerven, de vagebond uit te hangen’, schrijft Inge Declercq in haar boek Breinrust. ‘Overstimulatie van het brein leidt tot overbelasting, en vroeg of laat leidt dat tot uitputting, waarbij brein noch lichaam nog naar behoren functioneert. We zijn echt niet gemaakt om 24/7 “aan” te staan.’
8. ‘De slaap repareert alles’ (1902)
De slaap repareert alles. Het is een plezier voor wie gewerkt heeft. Slaaptip: lig op de rug met je armen naast je, de benen goed uitgestrekt en wacht zo op de slaap. 7 à 8 u voor een volwassene. Mensen die te veel slapen voelen zich verzwaard in lichaam en geest en hebben minder eetlust. Vroeg gaan slapen en vroeg opstaan. (Uit het huishoudboekje ‘Bonne Santé’, 1902)
Hoe relevant vandaag? In een tijd waarin zo veel factoren onze slaap verstoren en de Belg kampioen is in het slikken van slaapmedicatie, geldt dit advies meer dan ooit. 20 à 30 procent van de mensen klaagt over vermoeidheid en een gebrek aan energie, onder wie opvallend veel jongeren. De insomnia-industrie spint garen bij ademhalingstoestelletjes, verzwaringsdekentjes, kruidenmengsels… Maar moeten we per se 7 tot 8 uur aan één stuk doorslapen?
Tot in de 19e eeuw sliepen mensen in verschillende fasen, niet aaneengesloten en vaak ook overdag. Door de industriële revolutie en elektrische verlichting ontstond er een duidelijke dagindeling van werk, en rust en aan één stuk doorslapen werd de nieuwe norm. Maar voor veel mensen met slaapproblemen zorgt die norm voor extra slaapproblemen. De laatste jaren luidt het advies dan ook: dwing jezelf niet om acht uur te slapen als je ‘s nachts wakker wordt. Sta op en ga iets saais doen.
9. ‘Melk is goed voor elk’ (1930)
In het grootste deel van de 20e eeuw is koemelk onmisbaar in ons dieet. De zuivelsector zet vanaf de jaren 1930 grote promotiecampagnes op het getouw, gericht naar gezinnen en scholen, zoals de Melkbrigade uit de jaren 1960 en de ninetiesslogan ‘Ik koe van you’.
Hoe relevant vandaag? Het advies is om 2 tot 3 porties zuivelproducten per dag te consumeren om voldoende calcium, vitamine B2 en B12 binnen te krijgen. Melk wordt vooral geassocieerd met calcium om de botten in vorm te houden.
Toch is het niet helemaal bewezen dat je door melk minder risico loopt op botbreuken, aldus het Vlaams instituut gezond leven. Een mens kan ook perfect zonder melk, zolang hij ervoor zorgt dat de calcium en andere mineralen, eiwitten, en B-vitaminen via andere producten hun weg naar het lichaam vinden. Steeds meer mensen zijn bovendien lactose-intolerant of kiezen voor een plantaardig leven.
Daarnaast heerst er een opvallend antizuiveldiscours met betrekking tot borstkanker. Experts van de Hoge Gezondheidsraad hebben echter geen wetenschappelijke bewijzen gevonden die deze claims ondersteunen. Sojaproducten die met calcium en vitaminen zoals B2 en B12 zijn verrijkt, kunnen zuivel perfect vervangen omdat ze een vergelijkbare eiwitsamenstelling hebben, al kun je de gezondheidseffecten van melk niet zomaar doortrekken naar producten op basis van soja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier