Scheidingsexperts bundelen hun kennis: ‘Zo’n rouwproces duurt gemiddeld twee tot drie jaar’
Te veel echtscheidingen eindigen in een jarenlang moddergevecht onder ex-geliefden. Journaliste Kaat Schaubroeck en advocate Ann Van de Velde zoeken oorzaken en oplossingen. ‘”Laat je niet doen”, is zelden een goed advies.’
Een op de drie huwelijken loopt op de klippen en 15 tot 20 procent van alle scheidingen mondt uit in een uitputtende juridische strijd. In haar boek Gelukkig gescheiden vraagt journaliste Kaat Schaubroeck zich af waarom er zo veel vechtscheidingen zijn. Ann Van de Velde, advocate en erkend bemiddelaar in familiezaken, is een van de vijf experts die haar in haar zoektocht begeleiden.
‘Het aantal conflictscheidingen is nog steeds even groot als voor de invoering van de schuldloze echtscheiding in 2007’, zegt Schaubroeck. ‘Ik vind dat verbijsterend.’
Die schuldloze echtscheiding was dus een maat voor niets?
Ann Van de Velde: Helemaal niet. Vroeger moest je een reden hebben om te scheiden, zoals overspel of partnergeweld, en moest je dat ook bewijzen. Nu niet meer: het volstaat dat je huwelijk ‘ontwricht’ is. Ik ben een groot voorstander van dat principe van schuldloze echtscheiding, want bij de oude regeling werd je bijna verplicht om het conflict op te zoeken. Conflicten draaien nu minder rond de scheiding en meer rond de kinderen en de verdeling van geld en eigendom. Tegen dat soort van vechtscheiding staat de wetgever eigenlijk machteloos. Hij kan alleen de procedures in goede banen leiden en daar is de laatste jaren wel werk van gemaakt.
Niet alleen de partner die verlaten wordt, rouwt. Vaak ook de partner die vertrekt.
Je zou toch verwachten dat volwassen mensen het conflict proberen te vermijden als ze kinderen hebben?
Kaat Schaubroeck: Het valt net op dat het risico op een vechtscheiding toeneemt zodra er kinderen bij betrokken zijn. Er wordt dan vaak met een beschuldigende vinger naar de ouders gewezen, óók in de rechtbank. ‘Waarom praten ze niet met elkaar voor het welzijn van hun kinderen?’ Maar op het moment dat ze voor de rechter staan, is het conflict vaak al zo geëscaleerd dat een goed gesprek haast onmogelijk geworden is.
‘Gelukkig gescheiden’ klinkt als vloeken in de kerk.
Schaubroeck: Dat is het ook. De titel van mijn boek is een uitspraak van wijlen Johan Anthierens. Toen hij in 1976 in de Wies Andersen Show zijn opwachting maakte, stelde hij zich voor als: ‘Gelukkig gescheiden’. Heel Vlaanderen stond op stelten. Maar hij bedoelde uiteraard niet dat scheiden een vrolijke bedoening was. Hij noemde zich ‘gelukkig gescheiden’ omdat hij en zijn ex-vrouw zonder veel rancune afscheid van elkaar genomen hadden. In Anthierens’ tijd was scheiden taboe. Kinderen werden met de vinger gewezen als hun ouders gescheiden waren. Dat taboe móést opgeheven worden. Mensen moeten niet enkel om zwaarwichtige redenen uit elkaar kunnen gaan, maar ook omdat ze zich in hun relatie ongelukkig voelen. Ik vind die evolutie prima, alleen vergeten we dat scheiden ook dan nog veel pijn veroorzaakt.
In plaats van een taboe is een scheiding nu een formaliteit?
Schaubroeck: ‘We zijn als volwassenen uit elkaar gegaan’, klinkt als: ‘Onze scheiding was pijnloos.’ Maar dat is helemaal niet waar. De Nederlandse filmmaker Hetty Nietsch volgt in haar documentaire Verlaten vijf mannen en vrouwen die na een lange relatie van het ene op het andere moment door hun partner in de steek zijn gelaten. Na een huwelijk van dertig jaar ervaren die mensen dat alsof ze gedumpt worden. Ze zijn in shock. Scheiden is geen klein bier. Dat moeten we toch klaar en duidelijk durven zeggen?
Van de Velde: De emotionele gevolgen voor degene die beslist om weg te gaan, worden ook onderschat. Er gaat meestal heel wat tijd over voor iemand de knoop doorhakt. Die man of vrouw kampt soms lang met schuldgevoelens. Niet alleen de partner die verlaten wordt, rouwt. Vaak ook de partner die vertrekt.
Schaubroeck: Zo’n rouwproces duurt gemiddeld twee tot drie jaar. Dat is best een lange periode waarin heel wat rationele beslissingen genomen moeten worden. Alleen ben je dan jezelf niet. Je hebt verdriet en je bent kwaad en die gevoelens zoeken een uitweg. Het risico bestaat dat je zo in een spiraal van eindeloze procedures terechtkomt.
Van de Velde: Op dat moment spelen vrienden en familieleden een belangrijke rol. In plaats van olie op het vuur te gooien, kunnen de ouders van het koppel beter de gemoederen helpen bedaren.
Kaat Schaubroeck
– 1968: geboren in Gent
– 1990: studeertaf als germaniste (UGent)
– werkt als freelancejournaliste voor diverse media
– boeken Bijna familie (2005), Een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid (2010)
In werkelijkheid kiezen (groot)ouders toch meestal het kamp van hun kind?
Schaubroeck: Vaak. Sociologe Inge Pasteels voert aan de PXL Hogeschool in Hasselt onderzoek naar vechtscheidingen. Zij heeft het over ‘supporters’ en ‘hooligans’: de eersten bieden een luisterend oor, de tweeden bedienen mee het kanon en steunen je volmondig als jij je ex weer eens met alle zonden van Israël overlaadt. ‘Laat je vooral niet doen’, zeggen ze dan. Maar dat is zelden een goed advies. Want zo ontstaan er kampen en worden de contacten tussen jou en je ex nóg moeilijker. Bovendien is het risico groot dat ook de kinderen in die strijd worden meegezogen.
Van de Velde: Om die strijd te vermijden of minstens te temperen kan bemiddeling een oplossing bieden. Mensen krijgen dan de mogelijkheid om gevoelens, frustraties en angsten te ventileren. Er worden vervolgens oplossingen gezocht waardoor de strijdlust vaak verdwijnt. De overheid zet alles in op bemiddeling. Terecht, alleen is dat in sommige gevallen niet mogelijk, bijvoorbeeld als er familiaal geweld in het spel is. Soms escaleert een conflict ook zo dat een gesprek niet meer lukt. Dan rest enkel nog de rechtbank om knopen door te hakken.
Schaubroeck: Stel het je maar eens voor dat je op een moment van totale radeloosheid te horen krijgt: ‘Je moet met elkaar leren praten.’
Van de Velde: Meestal gevolgd door: ‘Denk aan je kinderen.’
Schaubroeck: Precies. Dat is zo onfair, want die mensen dénken ook aan hun kinderen. Als praten niet meer lukt, kun je ouders ook zeggen dat ze beter de gesprekken tijdelijk stopzetten. Er wordt dan een muurtje tussen hen gezet, waarna ze zich concentreren op de band die ze elk apart met hun kinderen hebben.
Ann Van de Velde
– 1962: geboren in Duffel
– 1987: studeertaf als licentiaat in de rechten (VUB)
– advocate aan de balie van Mechelen bij het kantoor Mahla vanaf 1987
– erkend bemiddelaar in familiezaken
– voormalig lid van de Hoge Raad voor Justitie
Is het soms niet verstandiger om in het belang van de kinderen toch maar bij elkaar te blijven?
Van de Velde: Een tijdje geleden kwam een koppel bij mij in bemiddeling. Ze hadden kinderen en ze wilden ondanks hun grote aversie van elkaar via overleg scheiden. Op een bepaald moment zaten ze in mijn kantoor zelfs met hun rug tegenover elkaar. Ik praatte ook met de kinderen, omdat ik wou weten hoe zij zich voelden. De jongste zoon van tien zei: ‘Ik vind het niet erg dat mijn ouders scheiden. Wat ik wel erg vind, is dat ik ze nooit lief voor elkaar heb weten zijn.’ Ik was toen even van mijn melk. Een conflict tussen ouders is nooit goed voor een kind. Een scheiding kan dan soms eindelijk ook voor rust bij dat kind zorgen.
Schaubroeck: Een scheiding laat altijd sporen na bij kinderen. Wat vaak voorkomt, is wat pedagoge Claire Wiewauters ‘wisselstress’ noemt als gevolg van het om de week verhuizen van de ene ouder naar de andere. Niet omdat ze het moeilijk vinden om zich aan te passen aan nieuwe huisregels, maar omdat ze het lastig hebben met voortdurend afscheid nemen. Veel kinderen zijn er na de scheiding beter aan toe dan voorheen. Voor 75 tot 80 procent van de kinderen is het na twee tot drie jaar zelfs best oké. Ze zien dat hun ouders gelukkiger zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier