Rouw en verdriet bij kinderen: ‘Hun fantasie maakt de werkelijkheid veel akeliger dan ze is’
Het is de tijd van het jaar waarin kleine kinderen mogelijk worstelen met vragen over de dood. Hoe pak je dat aan?
De dood maakt deel uit van ieders leven, ook dat van kinderen. Helaas worden de kleinsten nog te vaak vergeten wanneer een geliefde binnen het gezin of de familie of zelfs een klasgenootje sterft. Volwassenen willen hen beschermen en een wereld creëren waarin hen die droefheid wordt bespaard. Maar verzacht een verbloemde boodschap ook daadwerkelijk de pijn en het verdriet?
Helemaal niet, zo blijkt. Rouwexperts zoals psycholoog Manu Keirse menen dat het juist erg belangrijk is dat kinderen net wél volledig betrokken worden bij een afscheidsproces. Verdriet verdwijnt immers niet door erover te zwijgen. Voorlopig is er echter maar weinig ruimte om met kinderen over de dood te spreken. Op school leren ze het ook al niet.
Omdat schrijfster Emy Geyskens drie jaar geleden zelf in de knoop lag met de problematiek ging ze te rade bij haar collega en goede vriendin Elien Craenhals, die op het idee kwam om de dialoog rond rouwverwerking bij kinderen te faciliteren met een poëtisch kinderboek. Zo ontstond ‘Hart op Slot’, een prentenboek met aansluitend een uitgebreid en onomfloerst non-fictieluik op kindermaat over doodgaan, rouwen en gevoelens dat ouders, leerkrachten en andere begeleiders helpt om het gesprek met kinderen aan te gaan. Dankzij de prachtige tekeningen van illustratrice Annelies Vandenbosch worden moeilijke thema’s als crematie voor kinderen begrijpelijk.
Daar stond ik dan, in de gang van het ziekenhuis, voor de ogen van mijn kinderen, te bekvechten met de verpleegkundigen… Had ik dan zo gefaald als mama?
Geyskens had best wel wat goede raad kunnen gebruiken toen ze geconfronteerd werd met de plotse hartstilstand van haar vader. Wanneer duidelijk werd dat de kans op herstel uiterst klein was en het einde naderde, nam ze haar kinderen van vier en zes jaar oud mee naar de afdeling intensieve zorgen van het ziekenhuis voor een laatste groet aan hun geliefde opa. Een serene groet werd het allerminst. Wat haalde ze wel niet in haar hoofd? De kinderen zouden de rest van hun leven een trauma met zich meedragen, zo kreeg ze door quasi de hele verpleegploeg in het ziekenhuis naar het hoofd geslingerd.
‘Ik dacht dat ik de slechtste moeder ter wereld was’, herinnert Geyskens zich. ‘Ik had mijn kinderen nochtans uitgebreid uitgelegd wat we zouden gaan doen in het ziekenhuis. Dit was het moment waarop ze afscheid zouden nemen van mijn vader, een ongelooflijk belangrijke en moeilijke gebeurtenis die ik voor altijd zou meedragen, en daar stond ik dan, in de gang van het ziekenhuis, voor de ogen van mijn kinderen, te bekvechten met de verpleegkundigen… Had ik dan zo gefaald als mama?’
Van blijheid naar intens verdriet
Ondanks haar verbijstering over de reactie van het verplegend personeel, hield Geyskens voet bij stuk en ging ze toch, weliswaar met knikkende knieën, samen met haar kinderen de kamer in om snel vanop een afstand enkele tekeningen naast de stoel van het bed van hun opa neer te leggen.
‘Achteraf gezien heb ik spijt dat ik niet wat dichter bij het ziekbed van papa ben gegaan met de kinderen en wat langer bij hem ben gebleven. Mijn oudste dochter Marilou sloeg zelfs aan het mokken omdat het moment met opa zo kort was geweest. Tot grote verbazing van de hoofdverpleegkundige, trouwens’, grinnikt Geyskens.
‘Wees gerust, mijn kinderen zijn niet getraumatiseerd naar huis gegaan. Integendeel. Ze hebben alles bewust meegemaakt, wat het rouwproces uiteindelijk vergemakkelijkte. Marilou heeft die namiddag zelfs nog vrolijk in de tuin gespeeld.’
Kinderen kunnen het ene moment intens verdriet hebben, maar het volgende moment gaan ze weer duchtig aan het spelen. Daar is niets mis mee.
Typisch normaal gedrag voor een kind, weet Geyskens nu. ‘Kinderen kunnen het ene moment intens verdriet hebben, maar het volgende moment gaan ze weer duchtig aan het spelen. Daar is niets mis mee. Ze mogen best gelukkig blijven zijn, ook al hebben ze heel veel verdriet en zien ze hun ouders treuren. Alle emoties hebben hun plaats. Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld heel erg boos worden. Ze vinden het niet eerlijk dat hun dierbare overleden is, het voelt alsof ze in de steek zijn gelaten. Het is dan belangrijk om de dialoog aan te gaan en hen mee te geven dat ze best wel boos mogen zijn, maar niet voor altijd. Ook niet abnormaal is dat kinderen het rouwproces uitstellen. Soms duurt het zelfs tot twee jaar vooraleer kinderen echt verdriet beginnen te hebben. Dat is het moment waarop de pijn bij de volwassenen al een stukje is verwerkt. Pas wanneer mama en papa zich opnieuw goed voelen, laten kinderen hun gevoelens toe. Ook daar is niets mis mee.’
Mama huilt
Afscheid nemen van een opa aan het ziekbed op intensieve zorgen is misschien niet meteen traumatiserend voor kinderen, het begroeten van het opgebaarde lichaam ligt mogelijk iets ingewikkelder. ‘Toch is ook dat niet onbelangrijk’, zegt Geyskens. ‘Manu Keirse, met wie we voor het boek heel nauw hebben samengewerkt, vindt het bijvoorbeeld erg belangrijk om de doden niet te verstoppen, dat er een cultuur bestaat rond afscheid nemen. In veel gemeenschappen is dat effectief het geval. We mogen kinderen niet de boodschap geven dat mensen zomaar verdwijnen uit ons leven. Maar ook hier is de dialoog weer cruciaal. Zeg op voorhand “we gaan opa begroeten, zijn lichaam is koud en stijf, hij heeft misschien een andere gelaatskleur” en voel aan of je kinderen daar klaar voor zijn. Omdat mijn zoontje heel veel fantasie heeft en op dat moment worstelde met nachtmerries, heb ik besloten om dat ritueel aan hem voorbij te laten gaan. Het afscheid van een dood lichaam is per slot van rekening niet de essentie, maar slechts één aspect van een groter rouwproces.’
Je móet tonen aan je kinderen dat je verdrietig bent. Als zij die emoties zien, werkt dat voor hen een stukje normaliserend. Verstop je je gevoelens, dan gaan zij dat ook doen.
Door al die aandacht voor de emoties van kinderen dreigen volwassenen soms hun eigen rouwgevoelens te negeren. Het slechtste wat ze kunnen doen, is hun verdriet verdringen voor het welzijn van de kinderen. Geyskens: ‘Je móet tonen aan je kinderen dat je verdrietig bent. Als zij die emoties zien, werkt dat voor hen een stukje normaliserend. Verstop je je gevoelens, dan gaan zij dat ook doen, zelfs op latere leeftijd. Aan de andere kant is het niet omdat iemand anders veel verdriet heeft, dat kinderen dat ook moeten hebben.’
‘Opa is geen sterretje’
‘Wat is een crematie?, Zit opa nu in dat vaasje?, Die past daar toch niet in?, En wat gebeurt er dan met dat vaasje? Mijn jongste zoontje stelde tijdens de uitvaartplechtigheid honderduit vragen, maar ik vond de juiste woorden niet om hem gerust te stellen’, herinnert Geyskens zich. ‘Dat was het tweede moment tijdens het hele rouwproces waarop ik voelde dat ik als moeder tekortschoot.’
Ondertussen weet ze dat de dingen onomwonden benoemen de beste strategie is. En daarin mag je best ver gaan. Leg hen uit dat een kist bij een crematie in een verbrandingsoven gaat. Vertel er meteen bij dat het, in tegenstelling tot wat kinderen dikwijls denken, niet om een oven met vuur en vlammen gaat, maar wel één met een enorme hoge temperatuur waardoor de kist en het lichaam verpulveren.
Onderschat kinderen niet. Ze kunnen veel meer aan dan we denken.
‘Een crematie op kinderniveau illustreren is niet evident en zonder het talent van Annelies Vandenbosch hadden we dit boek nooit kunnen maken. Maar onderschat kinderen niet. Ze kunnen veel meer aan dan we denken, op voorwaarde dat je rekening houdt met de leeftijd van het kind en de taal hanteert die het begrijpt. Een belangrijk hulpmiddel is om hen zelf eerst aan het woord te laten. Waar hebben ze het meeste schrik voor? Wat denken ze? Wat speelt er in dat hoofdje? Zo merk je meteen welke taal ze zelf gebruiken en kan je die voor een stukje overnemen. Het belangrijkste is dat je erover praat. Als volwassenen het mysterie in stand houden, creëren kinderen een afschuwelijk beeld in hun hoofd, want vaak is de kinderfantasie akeliger dan de werkelijkheid.’
Kunnen we hun fantasie dan misschien een handje helpen door te stellen dat hun geliefde oma, opa of ander familielid een sterretje aan de hemel is? Of blijven we ook hier beter met de voeten op de grond? ‘Daar is niets mis mee’, zegt Geyskens, ‘maar de uitleg schiet deels tekort. De overledene ís natuurlijk geen sterretje. Laat dat vooral duidelijk zijn, Het is een manier om aan iemand te denken. Overal waar je komt, naar welk land je ook gaat, altijd is het sterretje zichtbaar en is het bij je, in je hart.’
Als volwassenen het mysterie in stand houden, creëren kinderen een afschuwelijk beeld in hun hoofd, want vaak is de kinderfantasie akeliger dan de werkelijkheid.
Om de herinnering levendig te houden, geven Geyskens en Craenhals in hun boek nog tal van andere adviezen voor rouwrituelen die speciaal op kindermaat gemaakt zijn. Zoals bijvoorbeeld het planten van een troostboom op een rustig plekje in de tuin waar je naartoe kan gaan op speciale gelegenheden of om een brief in te hangen. Of een rouwdoos of gevoelensdagboek die je vult met herinneringen aan de overleden persoon.
Verschillende culturen, verschillende visies
Doorheen Hart op Slot is er tot slot steeds aandacht voor verschillende culturen en geloofsovertuigingen met betrekking tot uitvaartrituelen en het leven na de dood. Geyskens: ‘We geven duidelijk aan dat er verschillende visies zijn. Als je sterft, blijft er een lichaam achter, maar er bestaat ook zoiets als een ziel. Sommigen geloven dat de ziel naar God gaat, anderen naar Allah. De beste manier om dat te illustreren is trouwens het beeld van de rups die uit zijn cocon komt. De cocon blijft achter, de vlinder spreidt zijn vleugels. Is er helemaal niets na de dood? Ook goed. Iedereen is vrij om te geloven wat hij wil.’
Hart op Slot, Een wegwijzer voor rouwverwerking bij kinderen, Emy Geyskens en Elien Craenhals, ISBN: 9789059089389, Uitgever: Davidsfonds/Infodok, 19,99 euro
Omgaan met verlies en rouw
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier