Psychose: wie loopt het meeste risico en wat kun je ertegen doen?
Een psychose is een overrompelende ervaring. Snel ingrijpen is de boodschap.
Plotseling onbestaande verbanden leggen, stemmen horen, ervan overtuigd raken dat de Staatsveiligheid je afluistert…, het kan erg angstaanjagend zijn. ‘Psychose is in de eerste plaats een probleem van realiteitstoetsing’, legt professor Ruud van Winkel uit. Hij is als psychiater verbonden aan het UPC KU Leuven en behandelt volwassenen die een psychose doormaken. ‘Een verstoorde toetsing van de werkelijkheid uit zich in wanen, maar ook in hallucinaties. 5% van de bevolking heeft af en toe hallucinatoire waarnemingen. Stemmen horen komt bijvoorbeeld vaak voor, net zoals dingen zien die er niet zijn. Als je iets opmerkt wat je daarvoor niet registreerde, besef je meestal wel dat er iets niet klopt. Waanideeën laten zich minder goed ontmaskeren. Wie ze heeft, gelooft rotsvast dat ze de werkelijkheid weerspiegelen. Daardoor wachten mensen vaak lang om hulp te zoeken.’
‘Bijzondere gave’
Ongeveer 3% van de bevolking lijdt aan een psychotische stoornis waarvoor psychiatrische behandeling nodig is. Dat cijfer omvat een brede waaier aan mogelijke symptomen. ‘In tegenstelling tot wat we vroeger dachten, bestaat er niet zoiets als een typische combinatie van kenmerken’, verklaart Van Winkel. ‘Ook het verloop en de gevolgen van een psychose verschillen sterk van persoon tot persoon. Sommige mensen maken één psychotische episode door en hebben er daarna nauwelijks nog last van. Anderen worden chronisch ziek en lijden zwaar onder de aandoening. Die laatste groep is moeilijker te behandelen en krijgt vaak de diagnose schizofrenie mee: een chronische vorm van psychose.’
Nederlands bevolkingsonderzoek onthulde dat maar liefst 18% van de Nederlanders ooit symptomen vertoonde die je kunt linken aan psychose. Opvallend: slechts een kleine minderheid van hen komt in de kliniek terecht. Van Winkel: ‘De overgrote meerderheid omschreef hun ervaring als iets ‘paranormaals’. Ze beschouwden hun gevoeligheid als een bijzondere gave. Symptomen hoeven dus niet altijd bedreigend of invaliderend te zijn. In veel gevallen valt er perfect mee te leven.’
Wanneer is hulp wél aangewezen? ‘Als mensen voelen dat ze die nodig hebben’, luidt het eenvoudige antwoord. ‘Ook feedback uit je directe omgeving is belangrijk. Als je partner, een vriend of een collega merkt dat je je verward gedraagt of bizarre ideeën hebt, kan het zinvol zijn om naar de huisarts te stappen.’
Context doet ertoe
Twee factoren bepalen of er een hulpvraag komt, en zo ja, hoe prangend die is. ‘Enerzijds is er de aard van de symptomen. Een vriendelijke stem horen die je aanmoedigt, voelt helemaal anders dan een gemene stem die je toesnauwt dat je niets waard bent. Maar ook de manier waarop je nabije omgeving reageert op jouw ervaring is belangrijk. Een afwijzende of stresserende omgeving kan leiden tot psychopathologie, terwijl begrip beschermend werkt.’
Als je gepest of misbruikt werd, loop je meer risico om een psychose te ontwikkelen.
Psychose is onvermijdelijk ingebed in de maatschappelijke context. ‘Hoe we omgaan met verschil bepaalt mee de mate waarin mensen hun “anders zijn” als problematisch ervaren. Denk bijvoorbeeld aan iemand die het idee heeft een waarzegster of sjamaan te zijn. Misschien ondervindt die persoon weinig last van bepaalde wanen of stemmen omdat zijn omgeving die erkent als bijzonder. Al moet je uiteraard ook geluk hebben: angstaanjagende stemmen of ontwrichtende waanideeën vergen meestal professionele hulp, hoe ondersteunend de context zich ook opstelt.’
Als je gepest of misbruikt werd, loop je meer risico om een psychose te ontwikkelen. Ook verwaarlozing en discriminatie verhogen je kansen. Migranten lopen minder risico als ze opgroeien in buurten waar veel andere migranten wonen. Omgekeerd merk je dat migranten die opgroeien in witte wijken of naar een witte school gaan tot 5 maal meer kans lopen op een psychose. Van winkel: ‘Ook hier geldt: de context doet ertoe. Ervaringen die je “anders zijn” in de verf zetten, maken je kwetsbaarder. Het zou kunnen verklaren waarom mensen die opgroeien in de stad vaker een psychose doormaken. De sociale cohesie ligt er meestal lager, wat sneller tot een gevoel van vervreemding kan leiden.’
Regelmatig en gezond leven
Toch spelen ook genen een belangrijke rol. Onderzoek met eeneiige tweelingen toont dat aan. ‘Als het ene kind van zo’n tweeling schizofrenie ontwikkelt, heeft broer of zus ongeveer 50% kans om ook ziek te worden. Psychose ontstaat in de wrijving tussen genen en een schadelijke context. Druggebruik bijvoorbeeld verhoogt het risico aanzienlijk. Sinds 2004 zien we een lichte toename in de cijfers. Vermoedelijk is dat deels te wijten aan hogere THC-concentraties in cannabis.”‘
‘In een gevorderd stadium zijn antipsychotica soms aangewezen. Maar als we snel ingrijpen, kunnen we veel bereiken met psychosociale of psychotherapeutische interventies. Wie zijn risico wil beperken, leeft het best regelmatig en gezond. Gun jezelf voldoende nachtrust, vermijd hoge stresspieken en blijf weg van cannabis. Die tips gelden ook voor mensen die al een psychotische episode doormaakten. Zij zijn gevoeliger voor een nieuwe episode. Voor de grote meerderheid werkt een gezonde levensstijl in combinatie met periodieke opvolging door een arts of psycholoog goed.’
Getuigenis: ‘Voldoende slaap en structuur houden me gezond’
‘Ik voelde me in verbinding met het universum. Een onbeschrijfelijke, bijna mystieke ervaring’, vertelt Nadia. Op haar 24ste maakte ze haar eerste psychose door.
Nadia combineerde een tijdlang 2 jobs in het onderwijs. Te stresserend, bleek achteraf. ‘In de weken vóór mijn psychose voelde ik me creatief en enorm energiek. Een leerling vroeg me zelfs of ik speed had genomen. Dat had een signaal kunnen zijn, maar ik sloeg er geen acht op.’
‘Op een vrijdagnamiddag keerde ik vóór het laatste lesuur huiswaarts. Ik dacht dat de werkweek erop zat. Toen ik besefte dat ik mijn klas in de steek liet, panikeerde ik. Hoe kon ik zo in de war zijn? De volgende dag raakte ik ervan overtuigd dat een goede vriendin van me in nood was. Ik belde haar op en merkte dat ze huilde. Haar man bleek verlamd in bed te liggen. Een eerste MS-opstoot, wezen latere onderzoeken uit. Die ervaring ontregelde me totaal. Ik vervreemdde van de realiteit en werd opgenomen in een ziekenhuis, later in een psychiatrische instelling.’
‘Sindsdien heb ik nog 7 psychoses gehad, telkens gevolgd door depressies. De eerste keer was de depressie heel ernstig. De keren daarna klaarde mijn gemoed sneller op. Hypomane en psychotische fases zijn in mijn ervaring niet het ergste, integendeel. Je voelt je op een unieke manier verbonden met grootse dingen. Je leven krijgt een nieuwe dimensie. De ontnuchtering nadien is groot. Gelukkig duren de depressies tegenwoordig minder lang. Ik weet niet of ik depressief word van de antipsychotica of van de psychose zelf. Eigenlijk zou ik graag eens een psychose volledig doormaken, zonder remmende medicatie, op een veilige plek en omringd door ervaringsdeskundigen. Misschien ben ik er daarna voorgoed van verlost. In sommige landen experimenteren ze daar al mee.’
‘Sinds kort werk ik 1 dag per week als vertaalster. Dat doe ik naast mijn vrijwilligerswerk voor Uilenspiegel, een vereniging voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Opnieuw betaald werk doen geeft me voldoening en intellectuele prikkeling. Maar het hoeft voorlopig niet meer te zijn. Voldoende slaap, structuur en stressbeheersing houden me gezond. Nu ik de hypomane fase die een psychose voorafgaat beter ken, trek ik bovendien sneller aan de noodrem. Door op het juiste moment antipsychotica te nemen, kon ik al vele psychoses afweren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier