Psychologische hulp voor kankeroverlevers: ‘Patiënten worden aan hun lot overgelaten’
De nieuwe maatregel van minister van Volksgezondheid Maggie De Block is niet adequaat, vinden experts. ‘Met één gesprek per jaar kom je er niet.’
‘Wie kanker overleeft, is bijna altijd bang om te hervallen’, zegt Marije van der Lee, hoofd wetenschappelijk onderzoek aan het Helen Dowlinginstituut. Dat is het grootste instituut in Nederland dat psychologische zorg biedt aan mensen met kanker en hun naasten. ‘Toch heeft de ene persoon er meer last van dan de andere. Niet de ernst van de tumor bepaalt de mate van angst, wel hoe iemand zich fysiek voelt. Bij mensen die geen lichamelijke klachten ondervinden, neemt de onrust na enkele goede controles af. Velen hebben wél fysieke problemen en die voeden de angst. Daarnaast heeft het ook met persoonlijkheid te maken. Angstgevoelige mensen zijn sneller bang dan stoïcijnse.’
Als je mensen beter informeert, zullen ze al een stuk minder angstig zijn
Zorgexpert Hans Neefs
‘Bij achttien procent van de kankerpatiënten heeft de angst invloed op het dagelijks leven’, zegt Van der Lee. ‘Hoewel vrouwen gemakkelijker depressies en angststoornissen ontwikkelen, zijn ze niet banger dan mannen. In de groep 18- tot 45-jarigen heeft zelfs 70 procent veel last van angst. Dat jonge mensen angstiger zijn, is niet zo verwonderlijk. Ziekte en dood passen minder bij hun leeftijd. Daarnaast hebben jonge mensen vaak kleine kinderen die ze willen zien opgroeien.’
Omdat de groep kankeroverlevers groeit, ontwikkelde het Helen Dowlinginstituut het onlinezelfhulpprogramma ‘Minder angst na kanker’. Het biedt daarmee laagdrempelige hulp aan veel mensen tegelijkertijd. ‘We zijn met dat zelfhulpprogramma pioniers. Het geeft mensen inzicht in wat angst is, hoe ze zichzelf voedt en hoe we ze kunnen controleren. Onlinehulp heeft veel voordelen: mensen kunnen anoniem van thuis uit aan hun angst werken op een moment dat voor hen het beste uitkomt. Maar voor mensen met veel angst zal bijkomende fysieke begeleiding nodig zijn.’
In Vlaanderen deelden bijna 800 mensen op verzoek van Kom op tegen Kanker het afgelopen anderhalf jaar hun verhalen over nazorg. ‘Hoewel de vaststellingen niet representatief zijn voor de hele groep overlevers, tonen ze dat angst voor herval ook hier een van de grootste problemen na kanker is’, zegt zorgexpert Hans Neefs. ‘Daarnaast blijkt dat veel mensen vinden dat ze aan hun lot worden overgelaten. In sommige ziekenhuizen is er ruimte voor nazorg, maar zeker niet overal. Waar het niet kan, krijgen mensen het advies om bij een psycholoog uit de thuiszorg aan te kloppen. Maar waar vinden ze er één met expertise in kanker? Er is daarom een duidelijk regionaal overzicht nodig van privépsychologen die ex-kankerpatiënten voor nazorg kunnen raadplegen.’
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block voorziet vanaf 2018 voor specialisten een hogere vergoeding om na de behandeling met hun patiënten de langetermijngevolgen van kanker te bespreken. Zo’n gesprek kan één keer per jaar zonder meerkosten voor de patiënt ingepland worden. ‘Met die financiële stimulans erkent de minister dat een gesprek achteraf belangrijk is. Maar enkel ruimte creëren om zo’n babbel te voeren, is niet voldoende’, zegt Neefs.
Ook professor Manu Keirse, klinisch psycholoog, vindt de nieuwe maatregel van minister De Block niet adequaat. ‘Met één gesprek per jaar kom je er niet. Zo’n gesprek zou standaard bij iedere raadpleging moeten horen. Maar artsen hebben daar niet de tijd, noch de bagage voor.’ Door niet-noodzakelijke medische onderzoeken te schrappen, kan er volgens Keirse veel tijd vrijgemaakt worden. Daarnaast vindt hij dat de opleidingen voor artsen en verpleegkundigen meer aandacht moeten schenken aan de psychologische begeleiding van kankerpatiënten. ‘Het is bij hen dat patiënten in de eerste plaats moeten terechtkunnen met hun angst. Als mensen kanker krijgen, weten ze niet wat hen te wachten staat. Als je hen beter informeert, zullen ze al een stuk minder angstig zijn. Het is fout te veronderstellen dat mensen een psychologisch probleem hebben omdat ze bang zijn om te hervallen. Het is normaal gedrag, maar in een abnormale situatie. Wanneer de angst te groot is, dán kan ondersteuning van een psycholoog worden ingeroepen.’
‘Elk jaar investeert de federale overheid 45 miljoen in de psychosociale steun en begeleiding van kankerpatiënten’, zegt minister De Block. ‘Het is aan de ziekenhuizen om ervoor te zorgen dat kankerpatiënten ook na ontslag uit het ziekenhuis terechtkunnen bij de psycholoog van het oncologisch zorgprogramma. Voor de raadpleging na een oncologische ingreep wordt vanaf 2018 jaarlijks nog eens 2,1 miljoen extra vrijgemaakt. Een bewijs dat de federale overheid de psychosociale ondersteuning van kankerpatiënten ook na de ziekte ter harte neemt.’
Het onlinezelfhulpprogramma van het Helen Dowlinginstituut vindt u terug op www.hdi.nl/minder-angst-na-kanker/
Het boek Angst na kanker van psycholoog Jan Verhulst ligt sinds deze week in de boekhandel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier