Isabelle De Pau

‘We hebben nood aan eindtermen rond ‘psychologische geletterdheid’’

Isabelle De Pau Leerkracht en auteur van 'Wat helpt echt?' (Acco)

‘Ik geef 35 jaar les in de derde graad van het secundair onderwijs en ik stel vast dat steeds meer jongeren te maken hebben met stress, angst, depressie en andere problemen’, schrijft Isabelle De Pau naar aanleiding van de 10-daagse van de geestelijke gezondheid.

Sinds 1992 is 10 oktober “World Mental Health Day”. Gelukkig werd daar in Vlaanderen ondertussen een tiendaagse van gemaakt met als doel mentaal welbevinden bespreekbaar te maken en het taboe rond psychische problemen te doorbreken.

Dat is ook gelukt. Dankzij de vele sensibiliseringscampagnes benoemt jong en oud vlotjes allerlei psychische problemen. Voor wie hulp zoekt bij mentale problemen werd professionele hulp bovendien goedkoper. Ook in scholen kunnen leerlingen via het CLB gratis bij een psycholoog terecht. Dat is een goede zaak, maar het is niet genoeg. En het zal nooit genoeg zijn, zolang we niet meer investeren in preventie.

De nood is groot

Ik geef 35 jaar les in de derde graad van het secundair onderwijs en ik stel vast dat steeds meer jongeren te maken hebben met stress, angst, depressie en andere problemen.

Eind vorige eeuw was er natuurlijk ook psychisch lijden en dat was toen bovendien vaak niet bespreekbaar. Er zijn altijd jongeren geweest ‘met een rugzak’, angst is van alle tijden en prestatiedruk ook. Maar nu zijn ze zichtbaarder – of we hebben er meer oog voor – en ze zijn, ook volgens onderzoek, met méér. Dat blijkt uit een recente bevraging van de UGent (Health Behaviour in School-aged Children): “1 jongere op 3 voelt zich soms humeurig, zenuwachtig, ongelukkig en/of ervaart slaapproblemen; 1 op 5 heeft soms zelfmoordgedachten en iets minder dan 1 op 5 stelt zelfbeschadigend gedrag (zoals snijden in de arm)”.

Wat me vooral opvalt bij deze jongeren, is hun gevoel van hulpeloosheid. Dat betekent niet dat er niet genoeg voor hen wordt gezorgd.

Ze krijgen zeker hulp. Zij (of hun ouders) slagen er steeds beter in om mentale problemen tijdig te benoemen. Labels en diagnoses, sticordimaatregelen en andere aandachtspunten worden nu standaard opgelijst in de leerlingvolgsystemen zodat alle leerkrachten voldoende kunnen ‘stimuleren, compenseren, remediëren, differentiëren en dispenseren’.

Wie met iets worstelt, heeft recht op extra aandacht en verhoogde zorg. Scholen zetten daar heel wat mensen en middelen voor in. Op het vlak van zorg en opvang zijn we in het onderwijs dus goed bezig.

Op zoek naar redding

Leerlingen blijven zich echter hulpeloos voelen omdat ze niet weten hoe ze zichzelf kunnen helpen, met andere woorden, ze kennen hun hun eigen kracht niet.

Sommige jongeren hebben die niet voldoende ontwikkeld omdat ze niet hebben leren omgaan met moeilijke momenten en obstakels door overbescherming. Anderen zijn hun kracht ergens onderweg kwijtgeraakt (bij pesten bijvoorbeeld).

De meeste leerlingen hebben in de lagere school wel tools ‘voor het leven’ meegekregen, maar eens in de puberteit vervagen die. Op het moment dat ze hun eigen identiteit moeten ontwikkelen, zijn ze extra kwetsbaar voor psychische problemen.

Het is jouw leven

In een snel evoluerende maatschappij waar groei centraal staat, mag je je hele leven vrij ineen knutselen en kiezen wat bij je past (studies, job, lichaam, relaties, gender…). Je moet echter wel de juiste keuze maken én daarmee uitblinken. De druk om te excelleren en van het leven een origineel project te maken is groot, op school en daarbuiten. Sommige jongeren voelen zich overweldigd door die verantwoordelijkheid en raken verlamd.

Sociale media maken het mogelijk om met de hele wereld relaties aan te knopen, maar eenzaamheid neemt toe. Voor bijna één op vier jongeren leidt kijken naar andermans socialemediaprofiel tot minder zelfvertrouwen. Dat wordt alleen maar versterkt door Tiktok en andere algoritmegestuurde media. Onder invloed van de (pseudo)succesverhalen van anderen gaan steeds meer jongeren zich isoleren. Zo verliezen ze de sociale vaardigheden die ze als kind misschien wél hadden. Toen ik vorig jaar aan verschillende klassen vroeg wat ze in het onderwijs meer hadden willen leren, hoorde ik tot mijn verbazing in elke groep: ‘sociaal contact maken’.

Het belang van preventie op school

Het ziet er niet naar uit dat we al die stressfactoren snel de wereld uit zullen krijgen. Er komen ook alleen maar stressfactoren bij (klimaat, conflicten…) en het is duidelijk dat jongeren niet voldoende vaardigheden hebben om met die toenemende druk om te gaan.

Daarom moeten we jongeren dringend mentaal ‘versterken’.

Naast relatievorming (groepsdruk, pesten, seksuele opvoeding), is er nood aan meer ‘psycho-educatie ’: kennis van (positieve) psychologie, inzicht in de relatie tussen lichaam en geest, hartcoherentie, meditatie, verbindende communicatie enzovoort. Alles wat bijdraagt tot meer veerkracht moet een plaats krijgen in het curriculum.

In het gemoderniseerde onderwijs is ‘financiële geletterdheid’ voor alle leerlingen een nieuw leerdoel. Jongeren zullen dus in de toekomst beter begrijpen hoe de economie draait. Maar als meer dan dertig procent van de Vlamingen psychische problemen ervaart, zoals uit een enquête van Sciensano blijkt, moeten we ook inzetten op ‘psychologische geletterdheid’.

Meer dan losse projecten

Om te beginnen is het belangrijk dat ‘mentale weerbaarheid’ een plaats krijgt in de opleiding en de navorming van alle leerkrachten. In de lerarenopleiding zou het een structureel onderdeel moeten worden van de algemene vorming, in navormingen kan het een prominente plaats krijgen in het vakoverschrijdende aanbod.

In het secundair onderwijs moeten alle leerlingen kennismaken met de basisprincipes van mentaal welzijn. Klasdagen, relatiedagen, pro-actieve cirkels en andere korte psycho-sociale projecten zijn belangrijk, maar er is meer nodig. Er moet een doordachte leerlijn rond veerkracht komen, met kennisopbouw volgens leeftijd en training van vaardigheden.

Dit kan aan bod komen in een apart vak, eventueel in een langlopend project, of desnoods -verplicht- in verschillende vakken (hartcoherentie bij LO, meditatie bij godsdienst of zedenleer, verbindende communicatie in een taalvak…).

En neen, dit is niet het zoveelste thema dat wordt ‘doorgeschoven naar het onderwijs’. De rol van ouders en hulpverleners blijft cruciaal, maar zij kunnen dit niet alleen. Als we meer aandacht hebben voor ‘voorzorg’, wordt nazorg minder belastend voor iedereen.

Op die manier moeten we niet wachten tot begin oktober om het over geestelijke gezondheid te hebben , maar wordt aandacht voor wat bijdraagt tot veerkracht en mentaal evenwicht even vanzelfsprekend als aandacht voor gezonde voeding.

De economische kosten van geestelijke gezondheidsproblemen zijn enorm gestegen, met een geschatte impact van 20,7 miljard euro, meer dan 5% van het bruto binnenlands product. Slechts in drie Europese landen ligt de kost nog hoger.

Als we werk maken van psycho-educatie op school, is dat niet alleen goed voor het ‘bruto nationaal geluk’, maar uiteindelijk ook voor de economie.

Isabelle De Pau is leerkracht en auteur. Recent verscheen haar boekWat helpt echt?” (Acco), dat een gids wil zijn voor jongeren als het leven tegenzit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content