Psychiater Stephan Claes: ‘De jeugd is niet flauwer of klaagzieker dan vroeger’

© Kiuw
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Yoga, meditatie, lifecoaches, psychotherapie: zullen ze er in 2024 voor zorgen dat u af en toe uit de ratrace kunt stappen, of u van uw rugpijn afhelpen? Psychiater en stressonderzoeker Stephan Claes is sceptisch.

Het is de paradox van de eeuw: almaar meer mensen in het rijke Westen hebben te kampen met aan stress gerelateerde gezondheidsproblemen. Burn-out en aanverwante aandoeningen zijn de voornaamste oorzaken van arbeidsongeschiktheid in ons land. Tegen 2035 zouden maar liefst 600.000 Belgen langdurig ziek zijn. De wachtlijsten in de mentale gezondheidszorg blijven aangroeien. Meer dan één miljoen Belgen nemen antidepressiva, terwijl slechts de helft ze nodig heeft. Meer dan twee miljoen landgenoten slikken kalmeer- en slaappillen.

Psychiater Stephan Claes (KU Leuven) verwondert zich in zijn boek De gestreste samenleving oprecht over dat urgente maatschappelijke fenomeen, waar artsen geen weg mee weten. ‘Het voelt wrang aan dat veel mensen pillen nemen, gewoon om de druk van het leven aan te kunnen, en zonder dat ze een ziektebeeld hebben dat het voorschrijven van zulke medicijnen rechtvaardigt. Hoe kan het dat iemand die op het eerste gezicht alles heeft om het goed te stellen, vast komt te zitten met onbestemde lichamelijke en psychische klachten zoals vermoeidheid, pijn of angst?’

Blijkbaar heeft de geneeskunde maar weinig antwoorden op die klachten. De vaak gestelde diagnose burn-out is zelfs niet eens officieel beschreven in de literatuur. Hoe komt dat?

Stephan Claes: Een diagnose vereist een herkenbaar ziektebeeld, waarbij oorzaak, klinische verschijnselen, behandeling en prognose bekend zijn. Dat is bij burn-out te weinig het geval: de symptomen zijn niet duidelijk afgelijnd en de oorzaak is niet helder. Stellen dat burn-out werkgerelateerd is, is te kort door de bocht. We zien het bij studenten, mensen zonder werk en gepensioneerden. Over de juiste behandeling bestaat geen overeenstemming. Sommige patiënten nemen antidepressiva of kalmeermiddelen, anderen vinden soelaas in sporten of een mindfulnesscursus. Ook de prognose verschilt. Sommige patiënten zijn een paar weken buiten strijd, anderen vele maanden.

Als we met z’n allen mindfulness nodig hebben om het leven aan te kunnen, is er iets grondig mis.

De onbegrepen klachten waar het over gaat, vallen onder verschillende labels: burn-out, chronische vermoeidheid (CVS), depressie, fibromyalgie, prikkelbaredarmsyndroom. U houdt het liever op ‘uitputtingssyndroom’. Hoezo?

Claes: ‘Uitputtingssyndroom’ zegt meer waarover het gaat: zowel het stresssysteem als het immuunstelsel in het lichaam is verstoord, mede door langdurige stress. Op basis van de persoonlijke gevoeligheden die bij elk van ons spelen, leidt dat tot andere symptomen. Het woord ‘prikkelbaredarmsyndroom’ doet vermoeden dat de hoofdoorzaak van het probleem zich in de darmen situeert, maar dat is niet het geval. Bij mensen met fibromyalgie zal de verstoring zich uiten in onverklaarbare spierpijnen. Anderen krijgen te maken met uitgesproken vermoeidheid of emotionele ontregeling. In mijn ogen zijn dat soortgelijke syndromen die zich op een verschillende manier uiten. Het is allemaal erg verwarrend. Sommige patiënten krijgen die diagnoses na elkaar, of zelfs gelijktijdig.

Is de mysterieuze aandoening long covid ook een vorm van het uitputtingssyndroom?

Claes: Er zijn almaar meer aanwijzingen dat long covid uiteindelijk zal terechtkomen in de groep van ziektebeelden met onverklaarbare langdurige vermoeidheidsklachten. Bij mensen die daar gevoelig voor zijn kan een immunologische challenge zoals bijvoorbeeld een infectie met het coronavirus of het epstein-barrvirus de druppel zijn die de emmer doet overlopen en die leidt tot onverklaarbare lichamelijke klachten op langere termijn. Is het virus de oorzaak of triggert het een onderliggend probleem? Daar kun je eindeloos over discussiëren. Ik vermoed dat het bij long covid gaat over mensen die al een tijdje op het randje balanceerden: ze bleven nog wel overeind, maar het virus gaf hen de genadeslag. Maar voorlopig weten we er nog te weinig over. Er is meer onderzoek nodig.

Long covid- en CVS-patiënten krijgen vaak te horen dat hun klachten tussen de oren zitten, wat hen mateloos frustreert. Terecht?

Claes: Dat snap ik heel goed. Het is niet omdat je iets niet met technische onderzoeken kunt vaststellen dat het ingebeeld is. Het lichaam is wel degelijk ziek, daar bestaat geen enkele twijfel over. Aan de andere kant menen veel patiënten dat hun ziekte uitsluitend een puur lichamelijk en immunologisch probleem is. Dat is niet altijd zo. Meestal zijn verschillende factoren aan het werk, zoals een overbelasting van het stresssysteem en het immuunstelsel. We zien bijvoorbeeld ook immuunafwijkingen bij burn-out en depressie. In die zin ben ik er niet van overtuigd dat CVS en burn-out zoveel verschillen als het gaat over oorzaken en lichamelijke afwijkingen.

Wat met ‘hoogsensitiviteit’, ‘ADHD’ en ‘autisme’? Moeten die labels ook op de schop?

Claes: ADHD en autisme zijn geen aandoeningen die uitgelokt worden door chronische stress. Het zijn erkende en duidelijk omschreven ziektes in de psychiatrie, al heb je wel heel wat tussenvormen, zoals een ‘autismespectrumstoornis’. Hoogsensitiviteit is wel omstreden. De meeste psychiaters en psychologen zullen de diagnose niet aanvaarden. Dat wil niet zeggen dat mensen niet gevoeliger kunnen zijn voor prikkels. Maar daarom is het nog geen apart ziektebeeld, eerder een persoonlijkheidskenmerk of een kenmerk van het lichaam.

Helpt al dat hokjesdenken in de geestelijke gezondheidszorg ons wel vooruit? Is ‘lijden aan het leven’ niet gewoon onderdeel van de condition humaine?

Claes: Over bepaalde ziektebeelden, zoals manisch-depressiviteit, bestaat geen discussie. Dat is niet lijden aan het leven, maar een psychiatrische aandoening die voor een groot stuk genetisch bepaald is en waarbij duidelijk neurobiologische afwijkingen te zien zijn. Hetzelfde geldt voor schizofrenie en mensen met ernstige dwangstoornissen. Anderzijds is het labelen van mensen die bezwijken aan chronische stress zonder dat er een psychiatrisch ziektebeeld aanwezig is, betwistbaar. Net als de psychotherapeutische en medicamenteuze behandelingen die eraan gekoppeld worden.

Voor ons geestelijk welzijn zouden we wat meer moeten vertrouwen op ons lichaam, dat als geen ander weet wat de geest wil. Waarom leggen we ons lijf voortdurend het zwijgen op met pijnstillers, slaapmiddelen en angstremmers?

Claes: Het westerse denken heeft ons sinds René Descartes geleerd dat ons lichaam geen onderdeel is van wie we zijn. We beschouwen onszelf als denkende wezens die allerlei zaken willen realiseren, met ambities en verlangens. Het lichaam is een machine die dat moet helpen waar te maken. Als de machine sputtert, zegt het klassieke medische model dat we ze moeten herstellen. Maar jouw lichaam – jijzelf dus – geeft je een signaal dat wat je probeert te doen misschien niet bij jou past, dat je iets anders moet doen. Een grensverleggend boek in dat opzicht is De vergissing van Descartes van de Amerikaanse neuroloog Antonio Damasio. Om goede beslissingen te kunnen nemen in complexe sociale contexten heb je lichamelijk input nodig. Want het lichaam heeft herinneringen opgeslagen aan hoe het er in bepaalde omstandigheden in het verleden aan toe ging en het is belangrijk om die input mee te nemen. De beroemde psycholoog en filosoof William James verwees in 1890 in The Principles of Psychology al naar het feit dat emoties in het lichaam zitten. Ons lijf is een primaire signaalgever van hoe het met ons gaat. Het feit dat zo veel mensen naar yoga en mindfulness grijpen, toont aan dat ze het fijn en verrassend vinden om met hun lichaam in contact te komen op een milde, niet oordelende manier. Gewoon even stilstaan en voelen wat er is, ook al heb je pijn en doet je lichaam niet wat jij wilt. Dat is oké. Anderzijds: als we met z’n allen mindfulness nodig hebben om het leven aan te kunnen, is er iets grondig mis.

Zijn er bepaalde stresssignalen die we vroeger zouden kunnen oppikken, nog voor we in de lappenmand belanden?

Claes: Het stresssysteem moet zowel kunnen pieken als tot een diepe ontspanning komen, ‘s nachts én overdag. Zijn die ontspanningsmomenten er niet, dan zal het lichaam spreken. Je slaap wordt minder. Allerlei gedachten razen door je hoofd. Je maag-darmstelsel functioneert niet meer naar behoren. Of je ontwikkelt pijnklachten. Heb je pijnstillers en kalmeermiddelen nodig om je lichaam weer mee te krijgen, dan moet je je vragen stellen. Natuurlijk is korte stress voor een examen of presentatie prima. Maar als dat gevoel weken of maanden aanhoudt, zal het lichaam sputteren.

Vooral jongeren crashen vandaag massaal onder de druk. Hoge verwachtingen waren er ook al in de jaren 80 en 90 toen u en ik aan de universiteit begonnen. Wat is het verschil?

Claes: Vandaag is niets nog goed genoeg. We zien steeds meer perfectionisme bij jongeren. Ze zijn niet tevreden over hun eigen prestaties, hun uiterlijk en hobby’s. Wanneer studenten mij tijdens de examenperiode om slaappillen en angstremmers vragen, suggereer ik of het misschien niet beter is om de examens wat te spreiden. Dat is blijkbaar geen optie. Het moet nú gebeuren. En het lijf moet mee. Perfectionisme is ook een maatschappelijk kwaad. Als studenten een stage in het buitenland willen versieren, komen ze er niet meer met louter uitstekende punten. Ze moeten aantonen dat ze uitmunten in een bepaalde hobby, leidinggevende capaciteiten hebben en op allerlei andere vlakken uitblinken. Dan denk ik: wie kan dat? Daarnaast is ook de onbepaaldheid voor jongeren vandaag groter dan dertig jaar geleden. De keuzemogelijkheden zijn zo gigantisch dat een aantal onder hen bezwijkt. De jeugd krijgt de prachtige, maar tegelijk complexe boodschap: ‘De wereld is open en groot, doe maar iets en zorg ervoor dat je gelukkig wordt.’ Maar wat is dat, gelukkig worden? We moeten alles hebben, veel realiseren, streven naar volmaaktheid, excelleren, de eigen toekomst ontwerpen, connecties maken met anderen en tegelijk origineler uit de hoek komen dan anderen op sociale media. Dat is allemaal fantastisch, maar het is veel.

Jongeren moeten leren om af en toe met het hoofd tegen de muur te lopen en weer op te krabbelen.

Helpt het dat een afspraak bij de psycholoog vanaf 1 februari gratis wordt voor alle jongeren tot en met 23 jaar?

Claes: Het is een goede zaak dat psychologische hulpverlening toegankelijk en laagdrempelig is. Maar ik garandeer je nu al dat de commentaar zal zijn dat het niet genoeg is. Het zal nooit genoeg zijn. De wachtlijsten bij de eerstelijnspsychologen zijn nu al eindeloos. We hebben andere, fundamentelere oplossingen nodig om de druk op de jongeren te verlagen.

Oudere generaties durven al eens te beweren dat de jeugd zich te veel laat gaan en best wel wat flinker mag zijn. Akkoord?

Claes: De jeugd is niet flauwer of klaagzieker dan vroeger, maar misschien is hun weerbaarheid om met de tegenslagen van het leven om te gaan minder groot. Dat is iets anders dan zeggen dat jongeren flauweriken zijn. Jongeren moeten leren om af en toe eens met het hoofd tegen de muur te lopen en weer op te krabbelen. Vandaag zijn kinderen erg goed beschermd. Falen wordt vaak toegeschreven aan externe factoren, zoals de leraar of de voetbaltrainer. Maar misschien heeft de trainer wel gelijk als hij jouw kind niet opstelt voor een wedstrijd omdat het te weinig talent heeft. Durf daarover te spreken met je kind. Het is niet omdat je eens een keertje in iets faalt, dat je een complete mislukkeling bent. Niet geslaagd in je studie? Misschien was het niets voor jou en moet je iets anders studeren.

‘Mild zijn voor jezelf’, heet dat tegenwoordig.

Claes: Dat is inderdaad erg populair in de psychotherapie. Ik vind mildheid en mededogen erg belangrijk, maar het gevaar van alleen voor mildheid te pleiten, is dat het iets oeverloos softs wordt, een nogal egoïstische vorm van zelfgenoegzaamheid en zelfverwennerij zonder het eigen falen onder ogen te zien. Mild zijn voor en geduld hebben met jezelf betekenen ook dat je aanvaardt dat je beperkingen hebt en van daaruit handelt. Dat hangt onlosmakelijk samen met een andere vaardigheid: ken jezelf. Sommigen zouden dat ‘nederigheid’ noemen, maar dat is een erg beladen term in onze cultuur. Ook al leven we in een open en vrije wereld waar the sky the limit is, toch moet je door je beperkingen soms afstand doen van lang gekoesterde dromen en verlangens. Anders verdwijnt de druk nooit.

Het succes van een samenleving is toch deels gebouwd op mensen die zichzelf ondanks alles overstijgen?

Claes: Uiteraard moet je niet iedereen die ergens in faalt vertellen dat hij of zij er maar beter mee ophoudt. Alles hangt af van het individu. Soms is het de moeite waard om door te gaan en lukt dat ook. Bij sommige mensen die zestien uur per dag werken stribbelt het lichaam nooit tegen. Die moeten dat vooral blijven doen, het is wie ze zijn.

We hadden het vandaag nog nooit zo comfortabel, zegt u. Klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit, oorlogen, ongelijkheid, migratie, een bedreigde democratie, dolgedraaid consumentisme: zo comfortabel klinkt dat toch niet?

Claes: Ik ben het inderdaad niet eens met analyses die het probleem volledig bij de maatschappij leggen, zoals psychoanalyticus Paul Verhaeghe, die het onbehagen aan het doorgeslagen neoliberalisme wijt. Ik zoek de verklaring eerder in de ongebreidelde keuzemogelijkheden en kansen die we krijgen, en in een continu overprikkeld zijn. Maar eerlijk: zouden we het anders willen? Willen we terug naar een samenleving waarin ons levenspad wordt bepaald door autoriteit, en niet de eigen keuzes? Op de plek waar wij nu leven, heerst al 80 jaar vrede. Dat is vrij uniek in de wereldgeschiedenis. Maar juist hier bezwijken mensen onder de druk. Bizar, toch?

Elke vorm van doemdenken is u duidelijk vreemd.

Claes: We moeten oppassen met collectief pessimisme. De klimaatcrisis is inderdaad een belangrijke uitdaging. Daar moeten we aan werken. Maar onze maatschappij kent ook veel goede zaken. Gemiddeld zijn we welgestelder dan vorige generaties, er was nooit eerder meer aandacht voor de kwetsbare mens dan in het Europa van de 21e eeuw, wij zijn vrijer dan ooit tevoren. Dit is een geweldige wereld om in op te groeien. Maar op de een of andere manier is dat geen sexy boodschap. In de media ligt de focus op negatief nieuws. Ik hoor geregeld van collega’s dat jongeren het later minder goed zullen hebben, dat ze bijvoorbeeld geen grote woningen meer zullen kunnen kopen. Is dat dan zo erg? Word je gelukkig van een huis met vijf slaapkamers en een zwembad? Misschien hebben onze generaties het met onze villawijken in de randstad verkeerd aangepakt. Belangrijker is dat jongeren een positief toekomstbeeld hebben, dat ze goed omringd worden, dat er een sociaal vangnet is en dat ze hun eigen keuzes kunnen maken vanuit een goed besef wat bij hen past. Daarvoor moeten we bepaalde vaardigheden opnieuw onder de aandacht brengen, zoals mededogen, zelfkennis, vergeving en dankbaarheid. We hebben ons om zeer begrijpelijke redenen afgekeerd van de instanties die ons die waarden in het verleden hebben ingelepeld op een manier die niet altijd gepast was. Maar dat wil niet zeggen dat we het kind met het badwater moeten weggooien. Die diepmenselijke eigenschappen komen in veel spirituele tradities terug en blijven vanuit psychologisch standpunt erg belangrijk.

Tot slot: welk advies hebt u om in 2024 het geluk te vinden?

Claes: Simpel: luister goed naar je lichaam en geef het de nodige rust en ontspanning. Het zal je vertellen wat bij je past.

Maar dan niet via een mindfulnesscursus?

Claes: Ik heb niets tegen mindfulnesstrainingen. Als dat voor jou werkt, houd ik je niet tegen. Maar ik wens je toe dat je dat niet nodig hebt en dat jouw leven je toelaat om werken af te wisselen met spelen, ontspanning en een verkwikkende slaap. Het leven zou van nature mindful moeten zijn.

Stephan Claes, De gestreste samenleving. Waarom we alles hebben en toch ziek worden, Lannoo, 198 blz., 24,99 euro.

Stephan Claes

1967: Geboren in Wilrijk.

1985: Studie geneeskunde (Universiteit Antwerpen en KU Leuven).

1992: Studie psychiatrie (KU Leuven).

1999: Onderzoeker bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en psychiater in het UZ Antwerpen.

2005: Psychiater in het Universitair Psychiatrisch Centrum van het UZ Leuven.

2008: Hoogleraar psychiatrie aan de KU Leuven.

2022: Hoofd onderzoeksgroep Psychiatrie binnen het departement neurowetenschappen van de KU Leuven.

2023: Publiceert De gestreste samenleving.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content