De cultus van het kind: ‘We voeden onze kinderen op tot navelstaarders en narcisten’
We voeden onze kinderen op tot ‘individuen die psychologisch niet sterk in de schoenen staan, bij wie de algemene kennis tekortschiet, die navelstaren en narcistisch zijn’, waarschuwt Serge Dupont, doctor in de psychologie (UCL), naar aanleiding van zijn recente studie over ‘de cultus van het kind.’
We aanbidden onze kinderen, plaatsen ze op een voetstuk, stellen hun belangen boven alles. Maar daarmee bewijzen we ze op de lange termijn een slechte dienst – ‘dit soort kinderen wordt moeilijk volwassen’ – en ook voor opvoeders en de samenleving in zijn geheel zijn de gevolgen funest, stelt psycholoog Serge Dupont. Hij schreef samen met UCL-collegae Isabelle Roskam en Moïra Mikolajcak een paper waarin ze waarschuwen voor de onbedoeld funeste gevolgen van wat ze de ‘cultus van het kind’ noemen en de ‘opvoedkundige praktijken’ die daarmee samenhangen.
Wat bedoelt u precies met de cultus van het kind?
Serge Dupont: Eeuwenlang werden kinderen gezien als minderwaardige wezens, boordevol ondeugden. Ze moesten worden gecorrigeerd om volwaardig mens te worden en ze te bevrijden van hun bestiale natuur. Met filosoof en pedagoog Jean-Jacques Rousseau zie je een radicaal nieuwe benadering opduiken. Voor hem is juist de volwassene verdorven, en het kind, nog nauw verbonden met de natuur, onschuldig en puur. Die oorspronkelijke eigenschappen moet je koesteren. De visie van Rousseau zal worden bevestigd in de romantiek. In de loop van de 20e eeuw zal men de belangen van het kind steeds meer in wetten en verdragen gieten, denk aan het Internationale Kinderrechtenverdrag, aan het verbod op de zogenoemde corrigerende tik in heel veel landen, het verbod om te roken bij kinderen, of recent in de federatie Wallonië-Brussel, het verbod op collectieve straffen op school. Wat wij de cultus van het kind noemen, is dat je op elk moment het kind centraal plaatst. Die cultus uit zich in nieuwe opvoedkundige praktijken. Denk aan de Europese aanbevelingen in verband met ‘positive parenting’: ouders moeten altijd luisteren naar hun kinderen, vertrekken vanuit hun individuele belangen. In scholen wordt van leraren gevraagd zo veel mogelijk rekening te houden met de noden van elk kind, een veilig emotioneel kader te creëren enzovoort.
Ouders en ook leraren kunnen het niet meer aan.
Veel mensen zullen dat vooruitgang noemen.
Dupont: Heel zeker, maar wij denken dat de slinger doorslaat.
Waaraan ziet u dat?
Dupont: Om te beginnen worden kinderen vandaag extreem beschermd. Zo gaan veel minder kinderen alleen, te voet of met de fiets, naar de lagere school dan vroeger. Wij steunen hier op studies van geografen, die laten zien dat kinderen uit het straatbeeld verdwijnen. Daarnaast wordt het steeds meer normaal bevonden om altijd en onmiddellijk naar kinderen te luisteren, en aan al hun wensen te voldoen. Stel dat volwassenen een gesprek voeren en er komt een kind bij staan. Dan stoppen volwassenen nu vaak meteen met praten om naar het kind te luisteren. Vroeger zouden volwassen niet zelden het kind gewoon negeren. Een laatste opvoedkundige praktijk die voortvloeit uit de cultus van het kind, is het verlagen van de eisen. Heel veel studies laten zien dat het handhaven van discipline, zowel binnen het gezin als op school, verdwijnt ten voordele van praktijken die men dan warmte of welwillendheid noemt, maar waardoor de lat voor kinderen ook lager wordt gelegd.
Wat zijn de gevolgen?
Dupont: Mogelijke gevolgen van overbescherming zijn mentale gezondheidsproblemen, zoals angsten en depressie. Deze kinderen zijn minder goed gewapend tegen de moeilijkheden van het leven, omdat hun ouders altijd proberen alle problemen voor ze op te lossen en obstakels uit de weg te ruimen. Zelfs als volwassenen hebben ze het veel lastiger, laten longitudinale studies zien, want het zijn gewoon mensen die moeilijk volwassen worden. Ze schrijven hun mislukkingen toe aan factoren buiten henzelf – het is altijd de schuld van de anderen -, en vertonen kenmerken van extreem individualisme en narcisme. Wat logisch is. Een kind dat vanaf de geboorte constant in het middelpunt van de belangstelling staat, zal zich later, als volwassene, ook als het centrum van de wereld beschouwen.
Dat steeds meer jongeren kampen met mentale problemen heeft volgens u dus met de opvoeding te maken?
Dupont: Wij zien al 15 jaar dat mentale gezondheidsproblemen bij jongeren toenemen en dat alle indicatoren in verband met depressie, zelfmoordgedachten, angstsymptomen en eenzaamheid omhoog schieten. Precies omdat onze jongeren al fragiel waren, heeft de pandemie er bij hen zo zwaar ingehakt. Veel studies wijzen op de schadelijke effecten van de sociale media. Wij denken dat een en ander ook een gevolg is van veranderende opvoedingsstijlen, thuis en op school, waardoor jongeren niet meer goed genoeg in staat zijn het hoofd te bieden aan de normale beproevingen van het leven.
Los daarvan leidt de cultus van het kind ook tot fysieke gezondheidsproblemen. Omdat de kinderen te veel beschermd worden, spelen ze minder buiten. Als het vroeger regende of koud was, stuurden je ouders je evengoed de straat op om te voetballen. Vandaag zeggen ouders: ‘Straks word je nog ziek, blijf maar binnen.’ Wij beschikken over gegevens van Franse cardiologen waaruit blijkt dat kinderen tegenover veertig jaar geleden er één minuut langer over doen om 600 meter te rennen – 4 minuten in plaats van 3. Ze hebben met andere woorden 25 procent van hun cardiovasculaire capaciteit verloren. Met het gevaar op obesitas, bijvoorbeeld.
Jullie keken ook naar de gevolgen op school?
Dupont: Inderdaad. Daar uit de cultus van het kind zich in het verlagen van de lat voor zuivere kennis en discipline. Ook op school draait alles om luisteren naar de noden van het kind. Maar er is een vrij sterke correlatie tussen wat men studentgericht leren noemt – onderwijs gericht op de leerling – en dalende schoolprestaties. Maar één voorbeeld uit velen is de internationale PIRLS-studie in 50 landen voor begrijpend lezen bij 10-jarigen. Daar, ik heb het even opgezocht voor dit gesprek, bengelen Vlaamse kinderen onderaan het klassement. Of neem de TALIS-studie van de OESO, waarin je ziet dat als de discipline in de klas wordt losgelaten, leraren het veel lastiger krijgen. Ook hier zit Vlaanderen in de staart van het klassement. Vlaamse leraren besteden maar 72 procent van hun tijd aan lesgeven. De rest is orde handhaven en administratieve taken.
Natuurlijk, causaliteit is altijd ingewikkeld, maar zeker is dat het aandeel zuivere kennisverwerving in het curriculum is gedaald. Dan weet je ook dat het kritische vermogen van leerlingen zal dalen. Dat is een verworvenheid in de cognitieve psychologie: zonder cultuur en kennis is kritiek onmogelijk. Ik kan Marc Van Ranst niet bekritiseren, want ik ken niets van virologie.
Maar dat kan tegenwoordig heel goed, hoor.
Dupont: (lacht) Ook waar, maar wat je ziet, op pedagogisch vlak, is dat de leraar een andere rol heeft gekregen. Hij moet een stapje opzij zetten en wordt eerder een begeleider die interessante activiteiten creëert, leerlingen probeert voor iets te interesseren, dan iemand die leerlingen voor de klas gaat onderrichten en hamert op een goede beheersing van de leerstof. We beschikken in de psychologie over veel gegevens die laten zien dat als een leerling zelf de leerstof moet ontdekken, zonder tussenkomst van de leraar, dat het leerproces hindert, en de kloof tussen bevoorrechte en niet-bevoorrechte leerlingen groter wordt.
Voor opvoeders lijkt het altijd vooropplaatsen van het kind ook slopend.
Dupont: Ouders en ook leraren kunnen het niet meer aan. Er wordt steeds meer van ze verwacht. Ze moeten de hele tijd luisteren, onderhandelen, samen met kinderen de regels opstellen… In sommige gezinnen zijn ouders totaal uitgeput. We moeten dat verband nog nader onderzoeken, maar dat de cultus van het kind leidt tot ouderlijke burn-out – en het aantal ouderlijke burn-outs ligt in België heel hoog – lijkt ons een aannemelijke hypothese.
Je hoeft tegenover je kind heus niet alles uit te leggen of te verantwoorden. Je kunt gewoon zeggen: nu naar bed, omdat het moet.
U noemt de cultus van het kind zelfs een gevaar voor de democratie.
Dupont: De Grieken wisten al dat je voor een goed functionerende democratie een kritische massa van verlichte burgers nodig hebt, die het algemeen belang voorop kunnen stellen. Maar de cultus van het kind produceert meer individuen die juist heel ver staan van dat burgerschapsideaal. Individuen die psychologisch niet sterk in de schoenen staan, bij wie de algemene kennis tekortschiet, die navelstaren en narcistisch zijn. Zulke individuen zijn veel meer vatbaar voor charlatans en krachten die de democratie willen schaden. Waar wij voor waarschuwen in onze paper is dat ouders en leraren, door te dicht bij het kind te gaan staan, het einddoel van de opvoeding uit het oog verliezen, namelijk kinderen opvoeden tot kritische burgers.
Wat zou u aanbevelen? Ik neem aan dat u niet terug wilt naar autoritaire opvoedingsmodellen?
Dupont: Wij willen inderdaad zeker niet terug naar het victoriaanse tijdperk of naar opvoedpraktijken die we vandaag als barbaars beschouwen. Wij benadrukken wel het belang van een strak, duidelijk kader, dat uiteraard ook rechtvaardig is, het gaat er niet om arbitrair te straffen. Maar een kader is essentieel voor het gezond opgroeien van een kind. Je hoeft tegenover je kind heus niet alles uit te leggen of te verantwoorden. Je kunt gewoon zeggen: nu naar bed, omdat het moet. Het probleem met de cultus van het kind is dat ouders constant lopen te verklaren, bespreken, onderhandelen.
U pleit dus toch voor strenge regels?
Dupont: Ja, maar dat strikte kader moet je combineren met de welwillendheid om wanneer nodig van dat kader af te wijken, en te luisteren naar de verlangens van het kind. Het gaat om de balans. Wij zien in de ontwikkelingspsychologie, waar we studies uitvoeren op de lange termijn, dat een helder kader en welwillendheid natuurlijke bondgenoten zijn. Met alleen welwillendheid verkeert het kind in een toestand van constante onzekerheid. Daarnaast moeten opvoeders een perspectief op de lange termijn hanteren. Het onmiddellijke belang van het kind, zijn noden en wensen van het moment, zijn niet noodzakelijk in het belang van de toekomstige volwassene, en evenmin van de samenleving. Ouders en leraren moeten dus niet de hele tijd toegeven. Des te meer omdat onze toekomstige volwassenen met grote uitdagingen op het vlak van samenleving en klimaat te maken zullen krijgen. Dus moeten we goed nadenken: wat voor burgers willen we? Op school is dat hetzelfde. Je moet hoge eisen blijven stellen. Kennis is essentieel. Intellectuele bagage is nodig. En duidelijke regels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier