Midlifecrisis? ‘Op middelbare leeftijd hoeven we onszelf niet meer zo tragisch serieus te nemen’
Mannen in de midlifecrisis worden belachelijk gemaakt, vrouwen in de menopauze tot nu toe eerder verzwegen. De Zwitserse filosofe Barbara Bleisch legt uit hoe u het best met de middelbare leeftijd kunt omgaan.
Barbara Bleisch (51) presenteert al bijna 15 jaar het discussieprogramma Sternstunde Philosophie op de Zwitserse televisie. In haar nieuwe boek Mitte des Lebens: Eine Philosophie der besten Jahre beschrijft ze de middelbare leeftijd als een periode van overvloed. Bleisch promoveerde in de filosofie met een proefschrift over mondiale rechtvaardigheid, en schreef later veelbesproken boeken over familiale verplichtingen en over kinderen opvoeden. Ze is moeder van twee tienerdochters, codirecteur van het Philosophicum Lech-festival en lid van het Ethiekcentrum van de Universiteit van Zürich.
Voor mij begon de middelbare leeftijd met de erkenning dat ik een leesbril nodig had. Wat was uw aha-erlebnis?
Barbara Bleisch: Het eeuwige scrollen bij het invullen van onlineformulieren wanneer ik mijn geboortedatum moet opgeven. Soms leek het alsof mijn geboortejaar niet eens meer werd vermeld. Daarnaast veranderden de gesprekken met vriendinnen plotseling van onderwerp.
Waarover gingen die gesprekken?
Bleisch: Iemand vertelde bijvoorbeeld over haar eerste darmonderzoek of een vreemde huidverandering, of zei dat haar knie pijn deed na het joggen. Een vriendin grapte onlangs dat ze een nieuwe tijdrovende hobby had: body maintenance, lichaamsonderhoud. Hier in Zürich opent het ene na het andere bedrijf dat gezondheids- en fitnesstesten aanbiedt, en passende preventieve maatregelen op basis van die testen. De megatrend heet healthy longevity, gezonde levensduur. Mensen van middelbare leeftijd zijn de belangrijkste doelgroep.
Aan de dood valt niets te veranderen.
Bleisch: Misschien wel aan het verouderingsproces.
‘De jaren op middelbare leeftijd zijn de beste jaren, de tijd met de meeste vrijheid.’
Treft ouder worden ons harder in een tijd waarin zelfverwezenlijking en zelfbeschikking zulke belangrijke waarden zijn? Alles lijkt tegenwoordig variabel, zelfs het geslacht. Maar aan onze leeftijd zitten we vast.
Bleisch: Ook daartegen vormt zich inmiddels een beweging, de trans-age-beweging. Mensen laten testen hoe hun chronologische leeftijd, dus het cijfer dat op hun identiteitskaart staat, zich verhoudt tot hun biologische leeftijd, dus de staat van hun botten, spieren en bloedbeeld. Bekend is het geval van de Nederlander Emile Ratelband, die voor de rechter eiste dat het geboortejaar op zijn geboorteakte veranderd zou worden (van 1949 naar 1969, omdat hij zich niet zo oud voelde als hij in werkelijkheid was, nvdr).
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.
Bleisch: Er zijn aan de chronologische leeftijd inderdaad sociale en juridische normen verbonden. Sommigen vinden dat discriminerend. Waarom stellen we de pensioengerechtigde leeftijd bijvoorbeeld vast op basis van het geboortejaar en niet op basis van de gezondheidstoestand? Maar er zijn veel minder leeftijdsnormen dan vroeger. Onze levenslopen zijn meer gedifferentieerd en geïndividualiseerd, soms springen we zelfs heen en weer tussen de levensfasen. We trouwen bijvoorbeeld laat voor de tweede keer en krijgen opnieuw kinderen, beginnen als gepensioneerde een eigen bedrijf. Denk maar aan de term ‘levenslang leren’. Of aan oude mannen in een hoody.
Ik las uw boek in de trein en haalde het omslag eraf. Ik zou me ongemakkelijk voelen als medereizigers me daarmee zouden zien.
Bleisch: Echt? Schaamt u zich voor uw leeftijd? U associeert de middelbare leeftijd misschien primair met een crisis, zoals de meeste mensen. Onterecht, naar mijn mening.
Is de midlifecrisis nu feit of fictie?
Wat kenmerkt de middelbare leeftijd?
Bleisch: Het gaat om de leeftijd tussen 35 à 40 en 65 jaar, een fase waarin veel mensen tegelijkertijd retrospectief en prospectief leven. Ze kijken terug en maken de balans op. En op basis daarvan denken ze na over wat er nog kan komen.
De blik voorwaarts is niet meer zo open als vroeger.
Bleisch: Voor sommige dingen zal er inderdaad niet genoeg tijd zijn. En jezelf compleet heruitvinden brengt hoge kosten met zich mee.
Voor mij klinkt dat wel degelijk als een crisis.
Bleisch: Voor mij zijn de jaren op middelbare leeftijd de beste jaren, de tijd met de meeste vrijheid. In onze jeugd moeten we nog zo veel worden. Dat is belastend. Op hoge leeftijd moeten we weliswaar weinig, maar we kunnen vaak ook niet meer doen wat we willen. Op middelbare leeftijd kunnen we uit het volle leven putten, we kunnen het nog vormgeven. In de oudheid werd de middelbare leeftijd beschouwd als de bloeitijd, waarin mensen zich ontwikkelden en tegelijk de deugd van het midden beheersten. We zijn in die fase niet meer zo uitbundig en heetgebakerd, maar ook nog niet op de terugweg. Jonge mensen willen vaak alles of niets, handelen compromisloos en geloven innig in de betekenis van hun handelingen.
Is dat niet prachtig?
Bleisch: Ja. En vermoeiend. Op middelbare leeftijd hoeven we onszelf niet meer zo tragisch serieus te nemen. We kunnen met meer afstand naar het leven kijken, we zijn in het beste geval soevereiner. Veel is zachter geworden, maar nog niet slapper.
‘In een relatie hoeven dingen niet meteen besproken te worden, ze moeten eerst gezwegen worden. Niet verzwegen, gezwegen.’
Hoe ziet een goed plan voor de middelbare leeftijd eruit?
Bleisch: Het leven laat zich niet op de tekentafel ontwerpen, je kunt niet plannen zoals een carrière. Dat is een van de misvattingen waaraan we in onze jeugd bezwijken. Het leven laat zich ook niet op school leren, het leven moet ervaren worden. Hoe ga je om met je eigen donkere kanten, hoe gedraag je je in conflicten, hoe voer je een gesprek? In het midden van het leven hebben we veel van die ervaringen opgedaan. We zijn vertrouwder met onszelf, weten beter wat we willen.
Wat ziet u nu anders dan vroeger?
Bleisch: Toen ik nog studeerde en daarnaast journalistiek werk deed, ontmoette ik bij een interview eens een oudere relatietherapeut. Hij zei me dat jonge stellen vaak de fout maken dat ze problemen altijd meteen willen bespreken en oplossen. Hij raadde hen aan liever iets samen te ondernemen en daarbij te zwijgen. Dat klonk toen totaal onlogisch voor mij. Vandaag denk ik: ja, de man had gelijk. Veel dingen hoeven niet meteen besproken te worden, maar moeten eerst gezwegen worden. Niet verzwegen, gezwegen.
De middelbare jaren zijn jaren van evaluatie, zegt u. Is er een beslissing die u betreurt?
Bleisch: Als kind en tiener heb ik veel muziek gemaakt. Ik heb gezongen, viool gespeeld, en ook even piano. Maar na mijn studietijd ben ik er niet mee doorgegaan, ik heb niet meer geoefend. Dat betreur ik soms. Maar ik heb zo veel andere dingen gedaan in mijn leven. Er is niet voor alles plaats.
Waarom een man van 50 een sportauto koopt: de midlifecrisis uitgelegd
U vindt het vermoeiend om over beslissingen uit het verleden te piekeren.
Bleisch: Meestal wel. Als we een beslissing betreuren, wil dat niet per se zeggen dat we de verkeerde keuze hebben gemaakt a. Maar omdat we gekozen hebben zijn andere wensen onvervuld gebleven. Daarom is spijt de begeleidende melodie bij het menselijk leven. Bovendien veranderen beslissingen ons. Mochten we terug kunnen, dan zouden we misschien anders beslissen. Maar toen waren we nog niet de persoon die we nu zijn, misschien wisten we het niet beter. We moeten dus milder zijn voor onszelf.
Willen we te veel in het leven?
Bleisch: Nee, ik vind het goed als we veel willen. Er is een mooie zin van de dichteres Nelly Sachs: ‘Alles begint met verlangen.’ Het is een van de kostbaarste zinnen in mijn leven. Er komt een geweldige kracht voort uit verlangen.
Maar is verlangen niet een ambivalente kracht? Het is toch verlangen dat ons doet piekeren als het onvervuld blijft.
Bleisch: Dat gebeurt vooral als we denken dat verlangen alleen horizontaal werkt, gericht op doelen in de toekomst: een marathon lopen, een bestseller schrijven. Dat doelgerichte leven veroorzaakt problemen. Maar verlangen kan ook verticaal zijn: de momenten verdiepen waarin we geworteld zijn.
Wat bedoelt u daarmee?
Bleisch: Filosofisch gesproken gaat het erom niet alleen teleologisch, doelgericht door het leven te gaan, maar ook atelische momenten toe te laten: dingen doen omwille van zichzelf, niet omdat voltooid of bereikt moeten worden. Bijvoorbeeld vroeg stoppen met werken, in de Limmat (een rivier in Zwitserland, nvdr) gaan zwemmen en daarna genieten van een aperol spritz aan de oever.
Lukt u dat?
Bleisch: Ik ontdek het net weer. In mijn vroege volwassen jaren was ik vaak atelisch bezig.
Dus doelloos?
Bleisch: Eerder in het moment blijven hangen. Ik had zeker een wild leven.
Wat bedoelt u daarmee?
Bleisch: Ik heb mijn vroege volwassen jaren ten volle benut, met alle drama’s die daarbij horen. Maar op een gegeven moment werd alles heel hectisch: ik moest mijn studie afmaken, dan de dissertatie, ik zocht een baan, wilde kinderen. O, de fase tussen 28 en 35 was echt zwaar! Toen de kinderen er eindelijk waren, maar nog klein, bleef alles hectisch. Nu zijn ze tieners, 14 en 16 jaar oud, en ik zoek de glansmomenten van het leven weer heel bewust. Wel in andere dingen dan vroeger. Ik waardeer stilte nu heel erg.
‘De geluksindustrie wil ons doen geloven dat twee of drie lifehacks voldoende zijn om een gelukkig leven te bereiken. Maar een geslaagd leven is iets anders dan een gelukkig leven.’
Waar vindt u die?
Bleisch: Ik heb een grote liefde voor zen ontwikkeld, voor klassieke vormen van meditatie. Maar ik weet niet of ik dat in een interview wil bespreken.
Waarom niet?
Bleisch: Veel mensen mediteren tegenwoordig, en voor sommigen gaat het daarbij om een verheerlijking van het eigen ik. Meditatie en ascese als statussymbool. Maar al die technieken gaan eigenlijk over nederigheid. Wat me interesseert aan zen, is dat het zo eenvoudig is. Zitten en zwijgen, meer niet. Ik hou van stilte. Met stilte begint rust.
Hebt u zich ooit afgevraagd hoe uw leven eruit zou zien zonder kinderen?
Bleisch: Heel anders. Soms denk ik dat ik het leuk had gevonden om dan in de academische filosofie te blijven. Maar wie weet. Ik ben nu een ander persoon. Ervaringen die we opdoen, zijn niet als truien die we kunnen uittrekken als we ze niet meer leuk vinden. Ervaringen worden onze tweede huid. Wie moeder of vader wordt, wordt zelf opnieuw geboren.
Houdt u van dit moeder-ik?
Bleisch: Moeder zijn is voor mij een diep bevredigende ervaring. Ik vind het jammer dat er momenteel vaak een ander verhaal de boventoon voert: dat van vrouwen die vertellen hoe zwaar hun leven met kinderen is en hoeveel mogelijkheden hen ontzegd worden.
Maar is die klacht niet begrijpelijk? Wie kinderen krijgt, of het nu een vrouw of man is, geeft vrijheden op en verliest tot op zekere hoogte zijn autonomie.
Bleisch: Het ouderschap is veeleisend, dat wil ik niet bagatelliseren. Maar ik weet niet of het verlies van opties altijd een verlies van autonomie betekent. Wie oneindig veel opties heeft, voelt zich vaak niet bijzonder autonoom, maar eerder overweldigd. Vrijheid betekent voor mij ook niet noodzakelijkerwijs dat je zo veel mogelijk opties hebt. Ik ben vandaag in veel opzichten vrijer dan toen ik 35 was, omdat ik toen nog zoveel moest worden. Nu heb ik een duidelijk omlijnde rol. Vandaag kan ik blijven wie en waar ik ben. De filosofe Eva von Redecker noemt dat ‘verblijfsvrijheid’.
Houden kinderen je echt jong, zoals vaak wordt gezegd? Soms denk ik dat ze me juist oud maken.
Bleisch: Waarom dan?
Door hen wordt het me zo pijnlijk duidelijk hoe snel de tijd verstrijkt.
Bleisch: Dat klopt. Jaar na jaar ruim op zolder spullen die de kinderen ontgroeid zijn. Maar weet je wat: dat is juist goed. Dat laat je zien hoe kostbaar het leven is. Niets uitstellen!
Hebt u soms heimwee naar de tijd toen uw kinderen nog klein waren?
Bleisch: Nee, het is geweldig om nu tieners aan tafel te hebben die meediscussiëren en vragen stellen, die me confronteren en ook bekritiseren, die me een spiegel voorhouden. Soms is dat ongemakkelijk, maar meestal is het geweldig. Er komt een nieuwe generatie met eigen ideeën. Goed zo!
U klinkt onverstoorbaar positief. Piekert u dan nooit?
Bleisch: Zeker wel. En ik wil niet positief klinken, maar eerlijk. Ik heb al vroeg geleerd dat zwaarte bij het leven hoort.
Omdat u het moeilijk had?
Bleisch: Mijn jeugdjaren waren zware jaren. Ik had een rugziekte die ingewikkelde operaties noodzakelijk maakte, en daardoor was ik lange periodes afwezig op school. Dat heeft me zeker gevormd, mijn kijk veranderd. Ik ben vertrouwd met sterke pijn. Soms denk ik dat ik al eens oud ben geweest.
Heeft dat u naar de filosofie geleid?
Bleisch: Niet direct, ik ben pas via omwegen bij de filosofie terechtgekomen. Maar al in mijn masterscriptie hield de vraag me bezig wat een geslaagd leven is. De geluksindustrie wil ons doen geloven dat twee of drie lifehacks voldoende zijn om een gelukkig leven te bereiken. Daar heb ik weinig mee. Een geslaagd leven is iets anders dan een gelukkig leven.
Wat is er dan mis met gelukkig zijn?
Bleisch: Dat hangt natuurlijk af van het begrip geluk. Maar wie altijd alleen maar zorgeloos, verzadigd en tevreden wil zijn, riskeert niets. En wie niets riskeert, mist veel. Echt liefhebben kan bijvoorbeeld alleen als je bereid bent de liefde weer te verliezen. Het paradoxale is: als dat uiteindelijk gebeurt, als we om een mens moeten rouwen die we zeer hebben liefgehad, dan verdiept dat ook ons leven.
Wat kan de filosofie dat de psychologie niet kan?
Bleisch: De kunst van de filosofie is de kunst van de differentiatie. In de differentiatie ligt wat de schrijver Gottfried Benn het ‘tegenovergestelde geluk van de geest’ noemde: denkend een zekere afstand kunnen nemen van de stortvloed aan problemen, zorgen, noden. En uiteindelijk: afstand nemen van jezelf. De perspectieven worden veelzijdiger door filosofie, het leven wordt kleurrijker. Ik kan denkend ademhalen.
‘Crises hoeven niet gênant te zijn. Ze brengen fundamentele vragen over ons leven naar boven. Ik spreek liever van ‘existentiële verlichting’.’
Hoe kijkt u naar de huidige hype rond mentale gezondheid? Houden we ons te veel bezig met gevoelens en te weinig met gedachten?
Bleisch: Ik vind het goed en belangrijk dat we meer aandacht besteden aan ons gevoelsleven dan vroeger. Maar misschien gaat het nu juist de andere kant op. Misschien draaien sommige mensen met veel tijd en geld nu te veel om zichzelf. Het lijkt me dat de filosofie een goed correctief kan zijn, met name de existentiële vraag naar de zin van het leven. Juist op middelbare leeftijd vinden weinigen vervulling als ze zich blijven richten op hun eigen voortgang. Of ze hebben bereikt wat ze wilden en vragen zich af: wat nu? Of ze realiseren zich dat innige levensdromen altijd dromen zullen blijven. In beide gevallen helpt het om de blik te verruimen en bij te dragen aan een groter geheel. Je hoeft niet meteen de wereld te redden, je kunt misschien gewoon meehelpen bij de bouw van een nieuwe speeltuin in de kinderopvang.
We hebben het grootste cliché rond de midlifecrisis nog niet besproken: tandartsen die plotseling hun passie voor Harley-Davidson-motoren ontdekken.
Bleisch: De term midlifecrisis is cliché, en je denkt meteen aan de sportwagen en de jonge vriendin. Een man in zo’n crisis wordt vaak belachelijk gemaakt. Of het nu cliché of werkelijkheid is, het lijkt me niet gepast. Crises hoeven niet gênant te zijn. In navolging van de filosoof Karl Jaspers spreek ik liever van ‘existentiële verlichting’. Crises brengen fundamentele vragen over ons leven naar boven. Tegenwoordig worden mannen en vrouwen met een zincrisis op een zeer vergelijkbare manier geconfronteerd.
Mannen verouderen niet anders dan vrouwen?
Bleisch: De schoonheidsindustrie nodigt tegenwoordig ook mannen uit om zichzelf te optimaliseren en hun jeugdige uiterlijk te behouden. Toch blijven vrouwen nog altijd de belangrijkste doelgroep. De double standard of aging, die de feministische schrijfster Susan Sontag ooit beschreef, bestaat nog steeds.
Mijn indruk is dat de middelbare leeftijd voor mannen juist moeilijker wordt en voor vrouwen makkelijker.
Bleisch: Waarom denkt u dat?
De traditioneel mannelijke sublimatiemethodes zijn niet meer toegestaan. De sugardaddy met een jonge vriendin is belachelijker dan ooit, en de Porsche ook.
Bleisch: Wellicht is dat zo in onze omgeving.
Tegelijkertijd is de perimenopauze hét nieuwe empowermentthema. Er zijn menopauze-influencers met tienduizenden volgers. En er zijn romans als All Fours van Miranda July, waarin een vrouw van in de veertig haar man en kind verlaat en met een veel jongere man in een motelkamer belandt.
Bleisch: Die roman lees ik momenteel met veel enthousiasme. En ja, het klopt, de lichamelijkheid en ook de seksualiteit van vrouwen op middelbare leeftijd worden van taboes ontdaan. Er is een enorme emancipatie gaande. Misschien hebt u toch gelijk. Misschien is er vandaag de dag soms een dubbele standaard ten koste van mannen. Als zij ouder worden, worden ze vaak gezien als oude mannen. Oudere vrouwelijke experts worden daarentegen vaker gevraagd in televisieprogramma’s zoals het mijne.
U presenteert al vele jaren het programma Sternstunde Philosophie. Wat is het geheim van een goed gesprek?
Bleisch: Beide partijen komen wijzer uit een goed gesprek. Idealiter heeft niemand alle vragen en niemand alle antwoorden. Het doel moet zijn om samen na te denken.
Bio Barbara Bleisch
Geboren in 1973 in Basel, Zwitserland.
1994 tot 2001: Studies filosofie, Duits en godsdienstwetenschappen aan de universiteiten van Zürich, Basel en Tübingen.
2007: Doctoraatin de filosofie aan het Ethisch Centrum van de Universiteit van Zürich
2002-2012: Onderzoeksassistent aan het Ethisch Centrum van de Universiteit van Zürich, waar ze van 2005 tot 2009 ook studieleider en directeur was van het postdoctorale programma Advanced Studies in Applied Ethics (ASAE), waar ze vandaag de dag nog altijd actief is als docent.
Sinds 2010: Presenteert het praatprogramma Sternstunde Philosophie op de Zwitserse televisiezender SDF.
2024: Publiceert Mitte des Lebens: Eine Philosophie der besten Jahre.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier