Daan Gielen
‘Leren en je goed in je vel voelen kan je onmogelijk los van elkaar zien’
‘Ik vind het vreemd hoe rekening houden met iemands welbevinden gelijk blijkt te staan aan pamperen en soft zijn’, schrijft Daan Gielen naar aanleiding van de discussie over de PISA-resultaten.
Beeld u een werkplek in met hoge eisen, waar alleen het resultaat telt en waar er continu wordt gecontroleerd hoe goed je het doet. Met weinig flexibiliteit en eigen inbreng, waar het niet nodig wordt bevonden om rekening te houden met het mentaal welbevinden van de werknemers. Dat moeten ze thuis maar doen, in hun eigen tijd. Niet flauw doen, werken!
De kans is klein dat u hier zou blijven.
Van onze werkgevers verwachten we (terecht) een werkplek waar je jezelf kan zijn en waar er naar jou geluisterd wordt, een plek waar je je kan ontplooien en nieuwe (leer)kansen krijgt. Maar ook een plek waar ruimte is voor moeilijke momenten en waar je gas kan terugnemen als het even wat moeilijk gaat. Maar als het over onze kinderen en jongeren gaat, dan zijn de resultaten en de cijfertjes blijkbaar sterker van tel dan hoe ze zich voelen. Er lijkt een dubbele standaard te gelden. De conclusies van de PISA-test laten de gemoederen weer hoog oplopen, met als voornaamste commentaar: geef les, breng kennis over en stop met het gepamper en de pretpedagogiek.
Ik vind het vreemd hoe rekening houden met iemands welbevinden gelijk blijkt te staan aan pamperen en soft zijn. Leren en je goed in je vel voelen gaan hand in hand, versterken mekaar en kan je onmogelijk los van mekaar zien. Net zoals we weten dat leren op een lege maag niet nuttig is, is het dat ook niet met een hoofd vol zorgen. Het frame van ‘pretpedagogiek’ zet bovendien een rem op dialoog en kritische vragen.
(Lees verder onder de preview.)
Vaak klinkt er in de commentaren een ‘in onzen tijd‘-narratief door. Enerzijds is dat logisch: het is heel erg moeilijk om niet door de bril van je eigen ervaringen naar de wereld te kijken. Maar anderzijds weten we ook dat deze blik doorheen de tijd sterk gekleurd wordt: de scherpe kantjes worden eraf gevijld, het viel allemaal nog wel mee, ‘met ons is het toch ook goed gekomen en kijk eens hoeveel succes wij hebben’. Wij moesten erdoor en jij nu ook. Sta me toe dit in vraag te stellen. Want wat is ‘goedkomen’ en wat is succes? En daarbij: het aantal stress gerelateerde klachten en burn-outs lag nooit hoger dan nu. Dat lijken me toch ook relevante data?
Was het misschien dan toch niet nuttig om hier op voorhand (zoals op school?) rekening mee te houden? Zou het geen goed idee zijn om kinderen en jongeren, die straks de samenleving mee vormgeven, voor te bereiden op het leven? En deze verantwoordelijkheid in alle lagen van de samenleving te leggen en niet enkel thuis (maar dus ook niet énkel op school)? Dat we mensen van begin tot eind ondersteuning en een kader bieden waarin het goed vertoeven is? Een kader dat ons mentaal welbevinden bevordert in plaats van tegenwerkt?
En ja, een school is zo’n kader.
En neen, er moet dan niet de hele tijd gebabbeld worden. En neen, leerkrachten moeten niet met fluwelen handschoenen aan lesgeven. Het kan en mag in de kleine dingen zitten, op een manier die bij de leraar past. Een praktijkleraar die de hand op de schouder van een jongere met een offday legt, doet meer dan een leraar zedeleer die een les geeft over geluk. Weef ‘er zijn voor mekaar’, uit balans mogen zijn en zoeken naar manieren om hiermee om te gaan door de lessen en het schoolbeleid. Geef ondertussen les en breng die kennis over. En dan komt het wel goed.
Daan Gielen is expert mentaal welbevinden bij het Vlaams Instituut Gezond Leven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier