Jaloezie in een relatie: waarom sommige mensen alles willen controleren
Is een beetje argwaan in een relatie gezond? Nee. Wantrouwen ontwikkelt een eigen destructieve dynamiek. ‘Een kind dat opgroeit in een sfeer van wantrouwen, leert de wereld met argwaan te benaderen’, zegt Martin Schweer, professor aan de Universiteit van Vechta.
Moet zij nog maar eens naar een afterworkparty? Waarom gaat hij naar de tuin om te bellen? Waarom is zij ineens zo vaak in de sportschool? En waarom heeft hij een nieuwe pincode op zijn telefoon?
En dan is het er ineens, dat wantrouwen. Heeft zij een geheim? Heeft hij een affaire?
‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’ Het is het favoriete spreekwoord van psycholoog Martin Schweer. ‘Omdat het zo beeldend laat zien hoe snel en ingrijpend vertrouwen kan verdwijnen.’ Schweer, professor aan de Universiteit van Vechta en expert in wantrouwen, leidt het enige Duitse centrum voor vertrouwensonderzoek. Hij stelt: ‘Vanuit wetenschappelijk oogpunt bestaat er geen gezond wantrouwen.’
Wantrouwen werkt altijd destructief. Het is ook absoluut niet hetzelfde als een gebrek aan vertrouwen: ‘Vertrouwen is niet blind’, zegt Schweer. ‘Men weet dat dingen fout kunnen gaan. Maar wantrouwende mensen gaan er altijd van uit dat anderen hen willen schaden of misbruiken. Om zichzelf te beschermen, moeten ze alles controleren.’
Behoefte aan controle
Weten wat er speelt en de touwtjes in handen hebben, is een basisbehoefte van de mens. Schweer: ‘We voelen ons niet goed als we het gevoel hebben de controle te verliezen of ons leven niet zelf te sturen.’ Maar er zijn veel dingen waar we geen invloed op hebben. Hier is vertrouwen nodig: vertrouwen dat alles in orde is, goed gaat en in de juiste banen loopt.
Controle en vertrouwen zijn met elkaar verbonden: wie controleert, hoeft niet te vertrouwen. Maar wie geen controle heeft, moet vertrouwen. Of zou dat moeten doen. Mensen met een overmatige behoefte aan controle ontwikkelen geen vertrouwen, maar juist het tegenovergestelde: wantrouwen. Sommige mensen gaan hun partner heimelijk controleren, checken berichten op hun telefoon, bekijken foto’s, agenda’s of controleren afspraken.
Sluipend gif
In relaties begint het vaak met een vermoeden. Word ik bedrogen? Gebeurt er iets achter mijn rug? En dat gevoel groeit, tot men overtuigd raakt dat er wel een groot geheim móét zijn. Dat wantrouwen werkt als een sluipend gif. Niet alleen voor de persoon die zich plotseling moet verantwoorden, sociale contacten moet beperken of verbreken, maar ook voor de wantrouwende persoon neemt de stress toe. Psychologisch onderzoek toonde dit al veertig jaar geleden aan.
Zelfs de Griekse godin Hera leed onder jaloezie. Ze twistte erover met haar echtgenoot Zeus, maar haar wraak richtte zich op de vrouwen. Zo stuurde ze het monster Python op een van Zeus’ zwangere minnaressen af en probeerde ze de geboorte van een kind te voorkomen.
Hera’s jaloezie was niet ongegrond. Maar vaak ontwikkelt alleen al argwaan een destructieve dynamiek. Als het zich eenmaal heeft genesteld, is het moeilijk om er weer vanaf te komen. Zelfs als blijkt dat de verdenking ongegrond was of er inmiddels geen reden meer voor is, blijft wantrouwen emotioneel opspelen, vooral in situaties die lijken op eerdere ervaringen, aldus Schweer.
Hoe vertrouwend iemand is, lijkt deels genetisch bepaald. Wantrouwen daarentegen is aangeleerd.
Wantrouwen is dus een pad naar ongeluk, terwijl mensen die anderen vertrouwen – zo blijkt uit onderzoek – gelukkiger zijn. Hoe vertrouwend iemand is, lijkt deels genetisch bepaald. Wantrouwen daarentegen is aangeleerd. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Arizona uit 2017, waarin een- en twee-eiige tweelingen werden onderzocht. De onderzoekers ontdekten dat eeneiige tweelingen meer overeenkomsten vertoonden in vertrouwensgedrag dan twee-eiige tweelingen. Dat gold echter niet voor hun wantrouwende gedrag. Wantrouwen lijkt dus voornamelijk te worden beïnvloed door sociale ervaringen. ‘Een kind dat opgroeit in een sfeer van wantrouwen, leert de wereld met argwaan te benaderen’, zegt Schweer. ‘Dat betekent niet dat zo’n kind gedoemd is om alles te betwijfelen. Maar het vergroot de kans.’
Gebrek aan bewijzen
Soms sijpelt wantrouwen door in alle facetten van het leven. In relaties uit het zich vaak in jaloezie. Die kan zo sterk worden dat partners zonder enige aanleiding worden verdacht van een affaire. Het ontbreken van bewijzen voedt het wantrouwen alleen maar meer.’
‘Jaloezie is de drang om met ijver te zoeken’, zegt psychiater Harald Oberbauer. ‘Iemand wil koste wat het kost zijn vermoeden bevestigd zien, maar vindt die bevestiging niet. Dat maakt hem of haar gek.’ Oberbauer heeft al jaren een spreekuur voor jaloezie aan de Medische Universiteit Innsbruck. Volgens hem is er een naadloze overgang van gezonde, liefdesbevorderende jaloezie – het ‘zout in de soep’ – naar de ziekelijke kwelling van voortdurende twijfel. Veel patiënten komen bij hem te rade omdat hun levenskwaliteit er enorm is op achteruitgegaan. Ze kunnen zich niet meer concentreren, verwaarlozen hun werk, dringen hun partner in het nauw of worden agressief.
Iemand kwam met het slipje van zijn vrouw naar mijn spreekuur om het op spermasporen te laten onderzoeken.
Harald Oberbauer, psychiater aan de Medische Universiteit Innsbruck
In meer dan twintig jaar spreekuur heeft Oberbauer veel meegemaakt: ‘Zelfdodingen en ook geweldplegingen tegen anderen. Maar ook situaties die misschien grappig lijken, maar dat zeker niet zijn.’ Zoals de man die met het slipje van zijn vrouw naar het spreekuur kwam om het op spermasporen te laten onderzoeken.
Jaloeziewaan is de ziekelijke overtuiging bedrogen te worden, losgekoppeld van de realiteit. Oberbauer: ‘Deze mensen wantrouwen diepgaand. Ze zijn ervan overtuigd dat ze worden bedrogen. Geen argument of bewijs kan hen van het tegendeel overtuigen.’
In geval van jaloezie: wanneer is het tijd om een duidelijke grens te trekken?
‘Als iemand me verbiedt om ’s avonds uit te gaan of me opsluit in huis, dan is dat geweld. Dat mag je niet accepteren.’ – Harald Oberbauer, psychiater aan de Medische Universiteit Innsbruck
‘Ik zou het niet accepteren als iemand in mijn e-mails snuffelt. Ondanks alle begrip voor bittere ervaringen uit eerdere relaties, zou ik mijn leven niet blijvend willen delen met iemand die me voortdurend wantrouwt.’ – Martin Schweer, vertrouwensexpert aan de Universiteit van Vechta
© Der Spiegel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier