Hoe verloopt een bijna-doodervaring? ‘In de Verenigde Staten zien heel veel mensen Elvis Presley’
In zijn nieuwe boek Bijna dood probeert neuroloog en hersenwetenschapper Steven Laureys te achterhalen wat er precies in de hersenen gebeurt tijdens een bijna-doodervaring, maar kijkt hij ook over de grenzen van de wetenschap heen. In onderstaand fragment beschrijft Laureys hoe een BDE zich manifesteert in verschillende tijden en culturen.
Wie dacht dat bijna-doodervaringen een modieus verschijnsel zijn, heeft het mis: in alle culturen vind je er verwijzingen naar. Opvallend is wel dat andere culturen de ervaring anders lijken te beleven – of dat mensen zich andere dingen herinneren. De omgeving waarin we opgroeiden, speelt kennelijk een rol.
Westerlingen die een bijna-doodervaring navertellen, hebben het dikwijls over een fel licht en een tunnel, maar in Japan of India spreken ze vaker van een rivier. In de moslimwereld duikt het beeld van een deur opvallend vaak op. Wij bestudeerden culturele verschillen en inderdaad: in veel moslimlanden zie je fantastisch gedecoreerde deuren.
‘The King is still alive’
In de Verenigde Staten zien heel veel mensen Elvis Presley – The King is still alive after all! Psychiater en zelfverklaard BDE-expert Raymond Moody beschreef onder andere de bijna-doodervaring van een vrouw uit de Midwest die eerst een heel intens wit licht zag. Toen kwam Elvis naar haar toe, legde zijn hand in de hare en vroeg: ‘Hello, Beverley, do you remember me?’ Vervolgens keerde de King terug naar het licht. Beverley was niet alleen: ook andere Amerikanen beschrijven zo’n ontmoeting.
Culturele verschillen blijken dus een realiteit bij de bijna-doodervaring, maar tegelijk is er voldoende overlap om een universele dimensie te zien. Logisch, want alle mensen hebben percepties en gevoelens, los van hun culturele identiteit.
Na 22 gepubliceerde artikels over de bijna-doodervaring is het vermoeden van ons team dat je bij een bijna-doodervaring eerst die puur emotionele ervaring hebt, heel diep in het limbisch systeem. Mogelijk spelen er dan ook verschillen tussen de linker- en rechterhersenhelft.
Daarna moet het ‘rationele’ linkerbrein iets doen om je ervaring te interpreteren en te verklaren. Bij dat proces komen mogelijk allerlei culturele verschillen tot uiting. In onze visie is de bijna-dood ervaring
dus een biologisch fenomeen dat cultureel wordt ingekleurd.
Kleurrijke getuigenissen
Ook wijsgeren en wetenschappers buigen zich al sinds eeuwen over de fysiologische realiteit van bijna-doodervaringen – Raymond Moody boorde zeker geen nieuw vakgebied aan met zijn bestseller Life After
Life (1975). Er zijn ons talloze kleurrijke getuigenissen en ervaringen overgeleverd.
Zo is er het verslag van filosoof Michel de Montaigne, die in de zestiende eeuw het bewustzijn verloor na een bloeding aan de darmen. Hij beschreef in zijn mooiste Frans dat hij geen enkele pijn meer voelde, een oneindige gelukzaligheid ervoer en klaar was voor een prachtige dood. Hij overleefde het voorval echter en noteerde zijn ervaring.
Ook de Brits-Amerikaanse dokter-predikant George de Benneville beschreef in 1804 iets wat we tegenwoordig een bijna-doodervaring noemen: ‘Ik voelde me sterven en verliet mijn lichaam. Ik ging omhoog
als een wolk en zag miraculeuze zaken die ik onmogelijk kan beschrijven. Ik was in een prachtige tuin met personen in het wit en vleugels als van engelen.’
In 1889 analyseerden de Franse artsen Paul Brouardel en Paul Loye getuigenissen van mensen die nipt de verdrinkingsdood hadden overleefd en een bijna-doodervaring hadden meegemaakt. Zonder dat de term ‘bijna-doodervaring’ al bestond, suggereerden Brouardel en Loye dat de ervaring ‘heel waarschijnlijk plaatsvindt op het moment van curieuze fenomenen van cerebrale hyperactiviteit die zulke bijzondere verhalen kunnen uitlokken’. Toen al keken ze dus naar het brein als bepalende factor in de bijna-doodervaring.
De bijna-doodervaring van Carl Jung
Een van de merkwaardigste beschrijvingen van een bijna-doodervaring, komt van de Zwitserse psychiater Carl Jung. Als dwarsdenker had hij kritiek op de westerse wetenschappelijke benadering om alles te zoeken in causaliteit, wat hij intellectueel verarmend vond. Zelf was hij helemaal overtuigd van de kracht van intuïtie en gebruikte hij bijvoorbeeld een orakel om zijn onbewuste te begrijpen.
Jung maakte zijn bijna-doodervaring mee toen hij op 68-jarige leeftijd een hartaanval kreeg. ‘Ik had me nooit kunnen voorstellen dat zo’n ervaring mogelijk was’, stelde Jung. ‘Het was geen product van mijn verbeelding. De visioenen en ervaringen waren absoluut echt. Er was niets subjectiefs aan het verhaal, ze hadden allemaal een kwaliteit van absolute objectiviteit.’
Hij beschreef dat hij zich in de ruimte bevond, hoog boven het aardoppervlak, en neerkeek op de blauwe bol onder hem, met zijn oceanen, continenten en besneeuwde bergtoppen. Ondertussen zag hij zijn hele leven voorbijflitsen, met alles wat hij had ervaren. Daar in de ruimte zweefde ook een tempel.
Jung ging de tempel binnen met de wetenschap dat hij daar mensen zou ontmoeten die hem de betekenis van zijn leven zouden vertellen. Maar toen gebeurde er iets onverwachts: Jungs huisarts kwam omhoog gevlogen vanuit Europa, waar zijn stoffelijke lichaam nog lag. Dokter H. vertelde dat er een opstand was ontstaan omdat Carl Jung de aarde had verlaten. Hij moest terugkeren. Toen hij dat hoorde, was het visioen in één klap voorbij.
Jung was erg teleurgesteld dat hij terug moest naar de aarde en zijn lichaam, maar de ervaring transformeerde hem wel: ‘Sindsdien accepteer ik de condities van mijn bestaan en begrijp ik ze.’ Veel van zijn belangrijkste werken schreef hij ook vanuit die ervaring.
Hij was boos op dokter H. omdat die hem had genezen en tegelijk was hij bezorgd. Want toen dokter H. in de bijna-doodervaring verscheen, wist Jung intuïtief dat zijn dokter in zijn plaats zou sterven. Dat is inderdaad gebeurd: Jung was zijn laatste patiënt. Terwijl Jung herstelde van zijn hartaanval, ging dokter H. in dezelfde stad naar bed om nooit meer wakker te worden.
Over dat overlijden van dokter H. mogen we niet te hard van stapel lopen. Misschien wist Jung al van diens gezondheidsproblemen. En in hoeverre is daar een causaal verband aangetoond? Dikwijls ziet ons brein verbanden die er niet noodzakelijk zijn.
Steven Laureys onderzoekt bijna-doodervaringen: ‘Voor de wetenschap mogen er geen taboes zijn’
Bijna-doodervaring steunt op autobiografische geheugen
De Duits-Amerikaanse goochelaar en dierentemmer Roy Horn beleefde een bijna-doodervaring en zag al zijn gestorven dieren terug.
Haast iedereen kan zichzelf betrappen op magisch denken – mezelf inbegrepen. Soms sta ik voor het rood licht en denk ik heel hard: word nu toch groen! Als het net dan effectief groen wordt, denk je: wauw! Alleen besef ik natuurlijk ook wel dat ik geen telepathische gaven heb: magisch denken berust gewoon op toeval.
Ondanks – of net door – Jungs afkeer van de westerse causaliteit, trok ook hij niet meteen conclusies over een groter, alomvattende kosmisch bewustzijn. Hij was zeker een spirituele denker en hij beschouwde dromen als een poort naar het universele en het onbewuste, maar zelfs voor hem was een bijna-doodervaring geen bewijs van leven na de dood.
Jung dacht: als we de bijna-doodervaring verklaren in termen van neuronale netwerken, dan kunnen we de verschillende dimensies van de ervaring linken aan structuren en wat we weten van hersenactiviteit. Die dimensies zijn dan bijvoorbeeld het gevoel van welzijn, de bijna euforische bliss, de notie van licht, maar ook de mystieke component, zoals het wegvallen van tijd en van ego.
Ikzelf denk ook dat de bijna-doodervaring een universele kern heeft, aangevuld met culturele en individuele verschillen die verbonden lijken met het autobiografische geheugen en verband houden met wat je zelf hebt beleefd.
Die versmelting van universele en persoonlijke aspecten zien we mooi in enkele getuigenissen van beroemdheden. Een bekend voorbeeld is wijlen actrice Elizabeth Taylor, die zelfs meerdere bijna-doodervaringen heeft gehad. Bij een ervan zag ze haar overleden man Mike Todd, de eerste van haar zeven echtgenoten. Na de klassieke tunnel en het witte licht stond Mike haar op te wachten. ‘Mike, je bent
waar ik wil zijn!’ zei Taylor.
‘No, baby, je moet terugkeren, want er zijn nog belangrijke dingen die je moet doen’, antwoordde Mike.
Ook Sharon Stone had een bijna-doodervaring bij haar hersenbloeding in 2001. Zij zag eveneens wit licht en beschreef de ervaring als troostend, helend en vredevol.
In 2003 raakte de Duits-Amerikaanse goochelaar en dierentemmer Roy Horn tijdens zijn act in Las Vegas zwaargewond toen de witte tijger Mantacore hem in zijn nek beet. Horn kon worden gered uit de klauwen van het dier en werd met spoed naar de operatietafel gevoerd. Ook hij beleefde een bijna-doodervaring en zag al zijn gestorven dieren terug. Wie gelooft in de onsterfelijke ziel, mag er dus ook van uitgaan dat dieren een ziel hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier