Jelle Dehaen
‘Een diagnose is een momentopname, maar het stigma is onuitwisbaar’
‘”Tegenwoordig heeft iedereen een diagnose!” Zo luidt de dooddoener op elk familiefeest. De teneur is dat we een stel doetjes zijn geworden omdat psychologen op elk lastig kind een ADHD-etiket kleven’, schrijft columnist Jelle Dehaen.
Zonder twijfel is het aantal diagnoses toegenomen. Aan sommige oorzaken daarvan kunnen psychologen niets doen. Zo hebben smartphoneverslavingen een negatieve impact op kwetsbare jongeren en krijgen ouders op latere leeftijd kinderen, wat de kans op een ontwikkelingsstoornis vergroot.
Natuurlijk worden diagnoses sneller gesteld dan enkele decennia geleden, toen dat nog taboe was. En ja, er zijn meer psychologen die zich allemaal moeten bezighouden. Recent probeerde een kwakzalver-psycholoog gespecialiseerd in ADHD mij op een feestje dat label aan te praten. Toen ik dat weglachte omdat ik aan geen enkel criterium voldeed, concludeerde ze dat ik vast autisme had.
Tegelijkertijd doet de psychologische sector ontzettend zijn best om de wildgroei aan diagnoses tegen te gaan. Afgelopen jaar heb ik aan de KU Leuven vakken psychologie gevolgd. Daar was een constante: zowat elke professor benadrukte hoe omzichtig er met diagnoses moet worden omgesprongen. Steeds opnieuw wordt studenten ingepeperd dat diagnoses soms nodig, maar ook risicovol zijn. Zeker als ze op jonge leeftijd gesteld worden.
Diagnoses zijn immers selffulfilling prophecy’s. De vijftienjarige die plots te horen krijgt dat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft, zal zich beginnen te gedragen zoals zijn etiketje het voorschrijft, waardoor de moeilijkheden vaak verergeren. Bovendien beseffen weinig leken dat een diagnose een momentopname is. Zelfs bij een ernstige aandoening als borderline, die zogezegd een levenslange persoonlijkheidsstoornis is, blijkt minstens de helft van de patiënten na tien jaar niet meer aan de criteria voor die diagnose te voldoen.
Het stigma is echter onuitwisbaar. Zelfs medische professionals laten zich daardoor leiden. Patiënten, en vrouwen in het bijzonder, krijgen van hun psychiater geregeld het advies om hun diagnose niet te melden wanneer ze in het ziekenhuis belanden. Anders worden hun klachten te snel afgedaan als een symptoom van hun aandoening.
De consensus onder professoren psychologie is groot: bij twijfel moet je geen diagnose stellen. Het is problematisch dat dat inzicht, dat in de opleiding van psychologen zo vanzelfsprekend is, niet doordringt bij het grote publiek, maar het toont wel aan dat de wildgroei aan diagnoses niet zomaar de schuld is van psychologen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier