Boksster Oshin Derieuw: ‘Vroeger leefde ik vanuit angst, nu vanuit liefde’

Oshin Derieuw: ‘Had ik die moeilijke jeugd niet gehad, dan was ik nooit geworden wie ik vandaag ben.’ © CARMEN DE VOS

Uit haar pijn wil boksster Oshin Derieuw schoonheid creëren. Met dank aan haar vrouw, haar vechtlust en de zee slaagt ze daar almaar beter in. ‘Dankzij het boksen kreeg ik eindelijk vrede met mezelf.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Op het einde van onze wandeling door natuurdomein De Gavers in Harelbeke zal Charlotte Deldaele, die triatlete is en ons vergezelt met hond Marcel aan de leiband, vertellen hoe zij het lichaam en de geest van haar vrouw Oshin Derieuw ziet veranderen in de aanloop naar een belangrijke kamp. ‘Haar lichaam verscherpt en ook mentaal staat ze strakker. Ze neemt sneller beslissingen maar is ook rapper geprikkeld. En zodra ze in de ring stapt, wordt ze iemand anders.’

De weken van hoogspanning zijn nog niet aangebroken: pas begin volgend jaar plant Oshin ‘La Machine’ Derieuw een nieuw gevecht om een van de vele wereldtitels die het boksen rijk is.

Op haar 35e is Derieuw, die ook boksles geeft en deeltijds op het kabinet van de Kuurnse burgemeester Francis Benoit (CD&V) werkt, op de top van haar kunnen. Na een lastige jeugd en jaren vol blessures en tegenslagen kan ze eindelijk vrijuit sporten.

Eerder dit jaar veroverde ze de IBO Intercontinentaltitel bij de superlichtgewichten en sinds haar passage in Vive le Vélo, het tv-programma van Karl Vannieuwkerke tijdens de Ronde van Frankrijk, wordt ze zelfs herkend op straat.

Opeens kwamen er allerlei gelukshormonen vrij, en zo kreeg ik eindelijk vrede met mezelf.

Zo begon ook onze wandeling, met de mededeling dat het druk is en er de laatste weken van alles op haar afkomt. ‘Het komt altijd neer op het verhaal van yin en yang. Yang is de overheersende, mannelijke energie en yin de meer zachte, rustgevende energie. Het is constant zoeken naar een evenwicht tussen de twee. Af en toe moet ik bewust kiezen voor een zachte activiteit, zoals suppen of lezen, om weer wat meer bandbreedte in mijn hoofd te creëren. Anders wordt het me snel te veel.’

Zijn beide energieën op dit moment in evenwicht bij u?

OSHIN DERIEUW: Ik denk het wel, al is alles de laatste maanden in een stroomversnelling geraakt en moet ik nog wat beter leren om mijn grenzen aan te geven. Dat is altijd al mijn levensles geweest. Ik kan goed verkondigen aan andere mensen dat ze hun grenzen moeten bewaken, maar zelf ben ik er nog niet zo goed in. Gelukkig heb ik enkele mensen om me heen die aan de alarmbel trekken als het te ver gaat. (zwijgt even) Ik raak ook gemakkelijk aan de praat met mensen, en tijdens de bokslessen komen er bij velen allerlei gevoelens naar boven. Ze beginnen te huilen of vertellen me hun diepste geheimen. Ik ben blij dat ze bij me terechtkunnen, want ik geloof in het concept van de wounded healer: als je zelf veel hebt meegemaakt, kunnen anderen leren van jouw ervaringen. Maar tegelijk ben ik mezelf ook nog aan het helen. Dat is een proces dat nooit stopt, en dus moet ik opletten dat ik tijdig mijn grenzen aangeef.

Begrijpt u de magie van het boksen na al die jaren al een beetje?

DERIEUW: Iedereen die begint met boksen denkt dat het vooral een lichamelijke sport is, maar al in de eerste les schrikken ze van het belang van de geest. ‘Oei,’ zeggen ze dan, ‘het is toch meer denkwerk dan ik gedacht had.’ (lacht) Wat mij zo gegrepen heeft, is dat je nooit uitgeleerd bent en dat je de hele tijd mindful bezig bent. Je moet wel, anders kun je in een fractie van een seconde een blauw oog oplopen. Boksen verplicht je om in het moment te zijn, en dat missen veel mensen in hun dagelijks leven. Iedereen is constant bezig met wat ze nog allemaal moeten doen, terwijl je bij boksen alleen maar kunt denken aan wat je nú moet doen. Boksen kan ook een soort verlossing brengen. Veel mensen – zeker in West-Vlaanderen, waar je moet werken, werken, werken – zitten voortdurend in een spanningsmodus. Dan kan boksen haast kalmerend werken, als een vorm van meditatie. En wat ook zo mooi is, is dat je dankzij het boksen leert om menselijke energie aan te voelen. Ik voel nu snel de energie van andere mensen aan. Hoe iemand werkelijk is, zonder ook maar een woord te zeggen.

Welke energie straalt u zelf uit?

DERIEUW: (denkt na) Ik denk dat ik rust uitstraal, zeker met het ouder worden. Vroeger was ik erg onrustig, maar ik heb mezelf kunnen omarmen, als vrouw in de eerste plaats. Mijn zelfbeeld was vroeger erg laag, maar nu is het gezond: ik weet wat ik waard ben en wat ik aankan. Die zelfkennis brengt rust.

U begon pas op uw negentiende te boksen. Wat herinnert u zich nog van uw eerste keer in de ring?

DERIEUW: In mijn jeugd heb ik niet veel bevestiging gekregen. Van mijn twaalfde tot mijn achttiende was ik een verloren ziel. Ik ben opgegroeid in een soort vierdewereldsituatie en moest vooral zien te overleven. Op aanraden van een vriend ben ik op mijn negentiende eens gaan boksen en toen ik de zaal binnenkwam, ging alles vanzelf, alsof ik het al eerder gedaan had.

Het klinkt misschien raar, maar ik heb altijd al geweten dat ik iets zou betekenen voor andere mensen. Alleen kon de enorme energiebol die in me zat nooit zijn weg naar buiten vinden. Tijdens die allereerste bokstraining voelde ik meteen dat het voortaan wel zou lukken. ‘Je doet het goed’, zei de trainer, en die bevestiging betekende veel voor mij.

Oshin Derieuw: ‘Had ik die moeilijke jeugd niet gehad, dan was ik nooit geworden wie ik vandaag ben.’
Oshin Derieuw: ‘Had ik die moeilijke jeugd niet gehad, dan was ik nooit geworden wie ik vandaag ben.’ © CARMEN DE VOS

Boksen heeft u gered?

DERIEUW: Zeker. Daarvoor slenterde ik vooral op straat met wat maten. Op mijn dertiende ben ik fysiek aangevallen, door een vriend van mijn moeder. Daardoor heb ik mijn hele puberteit in een verdedigingsmodus gezeten. Ik stelde me ook beschermend op ten opzichte van mijn moeder. (zwijgt even) Mijn vader en moeder zijn gescheiden toen ik nog erg jong was en mijn moeder, die heel zacht van karakter is, is nadien beïnvloed door haar nieuwe partner, waardoor de vertrouwensband tussen haar en mijn broer en mij brak. Mijn broer was professioneel skater, hij was vaak op reis. Ik stond er dus alleen voor. Als kind van dertien eigende ik me de ouderrol toe, ik had de hele tijd het gevoel dat ik voor mijn moeder moest zorgen. Op mijn zeventiende ben ik alleen gaan wonen. Dankzij het boksen kon ik kort daarna uit mijn slachtofferrol stappen.

Kunt u zich indenken wie u vandaag zou zijn als u nooit was beginnen te boksen?

DERIEUW:Ik zou wellicht helemaal anders in het leven staan, minder rustig. Misschien had ik mijn energie wel ergens anders in kwijt gekund, maar ik vermoed dat ik veel geslotener zou zijn. Dankzij het boksen is mijn lichaam sterk veranderd. Ik begon er fit uit te zien en voelde me goed in mijn lijf, dat was ook erg belangrijk voor mij. Opeens kwamen er allerlei gelukshormonen vrij en zo kreeg ik eindelijk vrede met mezelf.

U kwam van ver: in uw puberteit hebt u zelfs zelfmoordgedachten gehad.

DERIEUW: Ik voelde me eenzaam toen. Ik had afscheid moeten nemen van mijn beste vriendin, die naar een ander continent verhuisde. Daarna ging mijn stiefvader, met wie ik een sterke band had, bij ons weg. Die twee rouwprocessen lieten diepe littekens na. In die periode ontdekte dat ik op vrouwen viel en ook al was dat thuis geen probleem, ik voelde me er wel nog meer alleen op de wereld door. Bij vlagen was ik echt wanhopig, omdat het allemaal zo veel pijn deed.

Wie was uw wounded healer?

DERIEUW: Een paar mensen hebben die rol op zich genomen, maar toch vooral Joe Barber, een houthakker en houtbewerker uit Roeselare. Na mijn middelbare school ben ik bij hem in de bossen beginnen te werken. Hij heeft me onder zijn vleugels genomen en leerde me onafhankelijk te worden. Op den duur was ik een beetje zijn vierde dochter, hij steunde me ook voluit in mijn sport. In een normale situatie nemen de ouders die rol op zich. Ik heb het geluk gehad dat ik altijd mensen ben tegengekomen die zich over mij wilden ontfermen.

Koestert u revanchegevoelens ten opzichte van uw eigen jeugd?

DERIEUW: Nee. Had ik die moeilijke jeugd niet gehad, dan was ik nooit geworden wie ik vandaag ben. Ik ben snel zelfstandig moeten worden. Het was hard, dat zeker, maar het is niet zo dat ik altijd wraak heb willen nemen en daar kracht uit putte. Ondertussen is de band zowel met mijn moeder als met mijn vader hersteld. Ik begrijp nu beter wat er in mijn jeugd allemaal is gebeurd. Het is vergeven. En van nature sta ik vaker stil bij wat ik wél heb dan bij wat ik niet heb. Ik kijk het liefst vooruit. Als atlete, maar ook als mens.

Wat begrenst u bij die groei het meest: uw lichaam of uw geest? ‘The mind is the limit’, zei Arnold Schwarzenegger ooit.

DERIEUW: Je lichaam kan ook de limiet zijn, neem het van mij aan. Niet zo lang geleden heb ik een zware knieblessure gehad, waardoor ik het een hele tijd rustig aan moest doen, en ik heb daar diep van gezeten. Fysieke pijn kan ik sowieso veel beter verdragen dan emotionele. Meestal gaat ze sneller over en heb je snel een diagnose, terwijl je bij mentale problemen dikwijls niet weet waar ze vandaan komen. Maar eigenlijk ben ik daar nogal holistisch in. Vroeger werd de sporter gezien als een lichamelijke machine, vandaag is er gelukkig meer en meer aandacht voor de geest van de atleet. Het klopt wel dat je mentaliteit uiteindelijk de doorslag geeft. Je mag fysiek nog zo sterk zijn, als je geest niet meewil, zul je het niet lang volhouden. Vroeger had ik voor een wedstrijd veel stress en twijfels, angsten zelfs. Door daaraan te werken, er boeken over te lezen en met mijn coach over te praten, kan ik mijn lichaam én mijn geest nu bijna op automatische piloot laten werken tijdens een kamp. Ik heb mezelf aangeleerd om te affirmeren: ik prent mezelf de hele tijd in dat het wél zal lukken.

Als we dansen, tonen we onze affectie graag en heterojongens vinden dat vaak net iets te leuk. Dus gaan we enkel nog naar holebifeestjes.

U werd in uw woonplek Kuurne genomineerd als ‘duurzame heldin’, vanwege uw ‘inzet voor de holebigemeenschap’. Waaruit bestaat die inzet?

DERIEUW: We zijn vooral open over onze relatie, wat voor topsporters nog altijd niet zo makkelijk is. In België valt het nog mee, maar in Amerika hangen je sponsordeals ervan af. Maar we willen onze liefde niet verbergen. Via sociale media, maar ook in levenden lijve benaderen jongere atleten ons daardoor gemakkelijk met hun vragen of twijfels. Voor je het weet, ben je een rolmodel. We zijn ook allebei ambassadrice van Out For The Win, een platform dat verhalen van holebi, transgender of queer sporters plaatst, zodat die eindelijk ook als normaal worden beschouwd. Als ik meer tijd had, zou ik daarover graag voor klassen gaan spreken. Misschien komt dat later nog. Ik geef nu al af en toe keynotes voor bedrijven, en dan heb ik het ook altijd over gender en seksualiteit.

Hoe was het voor u als tiener?

DERIEUW: Alle vrienden van mijn moeder waren homo, dat hielp. (lacht) Ik ben opgegroeid in een milieu van hippie rock-’n-rollers, erg open-minded. Maar het duurde vreemd genoeg wel een tijdje voor ik het van mezelf kon aanvaarden, toen ik voor het eerst tot over mijn oren verliefd werd op een meisje. Gelukkig had ik een goede vriendenkring, die mijn seksualiteit direct als normaal beschouwde. Grote trauma’s heb ik er dus niet aan overgehouden.

Ik las dat jullie wel goed uitkijken waar jullie uitgaan?

DERIEUW: We worden nog te vaak geseksualiseerd, ja. Als we dansen, tonen we onze affectie graag en heterojongens vinden dat vaak net iets te leuk, alsof we het doen om hen op te winden. Dus gaan we enkel nog naar holebifeestjes, waar niemand ons raar bekijkt. We gaan al niet vaak uit, als het dan al eens gebeurt, willen we ons veilig voelen. Want dansen is belangrijk, vind ik, het is een prachtige uiting van energie. Kijk maar naar hoe de inheemse volkeren lang geleden al dansten, zo schoon. Ik denk dat ik in een vorig leven een indiaan was. (lacht) Serieus: ik herken me in hun hang naar de natuur en hun strijdlust. Charlotte en ik nemen elke drie maanden deel aan een zweethutceremonie, waarbij je wordt teruggebracht naar het moment dat je in de baarmoeder zit. Dan overvalt me altijd een diep, oud gevoel van rust, net als wanneer ik aan zee ben.

Vindt u de huidige samenleving te rationeel ingesteld?

DERIEUW: En of. Ik ben een gevoelsmens en wat ik daarnet zei over de zweethutten zullen veel mensen afdoen als quatsch, omdat het rationeel moeilijk te begrijpen is. Maar we vergeten vaak wat gevoelens met ons doen. Naast de rationele, wetenschappelijke kijk op de dingen zou er weer wat meer ruimte mogen komen voor emoties, mysterie, spiritualiteit zelfs. Ik ben niet gelovig, maar ik snap wel waarom het geloof er is. (zwijgt even) Voor mij is liefde alles. Vroeger leefde ik vanuit angst, nu vanuit liefde.

Wat is voor u de zin van het leven?

DERIEUW: Jezelf ontwikkelen, jezelf helen en je eigen ervaringen delen met de mensen rond je, om elkaar te helen. Uit pijn iets moois creëren en gewoon een beetje lief zijn voor elkaar, daar komt het eigenlijk op neer.

Oshin Derieuw

– is 35 jaar

– woont in het West-Vlaamse Kuurne, waar ze halftijds werkt op het kabinet van de burgemeester

– is getrouwd met triatlete Charlotte Deldaele

– werd begin dit jaar IBO Intercontinentalkampioene bij de superlichtgewichten in het boksen

– geeft ook boksles, met haar bedrijf Be Your Own Legend

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content