Psychiater Pascal Sienaert (KU Leuven): ‘Antidepressiva moet je lángzaam afbouwen’
Artsen en patiënten zijn zich er niet voldoende van bewust dat stopzettingssymptomen knap lastig kunnen zijn, stelt professor Pascal Sienaert van de KU Leuven.
Eind jaren tachtig lanceerde het farmaceutische bedrijf Eli Lilly een veelbelovend nieuw antidepressivum: Prozac, een geneesmiddel dat de heropname van de neurotransmitter serotonine in de hersencellen bevordert, wat een gunstig effect heeft op depressie. Prozac, in België beschikbaar sinds 1986, werd veruit het meest populaire antidepressivum ter wereld. De naam is bijna zo bekend als aspirine. De scheikundige molecule, fluoxetine, waarvan ondertussen diverse generische vormen op de markt zijn, wordt beter verdragen dan zijn voorgangers, de zogenaamde tricyclische antidepressiva. En omdat het langwerkend is, en een zeer lange halfwaardetijd heeft, is er minder kans op onttrekkingsverschijnselen wanneer je eens een paar pilletjes vergeet.
De belangrijkste stap is dat je beseft dat stoppen niet vanzelf gaat.
Pascal Sienaert
In de jaren negentig haalde dat antidepressivum herhaaldelijk de media. De ene keer werd het de hemel in geprezen als gelukspil, de andere keer de grond in geboord en in verband gebracht met zelfdoding en agressie. In ieder geval zorgde Prozac voor een aardverschuiving in de behandeling van depressie. Het hielp depressie bespreekbaar maken en de behandeling toegankelijker. Ook huisartsen gingen steeds vlotter antidepressiva voorschrijven. Niet alleen Prozac, maar ook de vele andere antidepressiva die erop volgden.
Professor Pascal Sienaert, psychiater in het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven, herinnert zich die tijd. ‘De tricyclische antidepressiva waarover we tot dan toe beschikten, hadden vervelende nevenwerkingen en waren gevaarlijk bij overdosis, maar ook de nieuwe klasse selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) waartoe Prozac behoort, hebben nevenwerkingen, zo hebben we snel ondervonden, al zijn die anders. Hoe dan ook verminderden de beter verdragen nieuwkomers de terughoudendheid om ze voor te schrijven. Voor veel mensen met een ernstige depressie is dat een goede zaak.’
Steeds meer mensen slikken antidepressiva. Worden ze nu te snel voorgeschreven?
Pascal Sienaert: Waarschijnlijk wel. In feite dienen ze enkel voor matige tot ernstige depressies, liefst in combinatie met psychotherapie, of wanneer andere niet-medicamenteuze behandelingen falen. Zo weten we ondertussen dat lichaamsbeweging een belangrijke impact heeft: die werkt zowel preventief als therapeutisch. Om allerlei redenen loopt de behandeling echter niet altijd zoals de richtlijnen voorschrijven. Zo is het heel moeilijk om een patiënt met een depressie te motiveren om meer te bewegen. Ook zijn er wachtlijsten voor psychotherapie en is de behandeling behoorlijk duur. Ten slotte weten we uit onderzoek dat nogal wat patiënten eigenlijk geen psychotherapie wensen. Sommigen verkiezen een pilletje, dat is goedkoper en eenvoudiger.
Wordt het stopzetten van een behandeling met antidepressiva onderschat?
Sienaert: Absoluut. Stopzettingsverschijnselen treden niet altijd op, en soms zijn ze mild, maar ze kunnen ook knap lastig zijn en lang duren. Als de arts en de patiënt zich daar niet bewust van zijn, worden ze makkelijk opgevat als herval. Stopzettingsverschijnselen zijn eigen aan alle psychofarmaca. Met benzodiazepines (Valium, Xanax en co., nvdr) is het net zo gegaan. Vroeger werden ze veelvuldig voorgeschreven, maar nu artsen en patiënten zich veel beter bewust zijn van de risico’s, is men terughoudender geworden. Die weg moeten we ook opgaan met antidepressiva. Benzodiazepines zijn verslavend: je hebt een steeds hogere dosis om nog een effect te hebben. Antidepressiva zijn niet verslavend, een werkzame dosis hoeft dus niet verhoogd te worden, maar er zijn onttrekkingsverschijnselen die ik persoonlijk liever omschrijf als stopzettingssymptomen, om het onderscheid met verslavende middelen te maken.
Welke raad hebt u voor huisartsen die antidepressiva voorschrijven?
Sienaert: Schrijf ze voor als andere niet-medicamenteuze maatregelen falen, zoals slaaphygiënische maatregelen, dagstructuur en beweging. Gebruik ze niet te snel, enkel bij matige en ernstige depressies. Raad de patiënt ook een psychotherapeut aan. Wat de stopzettingsverschijnselen betreft, informeer je patiënt dat die bestaan. Mensen slaan al eens een paar dagen hun pilletjes over, bijvoorbeeld omdat ze door hun voorraad heen zijn. Ze voelen zich dan beroerd en denken dat de depressie weer opflakkert. Dat is niet het geval. Zo snel herval je echt niet in een depressie. Het gaat dan om stopzettingsverschijnselen. Bij het stopzetten van de antidepressiva bouw je heel langzaam af, volgens de richtlijnen. Informeer actief naar stopzettingsverschijnselen. Vraag je patiënt of hij hetzelfde gevoel heeft als toen hij een paar dagen pilletjes vergat in te nemen. Is dat zo, dan moet je langzamer afbouwen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, maar de belangrijkste stap is toch je beseft dat stoppen niet vanzelf gaat.
REACTIES UIT DE INDUSTRIE
Kathleen Mafranckx – Lundbeck België: ‘We weten dat stoppen moeilijk kan gaan’
Het farmaceutische bedrijf Lundbeck is bekend om zijn gamma antidepressiva. ‘We zijn ons bewust van het belang van het langzaam afbouwen van antidepressiva’, zegt Kathleen Mafranckx, Medical Scientific Liaison Manager & Market Access Support bij Lundbeck. ‘Er zijn al mensen in het ziekenhuis beland als ze te snel afbouwen. De onttrekkingsverschijnselen kunnen ernstig zijn.’ Ook Mafranckx maakt zich sterk dat daarover duidelijk gecommuniceerd wordt naar de voorschrijvers. ‘Zo staat het ook in de bijsluiter’, zegt ze. De patiëntenbijsluiter van hun nieuwste antidepressivum vortioxetine Brintellix vermeldt: ‘Stop niet met het innemen zonder eerst contact met uw arts op te nemen.’ De informatie voor artsen is wel uitgebreider en geeft advies om bij stopzetten van de therapie de dosering langzaam af te bouwen. Speciale lage doseringen om de afbouw te vergemakkelijken heeft de firma niet en die omhulde tabletten zijn ook moeilijk deelbaar. In Nederland bestaat vortioxetine ook in vloeibare vorm. In België niet.
Fanny Verspeelt – Eli Lilly België-Luxemburg: ‘We hebben het niet over pompwater’
‘Prozac heeft inderdaad een kentering teweeggebracht in de behandeling van depressie’, zegt Fanny Verspeelt, Corporate Affairs Manager bij farmaceutisch bedrijf Eli Lilly. ‘Voorheen werden mensen met een ernstige depressie opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dankzij Prozac konden ze door de huisarts behandeld worden en thuis blijven.’
Verspeelt zegt dat Eli Lilly altijd sterk gehamerd heeft op de langzame opbouw en de langzame, zeer strikte afbouw van het bekendste antidepressivum. ‘Het gaat hier niet over pompwater, maar over sterke medicijnen’, beklemtoont ze. ‘Antidepressiva zijn geen wondermiddelen, ze moeten worden gecombineerd met psychotherapie en onder begeleiding genomen.’ Prozac werd in het verleden meermaals in verband gebracht met suïcide en suïcidepogingen, waarvoor het farmaceutisch bedrijf ook meermaals werd aangeklaagd in de Verenigde Staten. ‘Een oorzakelijk verband tussen Prozac en suïcide is nooit bewezen, maar het middel kan inderdaad wel een invloed hebben’, geeft Verspeelt toe. ‘Bij de start van de antidepressieve behandeling voelen mensen zich soms sterker en tegelijkertijd nog hopeloos, een riskante cocktail, zeker bij jonge patiënten.’
Verspeelt beseft dat de komst van de SSRI’s de deur geopend heeft naar veelvuldig voorschrijven van antidepressiva. ‘Wij hebben altijd gecommuniceerd om Prozac enkel te gebruiken bij ernstige depressies en onder begeleiding.’ Prozac bestaat in de vorm van capsules, die moeilijk deelbaar zijn, wat afbouwen wel bemoeilijkt. ‘Ooit was er een vloeibare vorm op de markt, Prozac liquide, maar daar was geen interesse voor’, klinkt het. Die vloeibare vorm werd in de markt gezet voor depressieve patiënten met slikproblemen, niet als hulp bij afbouwen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier