Pleidooi voor meer rughygiëne: ‘Sport is goed, maar micropauzes zijn minstens even belangrijk’
Lockdownstress en thuiskantoren eisen al een jaar hun tol van onze rug. Wat kunnen we doen om het leed te verzachten, of beter nog: te voorkomen? ‘Je mag je lichaam niet te veel pamperen.’
Het is alweer een tijdje geleden dat een boek ons om de paar bladzijden ongemakkelijk op onze stoel deed schuiven, weliswaar omdat het ons eraan herinnerde dat we weer onderuitgezakt zaten. Lieven Danneels, auteur van De rug, een gezonde kijk op rugpijn, grinnikt vanuit zijn thuiskantoor, waar de spinningfiets binnen handbereik staat. ‘Dan ben ik al half geslaagd in mijn opzet.’
Vier op de vijf Belgen krijgen ooit te kampen met lage rugpijn, in variërende gradaties. In 85 procent van de gevallen gaat het om aspecifieke pijn, zonder een duidelijke verklaring. ‘En dan komen de vraagtekens en de onzekerheid’, vertelt Danneels. ‘Onzekerheid die kan leiden tot medisch shoppen, waarbij je blijft zoeken tot iemand je een ‘oplossing’ aanbiedt. Ik heb geprobeerd wat orde te scheppen in het kluwen en een gezond perspectief op rugpijn te bieden, in de wetenschap dat er zelden een pasklaar antwoord is. En ik hamer ook graag op het belang van een goede en preventieve rughygiëne.’
Stress zet zich vast op de zwakke plekken van je lichaam.
Rughygiëne, zegt u?
Lieven Danneels: Net zoals we leren om tweemaal daags onze tanden te poetsen, moeten we van kindsbeen af ook een goede rughygiëne ontwikkelen: van de juiste houding en voldoende bewegen tot micropauzes inlassen. Sport is uiteraard goed, maar voor je rug zijn die micropauzes minstens even belangrijk. Je kunt dan wel tweemaal per week een halfuur joggen, maar als je de rest van de dag immobiel op een bureaustoel zit, koop je daar ook niet zo heel veel mee.
Wat houdt zo’n micropauze precies in?
Danneels: Alles wat je dagelijkse zitroutine even doorbreekt en zorgt voor een betere doorbloeding en mobiliteit. Telefoongesprekken voer ik bijvoorbeeld al wandelend in mijn bureau. Meetings met collega’s plan ik in hun kantoor, zodat ik daarheen moet wandelen. En op mijn stoel of in de auto voer ik regelmatig subtiele bekkenkantelingen uit. Het beste resultaat behaal je natuurlijk samen met een goede kinesitherapeut, die je helpt uitzoeken welke micropauzes voor jou werken.
In 2008 kampte iets meer dan 20 procent van de Belgische bevolking met rugklachten. In 2018 was dat ruwweg gestegen naar 25 procent. Mogen we aannemen dat het afgelopen thuiswerkjaar die cijfers verder de hoogte in heeft gejaagd?
Danneels: Zeker. We verplaatsen ons minder, op en voor het werk, maar glijden van de ene online meeting in de andere. Je zou kunnen opperen dat we collectief meer aan het wandelen zijn geslagen, maar dat weegt niet op tegen de statische houding die we de rest van de dag aanhouden. Tegelijk zijn sociale uitlaatkleppen weggevallen en kampen veel mensen met meer zorgen. En de impact van psychologische factoren op de rug valt amper te overschatten. Stress zet zich vast op de zwakke plekken van je lichaam, en vaak is dat de rug. ( denkt na) We zitten collectief wel minder in de wagen, wat dan weer een goede zaak is. Die doorgezakte positie, met de benen naar voren gestrekt, is vaak heel belastend voor de onderrug.
Niet iedereen beschikt ook over het juiste meubilair in zijn geïmproviseerde thuiskantoor.
Danneels: Wie al jaren op kantoor een ergonomisch toetsenbord en een groot scherm op ooghoogte gewend was, en nu aan de keukentafel op een laptopje aan de slag moet, zal daar hoogstwaarschijnlijk last van ondervinden. Plots wordt je systeem op een andere manier belast dan je gewend was. Niet per se zwaarder, gewoon anders. Onze structuren zijn daar niet op voorbereid.
Al hoeft dat niet per se een probleem te zijn, schrijft u. U bent voorstander van onaangenaam meubilair.
Danneels:( grinnikt) Dat is wat kort door de bocht. Maar je mag je lichaam inderdaad ook niet te veel pamperen. Dat keert alleen maar als een boemerang in je gezicht terug. Een ongemakkelijke stoel is zo slecht nog niet: die dwingt je om sneller van positie te veranderen.
Pro memorie: wat is de correcte houding op een normale stoel?
Danneels: Je moet een onderscheid maken tussen passief en actief zitten. Beide zijn oké, zolang je maar afwisselt. Passief zitten doe je bijvoorbeeld op een goede bureaustoel, voeten goed steunend op de grond, rug tegen de leuning. Maar actief zitten, wat onze spieren versterkt, doe je het makkelijkst met je voeten onder je stoel, zodat je knieën lager dan je heup zitten en je automatisch de juiste kromming van de rug krijgt. Bouw dat wel wat op: actief zitten is lastig voor wie dat niet gewend is. Je kunt uiteraard ook afwisselen met een sta-bureau, al doe ik dat zelf niet. Ik krijg net last van al dat staan.
Tot zover preventie. Bij patiënten die al met pijn kampen, waarschuwt u voor vermijdingsgedrag.
Danneels: Ik vergelijk het vaak met een sneetje in je duim. Aanvankelijk zul je die wonde afschermen en vermijden, tot je wat stouter wordt, jezelf overschat en die toch weer gaat bloeden. Maar we maken ons nooit echt zorgen dat die niet zal genezen. Bij rugpijn gaan we daarentegen snel panikeren. We vrezen dat het nooit meer goed komt en zullen – ook na de acute pijnfase – bepaalde bewegingen vermijden. Terwijl de boodschap is: blijven bewegen. Je hoeft niks te forceren, maar herstel moet je voelen.
De recentste richtlijnen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) leggen de nadruk op zelfmanagement. In 85 procent van de gevallen van lage rugpijn is er immers geen duidelijk probleem vast te stellen en zullen zorgverleners patiënten vooral proberen gerust te stellen. ‘Die pijn verdwijnt binnen de zes tot twaalf maanden vanzelf.’ Alleen is die geruststelling vaak van zeer korte duur. Bij de eerstvolgende pijnscheut gaan we toch weer twijfelen, dat is nu eenmaal menselijk. Vaak gaan we dan shoppen tot we iemand vinden die bevestigt dat er een probleem is en belooft het ‘op te lossen’.
Door middel van een operatie, bedoelt u?
Danneels:(knikt) Zo’n operatie is zeer ingrijpend voor de patiënt, terwijl je in veel gevallen beter geen chirurgie ondergaat. Mijn collega en orthopedisch chirurg Bart Poffyn beaamt dat ook in het boek: waarom wordt er zo vaak geopereerd? Omdat voor ziekenhuisafdelingen rugpathologie chirurgische ingrepen een van de belangrijkste inkomstenbronnen zijn. Je moet durven te benoemen dat dat nog steeds een probleem is. In het UZ Gent proberen we gelukkig zo min mogelijk te opereren, tenzij er echt sprake is van een zwaar letsel of een risico, zoals verlamming.
Ik breek liever een lans voor de zorgverlener als coach. En voor een uitgebreider klinisch onderzoek, voorbij de anatomische stoornis. Kijk naar de voorgeschiedenis, bestudeer hoe iemand staat en zit, denkt en zich gedraagt. Vaak kun je daar veel uit leren en zo een patiënt met op het eerste gezicht atypische rugpijn bijsturen en responsabiliseren.
Lieven Danneels
– 1969: geboren in Gent
– Studie: motorische revalidatie en kinesitherapie (UGent)
– Gewoon hoogleraar aan de vakgroep revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (UGent)
– Onderwijsdirecteur faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
– Voorzitter Belgian Back Society
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier