Pediaters willen ‘minister van het Kind’ in volgende federale regering
De kinderartsen voelen zich steeds meer gefrustreerd over de kinderzorg in ons land.
In Antwerpen heeft de Belgian Academy of Paediatrics (BAoP), een belangenorganisatie van pediaters, haar ‘Plan Zorg voor het Kind’ voorgesteld in de aanloop naar de verkiezingen van 9 juni.
Aan het plan van BAoP werd meegeschreven door tal van andere actoren zoals patiënten, ouders, CLB’s, huisartsen, kinderallergologen, kinderpsychiaters en kinderverpleegkundigen. ‘We willen duidelijk maken dat er een brede consensus bestaat binnen diverse sectoren om samen het kind centraal te stellen in de zorg’, stelt BAoP-voorzitter prof. dr. Ann De Guchtenaere.
Minister van het Kind
Meer en meer kinderen en jongeren kampen met langdurige ziektes, fysiek of mentaal, terwijl de zorg erop achteruit gaat, klinkt het. “En dat door een versnipperd beleid, verdeeld over de gewestelijke en federale bevoegdheidsniveaus”, stellen de artsen. “Dit met alle nefaste gevolgen van dien voor de kwaliteit en veiligheid van medische zorg op kindermaat. Het kind staat allesbehalve centraal.” Een ‘minister voor het Kind’ zou op die versnippering een antwoord kunnen bieden, menen de ondertekenaars van het Plan Zorg voor het Kind.
De 10 aanbevelingen van de kinderartsen zijn:
- specifieke kinderrechten opnemen in de wet patiëntenrechten
- een kinderraad die kinderen en hun ouders een structurele stem in het debat geeft
- een jaarlijks kinderrapport over gezondheid en ziekte bij kinderen
- inzetten op kwetsbare kinderen
- een betere interprofessionele opleiding rond kinderzorg
- investeringen in preventie en preventie hoger zetten op de politieke agenda
- een “herwaardering” van de verschillende professionals in de sector. Beschouw hen niet meer als een vervelende appendix van volwassen zorg
- meer kruisbestuiving door een structurele interfederale werkgroep
- op korte termijn incentives voor intersectorale samenwerking en verbinding.
- benoem een Nationale Minister van/voor het kind met coördinerende en overkoepelende bevoegdheden