Overprikkeld als ouder? ‘Geef beter én tijdig aan waar je grenzen en waarden liggen’
Hoe blijf je als hoogsensitieve ouder makkelijker in balans, zeker als je kind zelf ook hoogsensitief is?
Ongeveer 15 tot 20 op de 100 mensen zijn hoogsensitief. Ze nemen niet alleen meer en subtielere prikkels waar, ze verwerken die ook dieper en reageren er emotioneler op. Die eigenschap heeft beslist mooie kanten, maar brengt ook uitdagingen mee. Dat ondervindt ook Bieke Geenen als hoogsensitieve mama met een hoogsensitieve zoon. ‘Je voelt als geen ander aan wat je kind nodig heeft om in balans te blijven’, getuigt ze in haar nieuwste boek. ‘Maar om de prikkels voor je kind gedoseerd te houden, stel je jezelf er sterker aan bloot. Niet verwonderlijk dus dat de emmer al eens sneller overloopt.’
Ontprikkelen en ontladen
‘Laat me dat verduidelijken met een situatieschets’, stelt Geenen voor, die behalve uit eigen ervaringen ook kan putten uit de vele verhalen van andere hoogsensitieve ouders die ze als dramatherapeut-coach heeft begeleid. ‘Misschien herken je dit. Je zorgt ervoor dat je kind na schooltijd kan ontprikkelen, op tijd te eten krijgt en tot rust komt voor de sporttraining. Hiervoor wring je je in bochten op je werk, in het verkeer en thuis. Bij de sportclub troost je je kind, dat het moeilijk heeft met elk afscheid. Daarna haast je je naar de supermarkt. Precies op tijd terug bij de sportclub krijg je je kind niet meteen mee naar huis. Je blijft geduldig, terwijl je de blikken van de andere ouders voelt priemen. Terug thuis zorg je ervoor dat je kind nog kan ontprikkelen en neem je ook voldoende tijd voor het bedtijdritueel – in de hoop dat het slapengaan dit keer vlot verloopt: slaap is zo belangrijk voor je hoogsensitieve kind. Maar het wil niet lukken. En uiteindelijk ontplof je. Buitenmaats boos brul je: “En durf nu je bed niet meer uit te komen!” Waarna je woede snel overgaat in schuldgevoel en schaamte. Overprikkeld als je bent, zoek je je toevlucht tot een veilige haven. Je gaat samen met je partner in de zetel zitten. Rust. Eindelijk rust. Denk je. Denkt ook je partner. Maar je begint te ratelen, knal door de film heen. Gedaan met kijken. Zorgen stromen associatief en onsamenhangend uit je mond. Zorgen over je kind en over morgen, maar ook over gisteren, vorige week en toen. En je dramt maar door. Om je te “ontladen”.’
‘Overdrijf niet zo’
De manier waarop je je ‘ontlaadt’ is heel intens en staat vaak ver van sociaal aangepast of wenselijk gedrag. Je partner of kind kan het er bijgevolg knap lastig mee hebben. En jij mogelijk ook, als je op zo’n ‘ontlading’ terugblikt. ‘Toch kun je er milder naar kijken als je begrijpt hoe intens emoties door hoogsensitiviteit wel kunnen zijn’, zegt Geenen. ‘Want dan begrijp je ook dat je als hoogsensitieve persoon niet altijd de vrije keuze hebt in hoe intens die emoties eruit stromen. Het verklaart ook waarom aanmaningen van je partner op zo’n moment, zoals “Word nu toch eens rustig” of “Overdrijf niet zo” geen effect hebben. Of werken als een rode lap op een stier. Maar wat zeg of doe ik dan beter wél, willen begripvolle partners vaak weten. Mijn advies luidt: laat je overprikkelde geliefde ventileren. Dan gaan zijn of haar stresshormonen als vanzelf naar omlaag. En luister actief: luister dus om te begrijpen in plaats van om te reageren. Erken de intense emoties. En stel niet meteen “oplossingen” voor eventuele problemen voor. Wacht er liever mee tot het rationele brein van je partner opnieuw functioneert.’
Een begripvolle partner die je laat ventileren als je overprikkeld bent, moet je dus koesteren. Maar zelf kun je ook wat doen om beter om te gaan met je ‘explosiviteit’. ‘Geef beter én tijdig aan waar je grenzen en waarden liggen, zodat je gezin er makkelijker rekening mee kan houden. Communiceer ook over oplopende “moeilijke” gevoelens. En help je kind om hetzelfde te doen. Zeg bijvoorbeeld: “Ik hoor aan je stem dat je je boos voelt, klopt dit?” Dat is heel anders dan “Ik zie dat je boos bent”, want dan beslis je voor je kind hoe het zich voelt.’
Wat als je kind ook hoogsensitief is?
Communiceren over wat er in je omgaat, wordt nog belangrijker als je kind zelf ook hoogsensitief is. Dan zal het jou ook bovengemiddeld goed kunnen ‘lezen’. De frons op je voorhoofd, waarvan jij je niet altijd even bewust bent, wordt dan wel degelijk opgemerkt. Hoe goed je ook je best doet om je stress te verbergen, je hoogsensitieve kind voelt als geen ander dat je ergens mee zit. ‘Laat je dat onbesproken, dan geeft je kind er een eigen, misschien verkeerde interpretatie aan’, zegt Geenen. ‘En door zijn hoogsensitiviteit neemt je kind jouw gevoel van stress ook nog eens gemakkelijk over. Waarna jullie op het einde van de dag elkaar triggeren om te ontladen. Met doorgaans een futiliteit als aanleiding, de spreekwoordelijke druppel te veel. Het goede nieuws is: precies omdat jullie dat kantje van jezelf bij elkaar herkennen, is er gelukkig een grote buffer van begrip tussen jullie. Wat maakt dat jullie je in alle veiligheid bij elkaar kunnen ontladen, zonder dat dat onherroepelijke schade aanricht. Jullie begrijpen elkaar op de moeilijkste momenten als geen ander. Dat is een heel mooie kant van jullie gedeelde hoogsensitiviteit.’
Pleasen tot in het oneindige
Achter de intense ‘explosies’ die hoogsensitieve mensen kunnen hebben, schuilt vaak een grote angst dat iemand boos op hen is, hen niet langer leuk vindt of voorgoed uit hun leven verdwijnt. ‘Hoogsensitieve mensen hebben een bovengemiddeld grote behoefte om zich voortdurend met betekenisvolle anderen verbonden te voelen’, legt Geenen uit. ‘Daardoor kunnen ze helemaal uit balans geraken bij een conflict, maar ook bij een afscheid, bij kritiek, onbegrip, onrechtvaardigheid, oppervlakkigheid en dominantie. Bij elk van deze “triggers” komt de verbondenheid met de ander in meer of mindere mate onder druk te staan.’
Om zich toch maar met anderen verbonden te voelen zijn hoogsensitieve mensen dan ook vaak bereid om te pleasen tot in het oneindige. Ze cijferen zichzelf weg en proberen krampachtig aan ieders verwachting te voldoen. Maar dat is uiteraard niet vol te houden. ‘Jouw leven is enkel ook jouw leven als je niet altijd denkt in functie van wat anderen denken, willen en wensen’, benadrukt Geenen. ‘Als hoogsensitieve ouder goed voor jezelf leren zorgen betekent dus ook: je niet afhankelijk maken van de bevestiging van anderen. Als je kind zelf ook hoogsensitief is, heb je bijvoorbeeld vaak andere opvoedingsstrategieën nodig en zal de reguliere aanpak niet altijd de beste zijn. Wat voor jullie als gezin werkt, werkt voor jullie.’
‘Daarmee wil ik niet zeggen dat je kritiek of onbegrip van anderen zonder meer naast je moet neerleggen’, nuanceert Geenen. ‘Niet dat je dat gemakkelijk zult doen: je verplaatst je net voortdurend in anderen, en uit opbouwende feedback wil je graag leren. Maar er zullen altijd mensen zijn die dingen zeggen of doen die je niet kunt “vatten” en die je om ongekende of onbegrijpelijke reden telkens weer onderuithalen. Ga dat niet overanalyseren, maar leg liever de focus op jezelf, je gezin en de mensen bij wie je je goed voelt. Focus op wat je zélf kunt doen om met de situatie om te gaan en je er comfortabeler bij te voelen. Blijf zo dicht mogelijk bij jezelf en vaar je eigen koers. En door dit zelf te doen, leert je kind dat meteen ook.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier