Overgewicht bij kinderen: ‘Een jonge tiener met te veel cholesterol, dat mogen we niet aanvaarden’

© Diego Franssens

Bij de volwassenen zijn de gewichtscurves de voorbije twintig jaar stabiel gebleven, maar bij jonge kinderen is een uitgesproken stijging te zien. Anne Rochtus, kinderneuro-endocrinoloog aan het UZ Leuven, trekt aan de alarmbel.

Een kwart van de vijf- tot negenjarigen in België heeft overgewicht en bijna 9 procent is obees, volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie. Uit de meest recente gegevens van Kind en Gezin (2023) blijkt dat 11 procent van de tweejarigen al overgewicht heeft, een forse toename in vergelijking met 2012 (6,8 procent).

‘Bij volwassenen zijn de gewichtscurves de voorbije twintig jaar vrij stabiel gebleven. Dat we bij jonge kinderen een uitgesproken stijging zien, is zorgwekkend’, zegt professor Anne Rochtus, kinderneuro-endocrinoloog aan het UZ Leuven.

Samen met collega-professoren Kristina Casteels en An Jacobs staat Rochtus er in voor de obesitasraadpleging voor kinderen. Vroege detectie en behandeling is heel belangrijk, volgens Rochtus, en niet alleen om medische problemen op volwassen leeftijd te vermijden.

‘We zien al jonge tieners met te veel cholesterol, hoge bloeddruk, leververvetting, suikerziekte of gewrichtsproblemen, als gevolg van hun overgewicht. Dat mogen we niet aanvaarden. Daarnaast is ook de psychologische en sociale impact bijzonder hoog: zwaarlijvige kinderen hebben vaak een lager zelfbeeld en worden makkelijk gepest.’  

‘Genetische aanleg speelt voor minder dan 1 procent mee. Veel doorslaggevender zijn gewoontes op het vlak van voeding en beweging.’

Hoe komt het dat het ene kind te zwaar wordt en het andere niet? 

Anne Rochtus: Daarbij spelen meerdere factoren een rol. Als je ouders obesitas hebben, loop je als kind een vijftien keer hoger risico om zelf ook obesitas te ontwikkelen. Maar dat heeft heel weinig te maken met genetische aanleg voor overgewicht. Die speelt voor minder dan 1 procent mee. Veel doorslaggevender zijn gewoontes op het vlak van voeding en beweging, die ouders ook aan hun kinderen doorgeven. Voeding is al in de eerste duizend dagen van een kinderleven belangrijk. Kinderen die in die periode al te snel bijkomen, hebben een hoger risico op overgewicht en obesitas. 

Sinds vorig jaar bestaat er een nieuw zorgtraject voor kinderen en adolescenten met obesitas. Er is dus wel aandacht voor het probleem? 

Rochtus: Zeker. Er werden vorig jaar 21 multidisciplinaire obesitascentra opgericht voor kinderen van 2 tot en met 17 jaar. Met ons centrum aan het UZ Leuven, dat een van die 21 is, richten wij ons voornamelijk op kinderen bij wie het overgewicht een belangrijke impact heeft op de fysieke en mentale gezondheid, en we nemen bij de selectie van patiënten ook sociale noden in overweging. 

Hoe ziet een behandeling eruit?

Rochtus: Met een team van artsen, diëtisten, een psychologe, een kinesiste en een sociaal assistente brengen we de voeding, levensstijl, medische en andere factoren in kaart. Op basis daarvan stellen we een individueel behandelplan op, waarin gezonde eetgewoontes en voldoende beweging altijd de basiselementen zijn. We delen informatie en geven praktische tips mee, en we betrekken daarbij het hele gezin, en vaak ook de school, want je kunt de oorzaak en de impact van het overgewicht niet los zien van de omgeving van het kind. Ook samenwerking met de huisarts en de kinderarts is voorzien in het behandelplan. 

© Diego Franssens

Het is niet evident dat een heel gezin zijn leefgewoontes verandert?

Rochtus: Zeker niet. Dat vraagt moed, engagement en vooral doorzettingsvermogen, want het gaat om een inspanning die je moet volhouden. Een gewoonte verander je ook niet van de ene dag op de andere. Soms gaat het maar met hele kleine stappen vooruit, maar we merken dat kinderen die thuis steun krijgen, meer kans maken op een gezond gewicht als volwassene. 

Mensen zijn soms geneigd om te denken dat het overgewicht vanzelf verdwijnt wanneer kinderen opgroeien, maar dat is dus niet zo?

Rochtus: As het eet- en bewegingspatroon ongewijzigd blijft, is de kans groot dat het kind opgroeit tot een zwaarlijvige volwassene, met het risico op de medische gevolgen die aan dat overgewicht verbonden zijn zoals een te hoge bloeddruk, hoge cholesterol, hart- en vaatziekten, diabetes, gewrichtsproblemen, slaapapneu, leverziektes, spierpijn, kortademigheid,osteoporose, nierfalen, depressies en angsten. Maar het goede nieuws is dat een andere levenswijze, met gezondere voeding en meer beweging, het overgewicht tijdens de groei kan laten verdwijnen. Hoe vroeger je kunt ingrijpen, hoe beter.  

Aantal jongeren met overgewicht en obesitas neemt sterk toe: ‘Negatieve impact van corona’

U stelt tijdens de consultaties vast dat heel wat gezinnen er nogal ongezonde eetpatronen op nahouden?

Rochtus: Er bestaan nog altijd hardnekkige misverstanden over wat al dan niet gezond is. Zo zullen weinig ouders toelaten dat hun kind een hele fles frisdrank drinkt. Gaat het om appelsap, dan zijn ze een pak minder streng, omdat ze denken dat het niet ongezond is. Terwijl in fruitsappen vaak evenveel suikers zitten als in frisdrank. Nog zo’n overtuiging is dat een koekje af en toe geen kwaad kan. Dat klopt, maar niet als koekjes een maaltijd vervangen. Het is opvallend hoe weinig kennis sommige ouders hebben over gezonde voeding. Heel wat mensen weten bijvoorbeeld ook niet hoe ze voedingsetiketten moeten lezen, wat eigenlijk een basisvaardigheid zou moeten zijn.

‘Er bestaan nog altijd hardnekkige misverstanden over wat al dan niet gezond is. Zo zitten er in fruitsappen vaak evenveel suikers als in frisdrank.

Is het niet vreemd dat die kennis zo beperkt is? Er is nog nooit zo veel gesproken en geschreven over gezonde voeding als nu en de kookboeken met gezonde recepten duiken steevast op in de bestsellerlijsten. Bereiken mensen zoals Sandra Bekkari en Pascale Naessens dan toch niet iedereen?

Rochtus: Het verbaast mij ook wel, maar een deel van de bevolking wordt helaas niet bereikt. Aan goede informatie is er nochtans geen gebrek. Bij Kind en Gezin, Gezond Leven en Eetexpert, bijvoorbeeld, vind je zeer kwalitatief advies over gezonde voeding. Maar niet iedereen vindt de weg naar die kanalen. Er zijn sensibiliseringscampagnes nodig, niet alleen gericht naar ouders, maar ook naar kinderen. Want die krijgen op TikTok en Instagram wel een en ander te zien over voeding, maar dat komt niet noodzakelijk van bronnen met wetenschappelijk gegronde kennis.

U wijst ook op de impact van reclame voor voedingsproducten die zich op kinderen richt.

Rochtus: Kinderen zijn een makkelijke prooi voor marketeers. Zij geloven dat een product met hun favoriete tekenfilmheld erop ook echt lekkerder smaakt. Ga maar eens naar de supermarkt met jonge kinderen. Overal herkennen die tv-figuren die voedingsmiddelen aanprijzen die niet altijd de gezondste zijn. Daar buiten raken zonder die producten in je kar, is een uitdaging. Op dat vlak mogen er wat mij betreft strengere regels komen. Tv-reclame voor ongezonde voeding binnen bepaalde tijdszones verbieden, zou zeker helpen.

Obesitasdokter Lieve De Lille: ‘Reclame voor snoep is even fout als reclame voor sigaretten’

Hebben scholen ook een rol te spelen?

Rochtus: Zeker, en ook daar is nog ruimte voor verbetering. Bij een verjaardag is het vaak de gewoonte dat kinderen een traktatie meebrengen voor hun klasgenoten. Nu zijn er al  scholen die hun voorkeur uiten voor zelfgemaakte traktaties, of voor gezonde alternatieven. Er zijn zelfs scholen die uitdrukkelijk vragen om niets mee te brengen en de jarige op een andere manier in de bloemetjes zetten. Dat kan zeker zo leuk zijn.

Anne Rochtus © Diego Franssens

Het zit diep in onze cultuur, dat feestvieren gepaard gaat met calorierijk eten en drinken. Mensen zullen denken: gaan ze ons dat ook nog afpakken?

Rochtus: Ik begrijp die reactie wel, maar feestvieren kan ook op een gezonde manier. Ouders van kinderen met overgewicht worstelen heel hard, want het ongezonde aanbod is overal: op feestjes, aan de kassa in de supermarkt. Ouders die strikte regels willen hanteren, wordt het overal moeilijk gemaakt, terwijl de maatschappij hen net zou moeten ondersteunen.

Zelfs als binnen de schoolmuren alle ongezonde snacks worden geweerd, blijven die daarbuiten overal beschikbaar.

Rochtus: Die verleiding is er inderdaad overal. In een straal van één kilometer rond een Vlaamse basisschool zijn er gemiddeld 3,8 buurtwinkels en 6,3 fastfoodrestaurants, voor de gemiddelde middelbare school zijn dat er respectievelijk 7,6 en 12,7. Bij de helft van de scholen vinden kinderen zelfs op minder dan 400 meter een fastfood- of afhaalzaak. Geen wonder dat adolescenten die tijdens de middagpauze naar buiten gaan om samen iets te eten meestal niet kiezen voor een salade. 

Vaarwel hamburgergeneratie, welkom Ozempic kids

Moet de overheid dan ingrijpen in het aanbod?

Rochtus: Kinderen, ouders en dokters kunnen het niet zonder de hulp van de overheid. Waarom komt er geen suiker- of vettaks? Ik begrijp dat het misschien complex is om in te voeren, maar ik zie daar wel een deel van de oplossing in, zeker als je die zou combineren met een verlaging van de prijs van gezonde voeding. 

Daarnaast zijn er ook zaken die eenvoudiger in te voeren zijn. Bied gezonde snacks en fruit aan op scholen, of gratis soep. Bied meer sport aan op school, of na schooltijd. Dat vraagt organisatie en infrastructuur, maar met wat extra ondersteuning moet dat kunnen.

Politici blijven excuses verzinnen waarom het te moeilijk of te duur is om te investeren in preventie, maar de gevolgen van de obesitaspandemie die op ons afkomt als we niet ingrijpen, zullen we nog veel minder kunnen betalen. Want de zorg die nodig is door de gevolgen van overgewicht en obesitas, is uitermate hoog. Alleen al de boomende medicatie kost ons fortuinen, en dan zijn er nog de kosten die alle eerder genoemde ziektes met zich meebrengen.

‘Bij de helft van de scholen vinden kinderen op minder dan 400 meter een fastfood- of afhaalzaak.’

Zit het probleem ook niet thuis, bij de gezinnen? Hebben mensen tegenwoordig ook niet gewoon te weinig tijd om gezond te koken?

Rochtus: In vergelijking met een paar decennia geleden koken minder mensen zelf een maaltijd. Hoe dat komt? Het grote aanbod aan bereide schotels en afhaalmaaltijden zit daar voor iets tussen, net als de tijdsdruk die mensen voelen, zeker in de levensfase met jonge kinderen. Maar ik pleit er bij ouders voor om toch zelf vers te koken, omdat het gezonder, voordeliger en lekkerder is. Het is zo belangrijk dat het een prioriteit moet zijn, waar je tijd voor maakt. Zo geef je je kinderen ook de belangrijke boodschap mee dat samen koken en eten lekker, gezond en gezellig is. 

Voedingsproducenten en retailers pakken tegenwoordig ook uit met gezonde voeding. Een goede zaak, of is dat niet meer dan slimme marketing? 

Rochtus: Ik ben altijd blij als ik een supermarktfolder krijg die inzet op gezonde voeding, De labels die ze hanteren zijn niet perfect, en ze dienen ook commerciële doeleinden, maar het is goed dat ze er ziin. De consument moet ze wel leren lezen. Neem nu de Nutriscore, die de voedingswaarde van een product aangeeft. Die helpt consumenten om gezonde keuzes te maken, maar je moet die altijd zien in het perspectief van de voedingsdriehoek. Met de Nutriscore kun je koeken onderling vergelijken, en dat is een goed idee, want de verschillen tussen het ene en het andere koekje zijn best groot. Maar zelfs als je het koekje met de beste Nutriscore kiest, dan nog valt het binnen de rode groep van de voedingsdriehoek, waarvan je het best zo weinig mogelijk eet. Ik heb ook de indruk dat mensen soms door het bos de bomen niet meer zien, omdat er nogal wat verschillende labels en scores gebruikt worden. Ook daar is er veel meer behoefte aan informatie en sensibilisering.

‘Ik heb ook de indruk dat mensen soms door het bos de bomen niet meer zien, omdat er nogal wat verschillende labels en scores gebruikt worden.’

Met het gsm-verbod op scholen bent u wellicht blij? 

Rochtus: Absoluut. We weten dat schermtijd beweging verdringt en de plaats inneemt van authentieke sociale contacten, die zoveel beter zijn voor kinderen. Soms moet je als overheid mensen durven te beschermen tegen zichzelf. Wat roken betreft, is er ook lang gedacht dat er voor bepaalde maatregelen geen draagvlak was. Maar uiteindelijk zijn op dat vlak heel wat stappen gezet die vruchten afwerpen. Dus het kan in principe wel. Waarom zou dat niet kunnen als het over voeding gaat?

Zijn de meeste van de trajecten die jullie opstarten succesvol?

Rochtus: Dat hopen we. Het is wat vroeg om de balans op te maken, maar we trekken ons op aan alle kleine successen. Maar kinderen, ouders en dokters kunnen het dus niet alleen. Ook hier geldt: ‘It takes a village to raise a child.’  Als we het tij willen keren, moet ook de overheid meewerken.

Anne Rochtus

– 1985: Geboren in Antwerpen.
– Studeerde kindergeneeskunde, doctoreerde en specialiseerde in kinderendo- en neurologie aan de Universiteit van Leuven.

– Postdoctoraat in Boston Children’s Hospital, Harvard Medical School.
– Betrokken bij diverse (internationale) klinische en fundamentele studies in endocrinologie, diabetes en obesitas.

– Organiseert webinars voor de Europese Vereniging Kinderendocrinologie (ESPE).


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content