Opgroeien in coronatijden: is er een angstgeneratie in de maak?
Kinderen en jongeren groeien op in een crisisperiode die heel wat stress en angst genereert. De vraag dringt zich op of we een generatie minderjarigen met blijvende angstproblemen grootbrengen. ‘Een jaar crisis heeft een grotere impact op het leven van een kind, dan op dat van een volwassene.’
‘We zitten allemaal in hetzelfde schuitje’ is een uitspraak die we ongetwijfeld allemaal wel eens gehoord hebben het afgelopen jaar. Toch is ze slechts gedeeltelijk waar, want de coronacrisis treft lang niet iedereen op dezelfde manier. Zo vormt het gros van de kinderen en jongeren een ogenschijnlijk weinig kwetsbare groep omdat het virus hen doorgaans minder vaak en minder ernstig ziek maakt.
Hoewel minderjarigen op vlak van hun lichamelijke gezondheid minder te lijden hebben tijdens de pandemie, kan niet hetzelfde gezegd worden over hun mentale welzijn, dat ernstig onder druk staat. Zo bereiken de wachtlijsten van enkele kinderpsychiatrieën in ons land recordlengtes en meldt het CLB een exponentiële stijging van het aantal chatgesprekken over angst, depressie, zelfverwonding en zelfdodingsgedachten bij jongeren.
‘Deze crisis is voor iedereen zwaar, maar minderjarigen hebben nog niet de relatieve stabiliteit die de meeste volwassenen wel al hebben.
Steven Gielis (AP Hogeschool)
Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens waarschuwde er eerder dit jaar in haar open brief aan het Overlegcomité nog voor: we mogen de psychosociale kwetsbaarheid van kinderen en jongeren niet uit het oog verliezen. Ook lector Orthopedagogie Steven Gielis (AP Hogeschool) vraagt aandacht voor de kwetsbaarheid en het mentale welzijn van kinderen en jongeren: ‘Hun hersenen zijn nog volop in ontwikkeling, waardoor ze op een andere manier functioneren dan volwassenen.’ Volgens Gielis scheren we kinderen en jongeren dus beter niet over dezelfde kam als volwassenen: ‘Deze crisis is voor iedereen zwaar, maar minderjarigen hebben nog niet de relatieve stabiliteit die de meeste volwassenen wel al hebben. Zo’n jaar in crisis heeft dan ook een grotere impact op het leven van een kind dan op dat van een volwassene.’
De waarde van weerbaarheid
‘Onze kinderen reageerden niet zo angstig op de crisis,’ vertelt Evelyn Gulinck, mama van Nils (5), Jorijn (13) en Arnoud (17). ‘Mijn dochter reageerde angstig op de eerste berichtgeving vorig jaar. De beelden van de Italiaanse ziekenhuizen maakten een grote indruk op haar. Ik heb haar toen gerustgesteld door met haar in gesprek te gaan. Intussen heeft ze er zelf een quarantaineperiode opzitten na een hoogrisicocontact, waarbij ze heel kalm is gebleven. Van die oorspronkelijke angst was niks meer te merken.’
Gelukkig is Evelyn niet de enige ouder wiens kinderen weinig problematisch op de pandemie reageren. Steven Gielis bevestigt dat de grote meerderheid van minderjarigen in ons land gespaard zal blijven van langdurige problemen, een mening die hij deelt met filosoof en psychiater Damiaan Denys (Universiteit van Amsterdam). ‘De laatste jaren zijn we in de westerse wereld op een obsessieve manier bezig met ons mentaal welzijn’, vertelt de laatste. ‘Daardoor dreigen we te vergeten dat mensen, en zeker kinderen, ook heel weerbaar zijn.’
Ondanks de niet te onderschatten waarde van die weerbaarheid, is de groep mensen met angststoornissen volgens de psychiater wel toegenomen het afgelopen jaar. ‘Er zijn heel wat patiënten met angst en depressie bijgekomen die voor de coronacrisis nog niet met die problemen kampten. Tegelijkertijd hebben twee onafhankelijke studies aangetoond dat patiënten die voor de crisis wel al met zulke problemen worstelden, het nu beter doen.’ Dat hoeft volgens de psychiater niet te verbazen: ‘In onze huidige angstige en controlebehoeftige samenleving trekken individuen met afwijkend gedrag minder de aandacht. De pathologie valt minder op doordat de normaliteit verschoven is.’
‘Ik geloof niet dat de personen die voordien al kwetsbaar waren, nu minder opvallen of minder kwetsbaar zijn’, reageert Gielis, die op dit punt van mening verschilt. ‘De groep kwetsbare minderjarigen is alleen maar gegroeid, dat merken we aan de vragen die we krijgen van ouders. Wie nog geen problemen had, is nu mogelijks kwetsbaarder dan voorheen en wie wel al met bepaalde problemen worstelde, is nu extra kwetsbaar’, stelt hij.
Verscherping van ongelijkheid
‘Gelukkig hebben wij de mogelijkheden om onze kinderen veilige alternatieven te bieden voor de hobby’s en het sociale contact dat ze nu moeten missen door de maatregelen’, vertelt Evelyn. ‘Maar dat is lang niet bij iedereen het geval.’
Dat de crisis de reeds bestaande ongelijkheid tussen kinderen en jongeren verder verscherpt, staat volgens haar buiten twijfel. ‘De pandemie genereert heel wat stressoren die er anders niet zouden zijn’, licht Gielis toe. ‘Bovendien zijn de protectieve factoren, zoals ouders en leerkrachten, verzwakt doordat ze het zelf ook lastig hebben. Binnen gezinnen die het sowieso al moeilijk hadden, kan die optelsom van factoren ervoor zorgen dat de sfeer nog meer gespannen wordt. En daar betalen kinderen en jongeren soms de rekening voor.’
Hij stelt daarnaast dat het potentieel problematisch is als minderjarigen langdurig het gevoel hebben dat ze niks aan de gespannen situatie kunnen veranderen. ‘Meestal hebben ze nog niet de coping-strategieën om op een juiste manier met spanningen om te gaan. Dat tekort aan controle compenseren ze soms door controle terug te nemen op gebieden die ze wel zelf in de hand hebben, zoals hun eten of hun lichaam. Dat werkt eetstoornissen en zelfverwonding in de hand’, waarschuwt hij.
De invloed van de school
Voor ouders die veel zorgen aan hun hoofd hebben, is het moeilijker om hun kind te ondersteunen en stressoren te relativeren. ‘Nochtans spelen ouders een cruciale rol,’ benadrukt psychiater Denys, ‘zeker in een crisisperiode als deze. Het voorbeeld dat zij stellen, heeft een grote invloed op kinderen. Als ouders stress en angst kunnen relativeren, dan kan hun kind dat meestal ook.’ Omgekeerd nemen kinderen volgens de psychiater de paniek van hun ouders gemakkelijk over.
‘Als ouder en als mens probeer ik de crisis en de maatregelen op een nuchtere manier te bekijken. Ik denk bewust na over hoe we er als gezin best mee omgaan en hoe ik er naar de kinderen toe over communiceer. Ik probeer vooral om de positiviteit erin te houden, want we moeten het volhouden natuurlijk’, vertelt Evelyn.
Volgens haar helpt het bovendien als ouders en school dezelfde houding delen. ‘De school van mijn jongste zoon communiceert op een gevoelsmatige manier, wat mij geruststelt. Daarin verschilt ze van de middelbare school waar mijn andere twee kinderen naartoe gaan. Hun communicatie is afstandelijker en ze benadrukken de regels meer, wat bij mij en de kinderen soms hard binnenkomt.’
Psychiater Denys herkent hierin de discussie die de gehele coronacrisis tekent: ‘We kunnen twee groepen onderscheiden: de groep die controle en zekerheid benadrukt en de groep die de nadruk legt op het menszijn en de levenskwaliteit.’ Volgens hem is de beste oplossing om een middenweg te zoeken, ‘met respect voor de regels, maar ook de durf om te leven.’
Verzet tegen een angstcultuur
Het is volgens Denys vooral van belang om niet te vervallen in collectieve angst. ‘Als we bang zijn, willen we er alles aan doen om controle terug te winnen. De pandemie bevestigt dat: we kunnen als samenleving moeilijk aanvaarden dat we niet iedereen kunnen redden. We zijn bereid om veel vrijheid op te geven voor het idee van veiligheid.’
In basisschool De Sterrebloem uit Meigem, waar de jongste zoon van Evelyn school gaat, doen ze er dan ook alles aan om te vermijden dat er een angstcultuur ontstaat. ‘Toen de gemeente ervoor pleitte om een mondmaskerplicht in te voeren bij kinderen jonger dan twaalf jaar, nog voordat de overheid die regel invoerde, zijn we daar niet in meegegaan’, licht coördinator Ellen De Dapper toe. ‘We wilden het fysieke en geestelijke welzijn en het leervermogen van onze leerlingen beschermen.’
Door bewust om te gaan met de maatregelen en er op een open manier over te communiceren, stelt de school haar leerlingen gerust. ‘We houden ons strikt aan de maatregelen, maar we leggen het er niet vingerdik op’, vertelt De Dapper. ‘Door op een open manier met onze leerlingen in gesprek te gaan en uit te leggen waarom de regels er zijn, stimuleren we hun verantwoordelijkheidsgevoel. Zo hoeven we niet de hele tijd met de vinger te wijzen en maken we dingen bespreekbaar.’
Die aanpak juicht Gielis toe, niet alleen omdat kinderen zo rustiger blijven onder de omstandigheden, maar ook omdat de school zo het welzijn van haar leerlingen bewaakt: ‘Als kinderen merken dat alles bespreekbaar is op school, dan is de kans groter dat mogelijke problemen uit de thuiscontext worden opgepikt en dan kan er op tijd worden ingegrepen.’ Op die manier kan volgens hem vermeden worden dat een probleem uitgroeit tot een stoornis.
Nood aan goede opvolging
Gielis benadrukt net zoals Denys dat pas na de crisis zal blijken hoeveel kinderen en jongeren blijvende problemen zullen overhouden aan de pandemie. Hoewel er volgens de experts geen angstgeneratie in de maak is, verwacht Gielis wel dat de groep kinderen en jongeren met problemen en stoornissen gegroeid zal zijn. ‘Ik vrees dat er meer eet- en angststoornissen, meer slaapproblemen, meer depressies, meer zelfverwonding, meer zelfdodingsgedachten en -pogingen en meer zelfdodingen zullen zijn’, aldus Gielis. ‘Het zal erop aankomen om in de weken, maanden en jaren na de crisis de aandacht op het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren te houden.’
Heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier