Op zoek naar de wortels van MS: ‘We hebben vandaag nog te weinig zicht op de ziekte’
In België werken wetenschappers in diverse onderzoeksinstellingen dagelijks in alle stilte aan het ontrafelen van multiple sclerose (MS). Dankzij giften en acties van honderden Belgen aan de Charcot Stichting.
Multiple sclerose (MS) werd voor het eerst omschreven door de Franse neuroloog Jean-Martin Charcot, maar het waren Belgische neurologen die als een van de eersten belangstelling voor de ziekte toonden. Onder hun impuls werd een structuur in het leven geroepen die zeer gericht innovatief onderzoek selecteert en financiert.
De Charcot Stichting heeft, dankzij giften, sinds haar oprichting in 1987 8,3 miljoen euro geïnvesteerd in fundamenteel en klinisch onderzoek naar MS. Het jaarlijkse budget voor fundamenteel onderzoek van de stichting bedraagt 600.000 euro verdeeld over een tiental universitaire onderzoeksteams in België en twee doctoraatsbeurzen gewijd aan MS. Eén van deze teams is het Laboratorium voor Neuro-Immunologie van de KU Leuven, onder leiding van professor An Goris. ‘Ons lab focust op translationeel onderzoek’, steekt professor Goris van wal. ‘Dat betekent dat we vragen uit de kliniek vertalen naar onderzoek in het lab, om de resultaten vervolgens terug te koppelen naar de klinische praktijk, zodat de zorg voor MS-patiënten verbeterd kan worden.’
Daarvoor werkt het Laboratorium Neuro-Immunologie nauw samen met de dienst Neurologie van UZ Leuven, onder leiding van professor Bénédicte Dubois.
Genetische factoren
MS is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat ons afweersysteem eigen lichaamsweefsel aanvalt, in dit geval de beschermende isolatielaag rond de zenuwceluitlopers. Over de oorzaak van de storing buigen internationale onderzoeksgroepen zich al jaren, en ook in Leuven wordt ernaar gezocht. ‘MS is niet erfelijk, maar de vatbaarheid of aanleg wordt wel beïnvloed door genetische factoren’, verduidelijkt An Goris. ‘Daarbij gaat het niet om mutaties, maar om een zekere genetische variabiliteit. Ook omgevingsfactoren kunnen de ziekte triggeren, al weten we nog niet hoe.’
De onderzoeksgroep in Leuven spitst zich toe op de genetische factoren. ‘Met de vooruitgang die de voorbije 10 jaar gemaakt is, kunnen we nu ongeveer de helft van de genetische aanleg verklaren’, zegt Goris. Wat is er dan aan de hand met de nog ontbrekende helft van de aanleg? ‘Genetisch materiaal kan tijdens het leven wijzigingen ondergaan. Dat gebeurt in een deel van de lichaamscellen. Neem ouderdomsvlekjes: die zijn het gevolg van kleine genetische veranderingen in het genetisch materiaal van sommige huidcellen. Iets gelijkaardigs is er waarschijnlijk aan de hand bij MS. Het genetisch materiaal van ons immuunsysteem ondergaat kleine wijzigingen.’
Volgens een nieuwe hypothese zou hierin het ontbrekende deel van de verklaring liggen waarom iemand MS krijgt. Een jonge onderzoekster is dat volop aan het uitspitten dankzij een doctoraatsbeurs van de Charcot Stichting. Daarvoor kan ze rekenen op bloedmonsters en andere gegevens van MS-patiënten uit UZ Leuven, met hun toestemming.
Grillig verloop
MS is een zeer heterogene ziekte: het beeld kan alle kanten op. Sommige MS-patiënten blijven vrijwel stabiel, terwijl andere vrij snel achteruitgaan. Op dit moment is niet voorspelbaar welke kant het uitgaat, wat zeer belastend is voor de patiënten zelf, die met veel vragen zitten. Welke impact zal de ziekte hebben op hun professionele leven? Moeten ze aanpassingen aan hun huis doen? Welke behandeling past het best bij hun ziekte?
Ook die vragen worden door het laboratorium van An Goris ter harte genomen. ‘Mogelijk bepalen genetische factoren ook het verloop van de ziekte, maar we hebben daar vandaag nog weinig zicht op.’
De storingen in het afweersysteem van MS-patiënten hebben zowel met T-cellen als met B-cellen te maken. Beide celtypes zijn belangrijke spelers in het immuunsysteem. ‘Dat er iets misloopt met de T-cellen is al langer bekend, maar sinds kort weten we dat ook storingen in de B-celfunctie een rol spelen bij MS’, klinkt het. ‘Dat aspect hebben wij aangetoond in ons lab.’ De ontdekking leidde tot een belangrijke publicatie in het vakblad Brain. Het impliceert ook dat de B-cellen een mogelijk aangrijpingspunt voor medicatie vormen.
Hefboom
De voorbije jaren kwamen diverse nieuwe medicijnen tegen MS op de markt, allemaal middelen die het immuunsysteem onderdrukken of moduleren, maar met wisselend succes. ‘Om de efficiëntie van de medicijnen te verhogen, moeten we een beter zicht hebben op het ziektemechanisme’, legt professor Goris uit. ‘We zoeken ook naar biomerkers en genetische varianten bij MS-patiënten die het ziekteverloop voorspellen of de keuze voor een bepaalde behandeling kunnen ondersteunen. Dat zou het mogelijk maken de therapie te personaliseren, wat vandaag nog niet mogelijk is.’
An Goris benadrukt dat de stimulans van de Charcot Stichting ook een belangrijke hefboom vormt om op basis van behaalde resultaten, uit onder andere doctoraatsonderzoek, aan te kloppen bij andere instellingen en fondsen om het onderzoek verder te financieren. ‘Daardoor maken we vandaag bijvoorbeeld deel uit van het Europese onderzoeksproject MultipleMS, dat focust op het zoeken naar een verklaring voor het grillige verloop van MS’, besluit ze.
De Charcot Stichting
De Charcot Stichting steunt dit jaar 11 teams. Daarnaast worden tweejaarlijks doctoraatsbeurzen uitgereikt, waarbij jonge onderzoekers gedurende 4 jaar gefinancierd worden voor MS-onderzoek. Geïnteresseerde onderzoeksinstellingen kunnen een innovatief onderzoeksvoorstel rond MS indienen. De voorstellen worden geëvalueerd door een onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Meer informatie: www.charcot-stichting.org.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier