Vrije Tribune
‘Onze kennis over de onzekerheid rond biologisch vaderschap is opvallend beperkt’
Voor de Universiteit Van Vlaanderen staat geneticus Maarten Larmuseau stil bij de onzekerheid van vaderschap bij de mens. ‘Het blijft een taboeonderwerp.’
Hoe je het ook draait of keert, bij een spontane zwangerschap is de man nooit helemaal zeker of hij de biologische vader is van zijn kind. De oude Romeinen hadden hiervoor al een uitdrukking: Mater certa, pater semper incertus (moeder zeker, vader altijd onzeker). Vandaag kan bij twijfel een genetische paterniteitstest afgenomen worden. In het verleden had een man die mogelijkheid uiteraard niet. Dankzij de combinatie van stambomen en DNA slagen we er vandaag alsnog in om de biologische vaderschap bij onze voorouders te testen. Deze nieuwe wetenschappelijk methode biedt ons bovendien de mogelijkheid om meer inzichten te verwerven over de onzekerheid van vaderschap bij de mens. Het blijft een taboeonderwerp dat onterecht nog veel te vaak wordt weggelachen.
Onze kennis over de onzekerheid rond biologisch vaderschap is opvallend beperkt.
Onze kennis over de onzekerheid rond biologisch vaderschap is opvallend beperkt. Nochtans is dit onderwerp van essentieel belang om de evolutie en het gedrag van de mens te begrijpen. Aan de basis van de beperkte kennis ligt de universele gevoeligheid rond dit onderwerp. In sommige landen is het zelfs een zwaarwichtig strafrechtelijk feit. Maar naast het taboe is ook het gebrek aan goede wetenschappelijke data hiervoor verantwoordelijk. Gegevens van laboratoria die vaderschapstesten aanbieden geven geen representatief beeld over de volledige bevolking.
Bij een genetische test in medische context zal de dokter een dergelijk onverwacht resultaat zelfs niet meedelen aangezien het geen medische relevantie kent maar enkele een maatschappelijke. Een nieuwe methode waarbij stambomen aan DNA gekoppeld worden, biedt ons als wetenschappers eindelijk wel de mogelijkheid om bij een representatief deel van de (historische) populatie inzichten te verwerven over de vraag hoe groot de kans is dat je niet de vader van je kind bent.
Ieder van ons draagt via het DNA in onze cellen een uniek levend archiefdocument met zich mee, overgeërfd van de eigen (biologische) voorouders. Wanneer genetische verwantschappen getest worden tussen individuen die op basis van archiefdocumenten verre familieleden van elkaar zijn, wordt duidelijk wanneer de biologische en juridische stamboom van elkaar verschillen. Op die manier kan voor een concrete populatie en welbepaalde tijdsperiode de zogenaamde ‘koekoeksgraad’ of de frequentie kinderen waarbij de officiële en verwachte vader niet de biologische vader blijkt te zijn, worden geraamd. Het is een term die verwijst naar de vogel die zijn eieren legt in het nest van andere soorten.
Intensief speurwerk
Via dit interdisciplinair onderzoek realiseren we er vandaag in om voor Vlaanderen en Nederland de koekoeksgraad te meten vanaf het einde van de zestiende eeuw tot en met vandaag. Door het combineren van vele honderden stambomen en DNA-profielen weten we nu dat die historische en huidige koekoeksgraad een gemiddelde van 1% heeft in de Lage Landen. Dit is een zeer gelijkaardig gemiddelde als in de meeste andere populaties in Europa, Noord-Amerika en Afrika waarvoor we reeds eenzelfde analyse hebben uitgevoerd.
Maar daar houdt het onderzoek niet bij op. Om te onderzoeken welke maatschappelijke factoren effect hebben op de koekoeksgraad, breiden we de stambomen ook uit met specifieke gegevens over de voorouders, waaronder woonplaats, geboortedatum, huwelijksleeftijd en beroep. Deze gegevens zijn door intensief speurwerk in archieven te vinden. Maar het blijft een huzarenwerk waarvoor we gelukkig de hulp krijgen van talrijke vrijwilligers of zogenaamde burgerwetenschappers (citizen scientists) die de nodige data mee verzamelen.
Met een gemiddelde koekoeksgraad van 1% is de individuele kans op een onverwachte vaststelling dat een vader niet de biologische vader is, dus relatief laag.
Door deze aanvullende data bestuderen we het effect van bepaalde factoren op de koekoeksgraad zoals onder meer de sociale controle in dorp versus stad, de socio-economische klasse, specifieke oorlogsomstandigheden en het leeftijdsverschil tussen vader en moeder. Door de beperkte kennis die we tot vandaag hadden over dit onderwerp is deze nieuwe genetisch genealogische methode bijzonder waardevol.
Met een gemiddelde koekoeksgraad van 1% is de individuele kans op een onverwachte vaststelling dat een vader niet de biologische vader is, dus relatief laag. Maar in absolute aantallen betekent dit wel dat dit toch om een veelvoudig fenomeen binnen de bevolking gaat.
Dat komt momenteel duidelijk in beeld door de grote populariteit van DNA-testen om de eigen afkomst te achterhalen. Deze zogenaamde ‘ancestry DNA testen’ worden online te koop aangeboden en zijn tegenwoordig een hip cadeau bij kerstmis of vaderdag. Advertenties en flitsende commercials op TV doen ons graag geloven dat de volledige herkomst van je voorouders kan bepaald worden met zo’n simpele speekseltest. Deze testen zijn meestal onbetrouwbaar in wat ze beweren te doen, maar zijn wel goed in het aanleveren van biologische verwanten in de databank van het desbetreffende commercieel bedrijf.
De huidige ‘vermarkting’ van genetische testen via online verkoop maakt dat vandaag en in de nabije toekomst vele families plots geconfronteerd (zullen) worden met de onaangename ontdekking van verkeerd toegekende vaderschappen.
Het gebeurt daarom niet zelden meer dat klanten van een ancestry DNA-test met een simpele muisklik en zonder waarschuwing te horen krijgen dat een (groot)ouder geen biologische (groot)ouder is of dat men nog extra biologische verwanten heeft waarvan men tot dan geen weet van had. Met wereldwijd 26 miljoen deelnemers – een aantal dat nog steeds exponentieel stijgt – en met een algemene koekoeksgraad van 1% resulteert dit in een groot aantal van potentieel onverwachte resultaten rond verwantschap.
De huidige ‘vermarkting’ van genetische testen via online verkoop maakt dat vandaag en in de nabije toekomst vele families plots geconfronteerd (zullen) worden met de onaangename ontdekking van verkeerd toegekende vaderschappen. Een onderwerp die net als in de samenleving ook door de wetenschap nog veel te vaak wordt weggelachen. De sterke emotionele gevolgen die met dergelijke ontdekkingen gepaard gaan, tonen nochtans het belang aan om dit onderwerp ernstig te nemen. Een historisch genetische studie levert ons alvast een nieuw perspectief aan om de frequentie en de eigenschappen van dit fenomeen beter te begrijpen.
Maarten Larmuseau is als geneticus en bioloog gespecialiseerd in genetische genealogie en populatiegenetica. Hij is sinds 2005 actief als wetenschappelijk onderzoeker aan de KU Leuven, Histories vzw en aan de Universiteit van Leicester.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier