Onderzoek UZA: ‘Obesitas bij kinderen heeft ernstige, maar omkeerbare neveneffecten’

© belga

Kinderen met obesitas ontwikkelen ook vaak obstructief slaapapneu (OSA) en hart- en vaatziekten, maar de neveneffecten van de aandoening zijn nog omkeerbaar na gewichtsverlies. Dat moet blijken uit een studie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) en de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen). Bij de combinatie van obesitas en OSA is het positieve effect van gewichtsverlies wel minder groot.

Volgens de meeste recente cijfers van Sciensano lijdt bijna een op vijf Belgische kinderen van 2 tot 17 jaar aan overgewicht en 5,8 procent aan de meer ernstige vorm obesitas. Opvallend is dat het probleem het grootst is bij de 2- tot 4-jarigen. Eerdere studies toonden al aan dat kinderen met obesitas zowel een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (op volwassen leeftijd) lopen, als op obstructief slaapapneu (OSA).

Maar liefst de helft van de kinderen met obesitas zou aan OSA lijden, ten opzichte van slechts 2 à 3 procent van de totale populatie kinderen. Zowel obesitas als OSA tasten verder ook de binnenste bekledingslaag aan van bloedvaten, het endotheel. Dat kan op zijn beurt tot aderverkalking leiden.

Een team van UZA en UAntwerpen heeft aangetoond dat de endotheelfunctie nog kan herstellen nadat kinderen met obesitas weer gewicht verliezen. “Een vroege diagnose en adequate behandeling van obesitas bij kinderen biedt dus niet alleen belangrijke gezondheidsvoordelen op korte termijn, maar zonder twijfel ook op lange termijn”, zegt prof. dr. Stijn Verhulst, die de studie coördineerde. Het effect van dat gewichtsverlies blijkt echter wel kleiner bij kinderen met obesitas die ook OSA hebben.

Het UZA is een internationaal referentiecentrum voor de diagnose en behandeling van kinderen met slaapapneu. Arts-specialisten van het UZA stelden mee de internationale richtlijnen rond kinderen met OSA op.

Partner Content