Omgaan met het verlies van een kind: ‘Het is belangrijk de pijn te delen’
Kinderarts Patricia Vergauwen en politiek journalist Francis Van de Woestyne verloren drie jaar geleden hun zoon van dertien. Hoe verwerkten ze dat drama? En wat deed het met hen als koppel? In het boek Un enfant tekenden ze elk hun kant van het verhaal op.
Op 4 november 2016 maakte Victor, de dertienjarige zoon van Patricia Vergauwen en Francis Van de Woestyne, een dodelijke val van het dak van hun huis.
Achteraf bleek dat Victor net voor de fatale valpartij samen met zijn neefje op het dak van het huis, tien meter boven straatniveau, met zijn telefoon een filmpje aan het maken was. Zijn ouders waren met vrienden op restaurant, zijn oudere zus – toen in haar laatste jaar geneeskunde – was thuis. Zij vond het lichaam van haar broer en verwittigde haar ouders en de hulpdiensten. Toen Vergauwen bij haar zoon aankwam, probeerde ze Victor samen met de ambulanciers nog met hartmassage te reanimeren. Maar als kinderarts wist ze op dat moment eigenlijk al dat alle hulp te laat kwam.
Onmiddellijk na Victors dood begon Patricia haar zoon te schrijven. Korte berichten en observaties op haar telefoon, over de dingen die ze deed in het mortuarium, over de onbeschrijfelijke pijn die ze voelde, over Francis, die helemaal was ingestort en niet in staat was om het mortuarium binnen te stappen.
Je merkt dat je niet weet wat er in de ander omgaat. Een vader ervaart de pijn niet op dezelfde manier als een moeder.
‘Je bent het als mama gewoon om veertig keer per dag Victor te zeggen. Opeens valt dat weg. Ik ben beginnen te schrijven om hem bij mij te houden’, vertelt Patricia Vergauwen met zachte stem. In de prachtige Brusselse woning waar Victor leefde en is gestorven, hangen overal foto’s van een guitig glimlachende jongen die hield van lezen, van het iedereen naar zijn zin maken, en die zichzelf, in een zelfportret voor school, omschreef als ‘een sympathieke jongen – dat zeggen de mensen rondom mij toch vaak – maar ook een beetje verstrooid.’
Victor was het nakomertje in de familie, zijn ouders hebben allebei volwassen kinderen uit eerdere relaties. ‘Hij was het verbindende element en één brok liefde’, zegt Francis Van de Woestyne, politiek commentator van La Libre Belgique. In tegenstelling tot zijn vrouw kreeg hij, die als ervaren journalist professioneel de pen hanteert, maandenlang geen letter op papier. Na herhaaldelijk aandringen van zijn echtgenote zette hij zich alsnog aan het schrijven. ‘Ik heb altijd van boeken gehouden met verschillende vertelperspectieven’, zegt Vergauwen. ‘Ik dacht: het zou goed zijn als de papa ook zijn verhaal vertelt.’
Beide ouders schreven om de herinnering aan Victor levend te houden, maar nooit met de bedoeling om een boek te publiceren. Tot een vriendin de teksten las, en hen overtuigde om ze bij een uitgeverij aan te bieden. ‘Ze zei: er zit een universele boodschap in het boek. Het is niet alleen het verhaal van Victor, het is het verhaal van de dood van een kind en van alle ouders die een kind hebben verloren’, aldus Vergauwen. Vandaar de titel, Un enfant, waarin nu eens de vader, dan weer de moeder het woord neemt, twee aparte partituren over één en dezelfde tragedie.
In januari 2018, anderhalf jaar na het overlijden van jullie zoon, hebben jullie pas voor het eerst, in een park in Parijs, elkaars teksten gelezen. Hoe was dat?
Patricia Vergauwen: Het was pijnlijk, verrassend en ontroerend. Je merkt dat je niet weet wat er in de ander omgaat. Je verwacht iets, maar krijgt iets heel anders te lezen. Een vader ervaart de pijn niet op dezelfde manier als een moeder.
Francis Van de Woestyne: Rouw is iets wat je fundamenteel alleen beleeft, ook binnen een koppel. Het is ook een vorm van respect om de ander op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo te laten lijden. Want je stemming wisselt. Nu eens gaat het wat beter, dan weer zit je compleet in de put, maar niet noodzakelijk allebei op hetzelfde moment. Toen ik de pagina’s van Patricia las, voelde ik natuurlijk pijn, maar ook zo veel tederheid en liefde. Haar teksten lezen, was een manier om Victor terug te vinden. En in die zin was het voor ons als koppel ook een prachtig moment.
We moeten blijven praten over de doden, schrijven jullie. Veel mensen durven dat niet. Ze weten niet hoe, of ze zijn bang om zout in de wonde te wrijven.
Vergauwen: Wat ons betreft, mag praten altijd. Het doet juist nog meer pijn als mensen doen alsof de dood van Victor niet heeft plaatsgevonden, en ik me moet gedragen alsof er niets is gebeurd. Want er is natuurlijk wél iets gebeurd. Er is een leven voor en na. En in het leven na willen wij eigenlijk de hele tijd over Victor praten. Niet letterlijk, natuurlijk, maar het doet me altijd plezier als iemand even iets over hem zegt of naar hem verwijst, als iemand vraagt hoe het met me gaat, of zegt dat hij of zij vaak aan me denkt. Kleine dingen, maar voor mij zijn ze een enorme steun.
Van de Woestyne: Er is geen recept voor rouw. Andere mensen kiezen ervoor om te zwijgen over wat ze hebben meegemaakt. Maar ons doet het altijd plezier om over Victor te kunnen praten. Sinds het boek is verschenen, hebben tientallen mensen ons laten weten dat ze er ook zo over denken. De pijn kunnen laten zien die is veroorzaakt door de dood van een kind, een broer of een zus, een ouder of een grootouder, kan bevrijdend werken.
Na verloop van tijd gaan mensen er vaak van uit dat de pijn overgaat. De tijd heelt alle wonden, luidt het spreekwoord, maar dat blijkt niet te kloppen. ‘Elke dag is de eerste dag na zijn dood’, staat in het boek.
Vergauwen: Mensen in je omgeving verwachten dat je na verloop van tijd weer de oude wordt en het drama wel te boven bent. Maar de tijd heelt niet alle wonden. We zijn nu meer dan drie jaar verder. Dat betekent dat we hem al drie jaar niet hebben gezien. Het gemis wordt dus groter. Ik weet niet of het gemis blijft groeien, maar het verschil tussen zes maanden en drie jaar is in elk geval heel groot. Je kunt je nog inbeelden dat je je kind terwijl het opgroeit een aantal maanden niet ziet, omdat hij op Erasmus is, ik zeg maar iets. Maar na drie jaar moet je het onomkeerbare aanvaarden. Dat is heel moeilijk.
Van de Woestyne: Maar als we ons staande houden, ondanks de soms ondraaglijke dagen, is dat dankzij onze vier andere kinderen, voor wie dit ook heel erg moeilijk is – zij hebben hun kleine broertje verloren – en dankzij onze familie en vrienden. En dan zijn er soms buitenstaanders, die toevallig vernemen wat ons is overkomen, en die iets moois doen. Zoals onze garagist, die na de dood van Victor zijn foto in zijn bureau heeft opgehangen en ons heeft gezegd: zolang ik hier ben, blijft die foto hangen.
Na het lezen van Un enfant ben je geneigd te denken: ik moet echt meer tijd met mijn kinderen doorbrengen. Naar de film en het theater gaan, reizen, samen boeken lezen en erover praten – jullie deden heel veel met Victor.
Van de Woestyne: Dat zijn de reacties die me het meest plezier doen. Verschillende mensen hebben ons na het lezen van ons boek gezegd: ik werk te veel en breng te weinig tijd door met mijn kinderen, dat moet veranderen. Een politicus vertelde me: toen ik het boek uit had, heb ik mijn kind eens goed in mijn armen gesloten. Dat vind ik prachtig. En tegelijk denk ik natuurlijk: wat een bofkont.
Vergauwen: Het is een dubbel gevoel, inderdaad. Ik benijd alle moeders die hun kind nog kunnen vastpakken.
Sinds de dood van Victor hebben jullie vaak het gevoel ergens anders te zijn, mentaal niet aanwezig op de plaats waar jullie fysiek zijn.
Vergauwen: Ik had dat in het begin heel erg, maar nu nog. Ik schrik soms van mezelf. Dan ben ik bezig met Victor in mijn hoofd en luister ik niet meer naar de gesprekken aan tafel. Of ben ik mentaal helemaal afwezig op een etentje met vriendinnen waar je geacht wordt je te amuseren en waar iedereen over zijn kinderen praat.
Van de Woestyne: Dat je niet bent waar je lichaam zich bevindt, heb ik ook gehad bij de krant. Na de dood van Victor heb ik het hoofdredacteurschap daarom vrij snel opgegeven. Een redactie leiden, betekent mensen managen, grote ego’s soms, en dat is niet eenvoudig. Sommige collega’s hebben mij ook mijn afwezigheid verweten. Maar ik was er mentaal gewoon niet bij, ik was bij Victor. Ik ben na drie weken weliswaar weer aan het werk gegaan, dat is een deel van je wederopbouw. Maar de brandende actualiteit, de waan van de dag, de politieke relletjes, die ik veertig jaar lang gepassioneerd heb gevolgd en verslagen: het ging niet meer, het kon me niet meer echt boeien. Ik schrijf nog altijd politieke hoofdcommentaren, maar ik heb het geluk gehad dat ik bij de krant iets anders kon gaan doen. Ik maak nu grote interviews voor de weekendkrant, waarin ik inga op de onderwerpen die uiteindelijk iedereen interesseren, zoals liefde, dood en spiritualiteit. En de lezers houden ervan.
Het boek eindigt met de vraag: kun je verder leven na de dood van een kind?
Vergauwen: Ja, dat kan, we zijn er nog. Maar je leeft een totaal ander leven. Je leeft misschien met een grotere gevoeligheid en met meer afstand tegenover futiele dingen. Je bent gewoon niet meer dezelfde. Maar mijn leven voor zijn dood was me veel dierbaarder. Ik heb het leven dat ik vandaag heb niet gekozen en niet gewild. We leven natuurlijk ook omdat we, zoals Francis zei, vier andere kinderen hebben en het uitgesloten is dat we ze laten vallen.
Van de Woestyne: Ik denk ook vaak: wij zijn ook niet de enigen die een kind hebben verloren. Het is belangrijk om die pijn te delen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier