Nutri-score: overwinning in strijd tegen slechte voeding of lege doos?
België gaat een label invoeren om de voedingswaarde van voorverpakte producten aan te geven. De voedingsindustrie staat alvast op haar achterste poten. ‘Dit is niet het juiste systeem om mensen richting evenwichtige voeding te leiden.’
Voedingslabels zijn niet nieuw. De etiketten van voorverpakte levensmiddelen geven nu al heel wat info over de voedingswaarde van het product, zoals het aantal calorieën, vetten, zout en verzadigde vetzuren, waarbij de aangeduide hoeveelheden worden vergeleken met de hoeveelheid die je dagelijks maximaal mag gebruiken. Voor de ongeïnformeerde consument is het door de vele cijfertjes niet altijd even makkelijk om in één oogopslag de voedingskwaliteit van het product te kunnen beoordelen. Grote supermarktketens geven daarom al een tijdje aparte labels voor bijvoorbeeld de hoeveelheid suikers in ontbijtgranen en frisdranken zodat de consument een meer bewuste keuze kan maken.
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block voert nu in België naar het voorbeeld van Frankrijk de nutri-score in als eenvormig, maar vrijwillig voedingslabel. Het staat producenten of verdelers dus vrij het label al dan niet te gebruiken.
De nutri-score is een eenvoudige manier om informatie te krijgen over de mate waarin een voedingsmiddel deel uitmaakt van een evenwichtige voeding. De score gaat van -15 voor de ‘meest gezonde’ tot +40 voor de ‘minst gezonde’ producten. Op basis van die score krijgt het product een letter met bijhorende kleurcode: van donkergroen (A) tot donkerrood (E). Het algoritme op basis waarvan de score wordt berekend houdt rekening met zowel positieve als negatieve elementen: het gehalte aan suikers, verzadigde vetzuren, calorieën en zout heeft een negatieve invloed op de score, terwijl het gehalte aan fruit, groenten, vezels of eiwitten de score kan verbeteren. De nutri-code discrimineert dus geen volledige voedingsgroepen, zoals kaas of chips. In Frankrijk heeft slechts 15 procent van de kazen bijvoorbeeld een rood label.
Franse nutri-score vs Brits verkeerslichtsysteem
De nutri-score werd in 2014 door Serge Hercberg, voedingsdeskundige aan de universiteit van Parijs, ontwikkeld op basis van het beroemde verkeerslichtsysteem van het Britse Food Standard Agency. Het is sinds november 2017 van kracht in Frankrijk – eveneens als vrijwillig initiatief – en heeft een grotere impact op het koopgedrag van de consument dan andere systemen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.
Net elk systeem is immers even doeltreffend, zo tonen voorbeelden uit het buitenland aan. Onder meer door aanhoudende onduidelijkheid schrapten onze noorderburen alweer het ‘vinkje’ op voedingsmiddelen in de supermarkt. Veel Nederlanders bleken immers niet te weten dat het blauwe vinkje bijvoorbeeld niet betekende dat het om een gezond product ging, maar slechts om de gezondste keuze per productgroep. En dus op zich nog steeds ongezond kon zijn.
Hoewel ook de nutri-score per per productgroep werkt, is het een duidelijker systeem omdat er vijf kleuren voorhanden zijn. Het volledige product krijgt daarnaast slechts één code. Ter vergelijking: een product kan in het verkeerslichtsysteem zowel een rode sticker voor suiker als een groene voor vet verwerven. Dat is verwarrend voor de consument.
Vooral bij consumenten jonger dan 30 jaar en sociaal en economisch zwakkere bevolkingsgroepen blijkt de nutri-score effectief.
De invoering van het systeem wordt toegejuicht door consumentenorganisatie Test-Aankoop, dat de nutri-score een ‘handig instrument’ noemt ‘om consumenten te informeren in de strijd tegen slechte eetgewoonten’. Ook voedingsdeskundige Patrick Mullie (VUB) reageert opgetogen. ‘Het positieve aan het systeem is dat je dankzij het eenvoudige label onmiddellijk kan zien of het om een gezond product gaat of niet. Dit is veel duidelijker dan die reeks cijfertjes die je nu op de verpakkingen vindt’, zo zegt hij. De voedingsexpert vreest wel dat het vrijwillige aspect de efficiëntie ervan kan ondermijnen. ‘Dat is spijtig. Het is alsof je de sigarettenfabrikanten zelf laat kiezen of ze op hun verpakking al dan niet de boodschap plaatsen dat roken dodelijk is.’ Maar dat wil volgens hem niet zeggen dat het label een doodgeboren kind is. ‘Wie producten produceert met een groen label, zal dit wellicht gebruiken. Als consument zal je dan wel beseffen dat het verdacht is wanneer het label niet op een product staat.’
‘Het is alsof je de sigarettenfabrikanten zelf laat kiezen of ze op hun verpakking al dan niet de boodschap plaatsen dat roken dodelijk is’
‘Te simplistisch en te stigmatiserend’
Ondanks het vrijwillige karakter van het systeem, hoopt De Block dat zoveel mogelijk bedrijven het label overnemen. Maar dat lijkt ijdele hoop. De voedingsindustrie is geen voorstander van de nutri-score. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, heeft al aangekondigd dat het systeem niet door veel voedingsproducenten zal worden gehanteerd. ‘Sommige bedrijven zullen het wel gebruiken. Maar het merendeel is hier geen voorstander van. Volgens ons is dit immers niet het juiste systeem om mensen richting evenwichtige voeding te leiden.’
Fevia stelt onder meer dat de eenvoudige kleurcode ’te simplistisch’ is om mensen grondig te informeren. ‘Twee verschillende consumenten kunnen totaal andere noden hebben op het vlak van voeding’, stelt Fevia. ‘De informatie op het etiket moet beter aangepast zijn aan die individuele noden, zoals nu bijvoorbeeld het geval is met de ‘reference intakes’, die percentages ten opzichte van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheden weergeven.
Ook is het systeem volgens Fevia ’te stigmatiserend’ ten opzichte van bepaalde producten. ‘Denk maar aan onze chocolade. Dat is een product waar we trots op moeten zijn. Willen we dat nu echt exporteren met een rode bol op de verpakking?’ Fevia pleit tot slot voor een Europees systeem om een wildgroei aan labels te vermijden.
‘Willen we onze Belgische chocolade nu echt exporteren met een rode bol op de verpakking?’
De snelle afwijzing van Fevia is opmerkelijk, omdat minister De Block had aangegeven dat de invoering van de nutri-score beslist werd na lang overleg met de betrokken stakeholders: de consumentenorganisaties, experten inzake voeding, de voedingsindustrie en de verdelers. ‘Er is inderdaad overleg geweest, maar dat betekent niet dat we er mee instemmen. We zijn gehoord door de minister en hebben aangegeven dat we hier geen voorstander van zijn.’
Volgens Mullie wordt de nutri-code tegengehouden door de voedingsindustrie omdat het een systeem is dat werkt en dat mensen echt kan motiveren om minder cola, snoep en kant-en-klaargerechten te kopen.
Dat betekent echter niet dat de voedingsindustrie haar verantwoordelijkheid niet neemt. In 2016 ondertekene De Block een Convenant Evenwichtige Voeding met sectorfederaties Fevia en Comeos, wat via het verminderen van suikers en vetten moet leiden tot een daling van de calorie-inname met 5 procent. Eerder zorgden afspraken met de industrie ook al voor een aanzienlijke daling van het zout in de Belgische voeding.
‘Wie producten produceert met een groen label, zal dit wellicht gebruiken. Als consument zal je dan wel beseffen dat het verdacht is wanneer het label niet op een product staat.’
De warenhuisketens zijn alvast wel mee in het verhaal van de de nutri-score. Colruyt Group zal de nutri-scoren dit najaar invoeren, in eerste instantie met een tiental producten. Bij Delhaize wordt benadrukt dat het label nu al gebruikt wordt voor yoghurt en ontbijtgranen) en de komende dagen nog wordt uitgebreid naar verse soepen en bereide maaltijden van het huismerk. De bedoeling is om binnen de twee jaar alle huismerkproducten van dit label te voorzien, aldus nog Delhaize.
Het Instituut Gezond Leven wijst er op dat het belangrijk is om de effecten van het label op het koop- en eetgedrag van de Vlaming op te volgen en te evalueren, om te bekijken of er geen onverwachte neveneffecten opduiken op lange termijn. Ook is een belangrijke volgende stap een sensibiliseringscampagne om de consument goed te informeren over hoe hij het label precies moet interpreteren, om zo de slaagkansen te verhogen. ‘Een voedingslabel alleen zal de obesitasepidemie niet indijken’, klinkt het echter. ‘Ook andere maatregelen zijn belangrijk. In die zin pleit van het Vlaams Instituut Gezond Leven onder meer voor gezonde drankautomaten op school, een taks op ongezonde voeding en een verbod op reclame voor ongezonde voeding.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier