Nooit meer naar de dokter? ’Het begint al in de peutertijd’
De gezondheidszorg in ons land heeft behoefte aan een transformatie, zegt het Preventieplatform: ‘Mensen moeten gezond geboren worden en zo lang mogelijk blijven.’
Stel u voor dat u nooit nog naar de dokter hoeft? En dat u daardoor meer gezonde jaren en levenskwaliteit overhoudt? Het Preventieplatform, een initiatief rond ziektepreventie, roept in de aanloop naar de verkiezingen het beleid op om het roer radicaal om te gooien en het huidige gezondheidssysteem te transformeren van genezende naar preventieve zorg. Een gezonde leefstijl, werk- en leefomgeving zijn een efficiënte manier om welvaartsziekten de kop in te drukken en onze weerbaarheid tegen epidemieën te versterken.
Vandaag besteedt België een kleine 2 procent van zijn totale gezondheidsbudget aan preventie, terwijl dat in Europa gemiddeld 3,1 procent is. Het Preventieplatform wil dat tegen eind 2024 minstens 5 procent van het budget binnen de gezondheidssector naar evidence-based preventie gaat. Tegen eind 2030 moet dat zelfs 10 procent zijn. Studies bevestigen dat de maatschappij daarvan de vruchten plukt: 1 euro investeren in preventie levert naar schatting minstens 4 euro op.
Als het tij niet keert, stevent onze gezondheidszorg mogelijk af op een infarct. Een op de tien Belgen lijdt aan diabetes, tegen 2040 zal dat een op de acht zijn. Bijna de helft van de Belgen heeft nu al een te hoge BMI. Dat aantal neemt nog steeds toe. ‘Iemand coachen naar een gezonder leven heeft een enorme impact op het individuele welzijn, maar ook op de maatschappij’, stelt voedingswetenschapper en diëtist Hella Van Laer, een van de initiatiefnemers van het Preventieplatform.
‘Elke dag word ik in mijn praktijk met de frustraties van het systeem geconfronteerd. Vaak stelt de huisarts pas een consultatie bij een diëtist voor wanneer de patiënt al jarenlang op cholesterolremmers en andere medicatie staat en een gewicht van 120 kilo meesleurt. Dat is veel te laat. Mensen blijven jarenlang in hun comfortzone zitten zonder iets te ondernemen. Ze ontwikkelen obesitas en diabetes type 2, wat de maatschappij handenvol geld kost.’
‘Mensen die volharden om ziekte te voorkomen, worden amper beloond door de overheid’, vervolgt Van Laer. ‘Ik begeleid cliënten die aan prediabetes lijden en dankzij het aanpassen van voedingsgewoonten en afslankmedicatie diabetes type 2 weten te voorkomen. Maar die medicijnen en consulten kosten een flinke duit waar ze amper iets van terug krijgen. Dat is de wereld op zijn kop.’
Enkel in een terugbetaling voorzien voor obesitasmedicatie als Ozempic, Wegovy en Rybselsus is voor diëtisten geen optie: ‘Een vergoeding van medicatie, zonder een terugbetaling van de begeleiding door een diëtist zou onbegrijpelijk, zelfs onaanvaardbaar zijn’, klinkt het. ‘Een medicamenteuze behandeling moet hand in hand gaan met een multidisciplinaire behandeling met aandacht voor voedingsadvies, lichaamsbeweging en gedragsverandering.’
Kinderen weten niet meer wat honger is omdat ze het vanaf heel jonge leeftijd gewoon zijn om de hele dag door te graaien.
Hella Van Laer
Voedingswetenschapper en diëtist
Gezondheid begint in de wieg
Ook kinderen en jongeren met overgewicht en obesitas die niet tijdig behandeld worden, zullen op latere leeftijd de gevolgen daarvan dragen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) maakte daarom recent extra budget vrij voor een gratis behandelingsplan op maat van kinderen en jongeren met ernstige obesitas, en meer kinderen krijgen toegang tot terugbetaalde sessies bij de diëtist.
‘De diëtist dreigt echter de dupe te worden en zal haast gratis moeten werken’, merkt Van Laer op. ‘De prijzen die momenteel gehanteerd worden, zijn immers niet marktconform. We moeten durven te kijken naar de olifant in de kamer: het voedingspatroon van jonge kinderen. Sommige peutertjes hebben al zo’n zeven eetmomenten op een dag: ontbijt, stuk fruit in de voormiddag, boterhammen ’s middags, een koek in de namiddag, nog een koekje of fruit als vieruurtje, avondeten en misschien een hapje voor de televisie. Kinderen weten niet meer wat honger is omdat ze het vanaf heel jonge leeftijd gewoon zijn om de hele dag door te graaien. Het gevolg is dat voeding gekoppeld wordt aan emoties: je verveelt je: je eet iets, je bent moe: je grijpt naar een snack. In de praktijk zijn dat suiker- of zetmeelrijke producten in plaats van noten of een hardgekookt ei. Die vicieuze cirkel van continu ongezond snacken leidt mogelijk tot leptineresistentie. Mijn advies? Focus op drie hoofdmaaltijden en zet vanaf heel jonge leeftijd in op voedzame en vullende voeding: ’s Morgens een stevige portie natuuryoghurt met noten en vers fruit, in de voormiddag voldoende water en niets meer tot de middag. Zo eenvoudig is het.’