Vrije Tribune
‘NIP-test product van het jaar: laboratoria worden er rijk van, het mensdom veel minder’
De NIP-test, de niet-invasieve prenatale test om het syndroom van Down op te sporen, is verkozen tot Product van het Jaar 2017. Bernard Spitz, gynaecoloog aan het UZ Leuven en lid van de denktank Logia, betreurt dat.
De NIP-test, de niet-invasieve prenatale test om het syndroom van Down op te sporen, is door de lezers van De Standaard uitgeroepen tot ‘Het Product van 2017‘. Het leek niet meteen eenvoudig het product van het jaar 2017 te kiezen tussen het door De Standaard voorgestelde items. Een lijst die alvast het voordeel biedt een zekere diversiteit tentoon te spreiden. Maar een NIP-test steken in een rijtje met de Bitcoin, een spelconsole, een wat agressievere elektrische fiets en water, lijkt me toch een beetje wereldbevreemdend.
NIP-test product van het jaar: laboratoria worden er rijk van, het mensdom veel minder
Als gynaecoloog valt mijn oog natuurlijk dadelijk op die NIP-test. Deze bestond al een tijdje voor 2017, maar dit jaar werd ze in België ook terugbetaald en behoorde hierdoor ook meteen tot de standaardzorg van quasi elke zwangere vrouw.
Deze test laat toe in het bloed van de moeder erfelijk materiaal van haar embryo te onderzoeken en hiermee een steeds groeiend aantal diagnoses te stellen. Dit voordat haar kind geboren wordt. Momenteel focust de test nog hoofdzakelijk op het, al bij al eenvoudig, opsporen van kinderen met het goed gekende syndroom van Down (mongolisme), maar dit is maar een begin.
Als we het er over eens raken – best zou die discussie dringend politiek en openlijk gevoerd moeten worden – kunnen of mogen we binnenkort enkel nog maatschappelijk aanvaarde kinderen laten geboren worden. Vandaag moet je als patiënte al heel assertief in je schoenen staan om een NIP-test te weigeren, als arts even sterk om alternatieve zorgpaden aan te bieden. Zonder veel probleem vindt men jaarlijks 30 miljoen euro om het aantal baby’s die met een syndroom van Down geboren worden van 50 naar ongeveer 5 te brengen, en wereldwijd is het een miljardenbusiness waar vooral de labs heel rijk van worden, het mensdom veel minder.
Een NIP-test steken in een rijtje met de Bitcoin, een spelconsole, een wat agressievere elektrische fiets en water, lijkt me toch een beetje wereldbevreemdend.
We komen net uit de “Warmste Week” waarin heel vele lagen in onze bevolking zich mobiliseerde om solidair te zijn en hiervoor ook het recordbedrag van bijna 11 miljoen euro bijeenbrachten. Dit om samen met de meest diverse groepen een zorgzaam geïnspireerde, diverse en attente samenleving uit te bouwen. Staat dit ergens niet in schril contrast met duistere racistische krachten, die terug een eugenetische selectie willen doorvoeren, maar ditmaal diep in de statuutloze baarmoeder?
Het is alleszins illusoir te denken en realiteit bevestigt dit ook, dat de NIP-test de zorgvraag zal verminderen. Wel is het niet ondenkbeeldig dat het insidieus de veerkracht aantast om voor elkaar iets te betekenen, vooral als het soms al eens moeilijker gaat. Persoonlijk durf ik enkel te hopen dat de zo pronkerige apparatuur voor de NIP-test, snel enkel nog zal dienen als reisdoel van een reflecterende schooluitstap.
De NIP-test heeft de wedstrijd dus blijkbaar gewonnen. Gezondheidseconomisch had ik zonder twijfel op de “Tournée minérale” durven gokken. Water kost immers nog niet te veel, en alcohol heeft een oneindig maal grotere nefaste invloed op de gezondheid dan alle chromosomen van de wereld samen.
Bernard Spitz, gynaecoloog aan het UZ Leuven en lid van de denktank Logia
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier