Nieuwe behandeling voor Parkinson in de maak: stoelgangtransplantatie
Een stoelgangtransplantatie met gezonde darmbacteriën kan de symptomen van mensen met de ziekte van Parkinson verbeteren. Dat blijkt uit een klinische studie door onderzoekers van UZ Gent, VIB, en UGent.
De resultaten suggereren dat deze methode een nieuwe behandeling kan zijn voor deze slopende ziekte, zo melden de onderzoekers donderdag in een persbericht. In België treft de ziekte van Parkinson meer dan 40.000 mensen.
Symptomen van Parkinson omvatten zowel motorische als niet-motorische klachten. De motorische symptomen, zoals evenwichtsproblemen, stijfheid en de typische tremor, zijn het best bekend en bijna altijd de aanleiding voor de uiteindelijke diagnose. De niet-motorische symptomen, zoals reukverlies, constipatie en REM-slaapstoornissen, blijken zich echter vaak reeds tot 20 jaar voor deze diagnose te ontwikkelen bij een groot aantal mensen met de ziekte.
Verrassende link
De huidige behandelingen voor de ziekte hebben vaak bijwerkingen en verliezen na verloop van tijd hun werking. Nieuw onderzoek suggereert een verrassende link tussen Parkinson en het darmmicrobioom, de biljoenen bacteriën die in onze darmen leven. Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaak een verstoord darmmicrobioom vergeleken met gezonde individuen. Daarnaast vertonen ze ook vaker (darm)ontstekingen en een verstoorde darmwandbarrière. De onderzoekers wilden daarom nagaan of een stoelgangtransplantatie van gezonde darmbacteriën van een donor een betekenisvolle impact kan hebben op de evolutie van de symptomen van de ziekte van Parkinson.
Minder symptomen
De klinische studie toonde aan dat na 12 maanden de actief behandelde groep significant meer verbetering vertoonde van de motorische symptomen in vergelijking met de placebogroep. De deelnemers met de ziekte van Parkinson ontvingen de ontlasting door een sonde die via de neus werd ingebracht en tot in de dunne darm werd opgeschoven om zo het mengsel rechtstreeks daar toe te dienen.
De verbetering van de motorische symptomen werd tussen de zesde en twaalfde maand na de transplantatie volgens de onderzoekers nog meer uitgesproken, wat wijst op “een mogelijk langdurig effect”. Bovendien hadden de deelnemers minder last van constipatie.
Meer onderzoek is nodig om te weten of deze behandeling ook de progressie van de ziekte vertraagt.