Neurologen Steven Laureys en Inge Declercq: ‘Slaappillen kunnen op termijn alzheimer veroorzaken’

© Getty Images

Neurologen Inge Declercq en Steven Laureys pleiten voor goede slaapgewoontes. ‘Politici zouden het voortouw moeten nemen in plaats van te koketteren met een paar uur slaap per nacht.’

Een volwassene heeft gemiddeld zeven à negen uur slaap per nacht nodig. Dat betekent dat we ongeveer een derde van ons leven in bed horen door te brengen. Maar ontzettend veel mensen kampen met slaapproblemen. Neurologen Inge Declercq en Steven Laureys, harde wetenschappers met een grote belangstelling voor mentaal welzijn, kunnen de herstellende kracht van slaap niet genoeg benadrukken.

Slaapexperte Inge Declercq, verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, is een veelgevraagde spreker. Ze heeft ook een eigen bedrijf, dat workshops en slaapadvies op maat aanbiedt aan bedrijven. Steven Laureys is bekend van zijn baanbrekende hersenonderzoek naar het bewustzijn van comapatiënten. Hij legde ook de boeddhistische monnik Matthieu Ricard onder de scanner en kwam tot de conclusie dat meditatie hetzelfde effect heeft als antidepressiva. Net voor Laureys begint aan een stilteretraite in de Himalaya gaat hij met collega Declercq in debat over hun gezamenlijke passie: slaap.

Waarom is een goede nachtrust zo belangrijk?

Steven Laureys: Slapen is belangrijk voor vrijwel elke cel in ons lichaam. Diepe slaap zorgt voor een noodzakelijke detox, de afvoer van giftige stoffen dankzij het recent ontdekte glym- fatische systeem in ons brein. Slapen is een gratis zelfreiniging. Een goede nachtrust vermindert ook het risico op neurodegeneratieve ziekten als dementie en parkinson. Als je niet goed slaapt, heb je ook een hoger risico op een hersentrombose of hartinfarct. De kwaliteit van je slaap heeft impact op je geheugen, je emotionele stabiliteit en je immuunsysteem. Tegen onze jongste, die we moeilijk naar bed krijgen, zeggen we: ‘Wil je zo groot worden als je grote broer? Weet dan dat je groeihormoon produceert in je diepe slaap.’ (lacht) Over naar jou, Inge.

Wie 18 uur wakker is, heeft de concentratie van iemand met 0,5 promille in het bloed.

Inge Declercq

Inge Declercq: Slapen maakt je sexy! Als je wilt dat je huid er jonger uitziet, moet je slapen. In algemene zin is slapen onze superbatterij. Heel wat regeneratieve processen voltrekken zich in de slaap. Je immuunsysteem herstelt zich, en dat is ook belangrijk voor stofwisselingsprocessen of gewichtscontrole. Slapen en leven liggen in elkaars verlengde. Er zijn nog altijd mensen die beweren dat ze genoeg hebben aan vijf uur slaap, maar zij plegen roofbouw op zichzelf. Vroeg of laat betalen ze er de tol voor.

Voor een slechte slaper moet dit allemaal verschrikkelijk zijn om te horen.

Declercq: Grofweg zijn er twee categorieën slechte slapers: mensen die – soms wanhopig –proberen te slapen maar er niet in slagen. Die vertel je beter geen horrorverhalen. Je moet ze geruststellen en ondersteunen. Daarnaast zijn er de slaapmacho’s, mensen die wel kunnen maar niet willen slapen. Die moet je wel wakker schudden. Ik zie in slaaptests in mijn praktijk wel dat mensen die lijden aan slapeloosheid, de grootste categorie van de slaapstoornissen, vaak beter slapen dan ze denken. Al hun aandacht gaat naar het feit dat ze wakker zijn. Daarbij vergeten ze dat ze tussendoor slapen.

Laureys: We hebben objectieve meetinstrumenten, maar het belangrijkste is toch hoe iemand zich ’s ochtends voelt. Zit die persoon vol energie, of heeft hij bij de eerste meeting al zin om te slapen? Dan is er subjectief een probleem dat onze aandacht vraagt. Het positieve nieuws is dat je zelf veel kunt doen aan de kwaliteit van je slaap. Je mag niet te snel denken: ik heb alles al geprobeerd. Eén nachtje slecht slapen is ook helemaal niet erg. Maar weet dat goede slaapgewoontes belangrijk zijn. Dat is natuurlijk moeilijker dan een pilletje slikken en heeft ook te maken met wat je overdag doet. Sport je of niet? Wat is de kwaliteit van je werk? Van je relatie? Werk je niet te laat door? Eet je niet te laat?

Waar liggen mensen het meest wakker van?

Declercq: Wakker liggen heeft vaak te maken met overprikkelde hersenen. Hyperarousal, zoals dat zo mooi heet in het Engels, is typisch een fenomeen dat gepaard gaat met slapeloosheid. Meestal is er een concrete aanleiding: zorgen om je kinderen, een stresserende gebeurtenis die je overhoop haalt en waardoor je slecht begint te slapen. Maar geleidelijk gaat het een eigen leven leiden en kom je in een negatieve spiraal terecht. Mensen die ’s nachts wakker liggen spreken vaak over doemdenken, en zelfs over demonen en spoken. Een overactieve levensstijl speelt vaak ook een rol.

Waarom lijkt ’s nachts alles zo veel enger?

Declercq: Als die mallemolen van je gedachten draait, ben je noch helemaal wakker, noch helemaal in slaap. Je zit in een tussentoestand, waarin de interconnecties in je hersenen tussen het dagdroomnetwerk dat aangaat als je nietsdoet, en het rationale netwerk dat ervoor zorgt dat we redelijk over dingen nadenken, anders lopen dan wanneer je volledig wakker bent of slaapt. Dat zou een van de redenen zijn waarom je gedachten ’s nachts op hol slaan. En waarom je absoluut uit je bed moet als je ’s nachts aan het piekeren slaat. Om even wakker te worden en rust in je brein te brengen.

Laureys: Je hebt ’s nachts ook niets anders te doen. Overdag ben je bezig. Die gedachten komen er pas als je in bed ligt. Er wordt ook veel van ons gevraagd. We hebben corona achter de rug, er is de oorlog in Oekraïne. Ons brein heeft het heel moeilijk met onzekerheid. Maar opnieuw: we kunnen er zelf veel aan doen. Het is belangrijk om ’s avonds de tijd te nemen voor een wind down, met een vast slaapritueel, een warm bad, een kruidenthee, een boek. Er zijn zo veel dingen die je brein in optimale omstandigheden klaarmaken voor de slaap.

Dat nachtelijke gepieker heeft ook een evolutionaire verklaring. Ons brein is een predictie-instrument. We anticiperen de hele tijd op wat zou kunnen gebeuren. Dat is meteen de reden waarom we nog op deze planeet rondlopen. Maar we zijn evolutionair ook geselecteerd om ons voor te bereiden op het ergste. We schenken veel aandacht aan risico’s. Positieve dingen krijgen minder aandacht en dat is ook zo als je ’s nachts ligt te tobben. Je kunt je aandacht leren te controleren via technieken als autohypnose, mentale visualisatie, bodyscan, ademhalingsmeditatie of mindfulness. Vermijd ook zware discussies met je partner voor je gaat slapen. Moeten er nog rekeningen betaald worden? Zulke dingen bespreek je beter niet ’s avonds.

© Getty Images

Declercq: Ga pas naar bed als je slaperig en neurobiologisch klaar bent om te gaan slapen. Sommige mensen piekeren ook gemakkelijker en zijn stressgevoeliger dan anderen. Voor hen is het extra belangrijk om ’s avonds bewust af te bouwen. Televisiekijken is niet altijd de ideale oplossing. Want als de film op de televisie is afgelopen, is de film van je dag niet noodzakelijk verwerkt in je hoofd.

Laureys: We zijn ook te bang voor psychologen. We gaan elk jaar naar de tandarts. Ons gebit is belangrijk, maar wat tussen onze oren gebeurt, is nóg belangrijker. We hebben het ook niet geleerd op school. We besteden veel aandacht aan kennis maar doen structureel nauwelijks iets om onze emotionele intelligentie te verhogen. Lichamelijke opvoeding is belangrijk, maar waarom kunnen we niet net hetzelfde doen voor mentaal welzijn en kinderen die tools meegeven? Dat is een soft skill waar zij veel aan hebben, maar die veel volwassenen niet bezitten. Daardoor zien Inge en ik in onze praktijk vaak mensen bij wie het echt niet meer gaat.

Declercq: Stop basiskennis over slapen in het schoolprogramma. Daar begint het allemaal. Negen op de tien adolescenten nemen hun telefoon mee naar bed, bij volwassenen is dat zes op de tien. Dat zijn schrikwekkende cijfers.Niet alleen de lichtstimulatie maar vooral ook de mentale stimulatie verstoort de slaap.

Door slaaptekort vermindert ook je cognitief vermogen, niet?

Laureys: Een goed uitgeslapen brein is een efficiënt brein. Studies laten zien dat artsen met slaapdeprivatie niet meer dezelfde cognitieve souplesse hebben. Ze zien iemand op de spoedafdeling en denken: het is een beroerte. Wanneer uit testresultaten blijkt dat het duidelijk iets anders is, zullen ze niet bijsturen. Ook veel verkeersongelukken zijn voor een stuk toe te schrijven aan mensen die slaperig achter het stuur zitten.

Declercq: Iemand die achttien uur aan een stuk wakker is, heeft de concentratie en het coördinatievermogen van iemand met een alcoholgehalte van 0,5 promille in het bloed. Denk ook aan onze politici. Ga eens na hoeveel zij gemiddeld slapen. En díé mensen moeten ons land leiden? Ik vraag me vaak af in welke mate politieke lamlendigheid het gevolg is van het slaaptekort waarmee politici kampen.

Laureys: Het is geen goed idee om te proberen het met minder slaap te doen. Wij werken samen met het Europees Ruimteagentschap (ESA) en het Human Brain Project. We bereiden ons voor om naar de maan en naar Mars te gaan, maar toch blijkt het uiterst moeilijk om een alternatief te vinden voor iets wat het resultaat is van miljoenen jaren evolutie. Om astronauten naar Mars te brengen, wordt eraan gedacht ze in een soort farmacologische slaap te brengen, maar dat is geen herstellende slaap. Om die reden is het nog sciencefiction. Elk levend wezen heeft slaap nodig. Dat kun je niet met technologie of een farmacologische interventie ondervangen. Vroeg of laat betaal je de prijs.

Zestienjarigen elke dag om halfzeven ’s ochtends wakker maken kun je een vorm van mishandeling noemen.

Steven Laureys

U geeft beiden ook opleidingen aan bedrijven. Mevrouw Declerq, dat doet u met name in bedrijven die met ploegenarbeid werken.

Declercq: We hebben ploegenarbeid nodig. We evolueren almaar meer naar een 24/7- samenleving. Intussen werkt al bijna een kwart van de actieve bevolking in shifts – in roterende ploegen, met wisselende uurroosters of nachtwerk. Die groep heeft vaak last van én slaaptekort én ritmeverstoring, en ze zijn op alle vlakken minder gezond dan de modale bevolking. Met mijn opleidingen geef ik mensen tools om hun slaap te verbeteren: kennis over hun eigen slaap, over de juiste voeding op het juiste moment, over lichttherapie, over anders omgaan met stress.

Dan nog blijft ploegenarbeid fundamenteel ongezond. Zouden we het niet beter gewoon verbieden?

Declercq: Het is fundamenteel ongezond, maar er is ook zoiets als shiftwerktolerantie. Sommige mensen kunnen er wél tegen. Daar moet meer onderzoek naar gebeuren. Waarom werken sommige mensen 35 jaar in shifts en hebben ze geen negatieve gezondheidsoutput, en waarom zijn anderen al na een jaar kapot? Rekening houden met een gezonde manier van ploegen plannen en met ieders chronotype in de organisatie van het werk zouden daarin belangrijke elementen zijn.

Wat is een chronotype precies?

Declercq: In wezen is het de veruitwendiging van je bioritme. Welk chronotype je bent, bepaalt wanneer je neurobiologisch klaar bent voor de overgang van wakker zijn naar slapen en omgekeerd. Die momenten verschillen van mens tot mens. Grosso modo heb je vijf types: de hele vroege en vroege vogels, de gemiddelde, neutrale groep, en de late en hele late vogels.

Kan een late vogel zich omscholen tot een vroege vogel?

Declercq: Er zit wel wat rek op, maar niet zo heel veel. Almaar meer wetenschappers zijn het erover eens dat het van groot belang is om zo veel mogelijk in harmonie met je bioritme te leven. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat vrouwelijke vroege chronotypes die ’s nachts werken grote gezondheidsrisico’s lopen, zoals een verhoogd risico op borstkanker.

Op de werkvloer wordt vooralsnog geen rekening gehouden met chronotypes.

Laureys: Dat klopt. Het grote debat over arbeidsorganisatie en slaapkwaliteit moet nog beginnen. Wat mij betreft ligt de verantwoordelijkheid daarvoor niet in de eerste plaats bij individuele werknemers. Natuurlijk zal onze samenleving altijd mensen nodig hebben die ’s nachts werken, denk aan verplegers of politiemensen. Maar veel shiftwerk is niet echt nodig. Moet een product dat ik ‘s avonds online bestel al de volgende dag worden bezorgd? En is het echt nodig om mensen de ene week ’s ochtends en de andere week ’s nachts te laten werken? We weten hoe ongezond dat is, net zoals het voor een late vogel niet gezond is om vroeg in de ochtend te vergaderen. Je moet je als werkgever de vraag durven te stellen: is die vroege meeting wel nodig? Op lange termijn is het ook voor werkgevers geen goede zaak dat ze werknemers dwingen hun natuur te bruuskeren.

De Britse slaapexpert Paul Kelley zegt dat de meeste mensen te vroeg opstaan, en dat een werkdag beter om 10 uur zou beginnen.

Declercq: Onze samenleving is vrijwel helemaal ingesteld op vroege chronotypes. Vroeg opstaan wordt verheerlijkt, terwijl het maar voor een deel van de bevolking gezond is. Voor alle anderen geldt dat ze volgens hun chronotype op het verkeerde moment uit hun slaap worden gehaald.

Een vaststelling die veel ouders tot wanhoop drijft: jonge kinderen zijn voor dag en dauw klaarwakker, pubers zijn dan weer met geen stokken uit bed te krijgen.

Declercq:(lacht) Jonge kinderen verdelen hun slaap in stukken over 24 uur, dus dat is niet zo gek. Dat pubers moeilijk uit bed raken, heeft te maken met hun hormonale ontwikkeling. Daardoor worden ze in die levensfase haast allemaal late vogels.

Om die reden pleiten experts voor aangepaste schooltijden voor jongeren in de puberteit.

Laureys:Helemaal mee eens. Zestienjarigen elke dag om halfzeven ’s ochtends uit hun slaap halen kun je een vorm van mishandeling noemen. Ook hier zou de samenleving zich moeten aanpassen aan de mens en niet omgekeerd. Later aan de dag beginnen zou niet alleen voor de jongeren een zegen zijn. Ook voor leerkrachten is het leuk als leerlingen niet in halfslaap in de klas hangen. Iedereen leeft bovendien op hetzelfde ritme, met overbevolkt openbaar vervoer en files tot gevolg. Ook wat dat betreft zou wat meer spreiding een goed idee zijn.

Declercq: Mijn dochter zit in die fase. Om het schoolritme te kunnen volhouden, gebruikt ze lichttherapie. Als ze om zeven uur opstaat, zet ze een zogenaamde lichtbril op haar neus. Die houdt ze twintig minuten op, tot ze een beetje aanspreekbaar is. (lacht)

Massaal veel Belgen lossen hun slaapprobleem met pillen op.

Declercq:De Belgen slikken dagelijks 1,9 miljoen dosissen, of 400 miljoen pillen per jaar. En dat zijn er 400 miljoen te veel.

Laureys: Belgen nemen ontzettend veel slaappillen, maar dat zie je in heel de geïndustrialiseerde wereld. Overal grijpt men naar quick fixes, maar kant-en-klare oplossingen zijn er helaas niet. Als slaappillen al voorgeschreven worden, zou dat steevast met psychotherapie gepaard moeten gaan. Wie een slaapprobleem heeft, moet zich laten begeleiden door een professionele zorgverlener. Helaas is mensen van slaappillen afhelpen een van de kerntaken van artsen geworden.

Declercq:Slaap komt niet uit een doosje, slaappillen lossen niks op. De slaap die ze je geven, is niet herstellend. Het enige wat je ervan krijgt, is het gevoel even van de wereld weg te zijn. Dat kan bij een acute of chronische insomnia misschien even helpen, al zou ik zelfs in die gevallen twijfelen om ze voor te schrijven. Omdat de voordelen zelden opwegen tegen de nadelen. Slaappillen zijn al na twee weken verslavend. Er treedt ook heel snel gewenning op. En op korte termijn zorgen pillen al voor concentratie- en geheugenstoornissen, een katergevoel en valneigingen bij oudere mensen. Op wat langere termijn kunnen ze alzheimer veroorzaken.

Laureys: We hebben in Luik met hersenscans bestudeerd wat het effect is van die sedatieve pillen. Je ziet dat mensen het bewustzijn verliezen, maar dat hun slaap geen restauratieve slaap is, en dat wat gebeurt in de verste verte niet te vergelijken valt met de fysiologische slaap.

Oudere mensen zijn notoir grote pillengebruikers. Komt dat omdat ze slechter slapen, of omdat het in een woonzorgcentrum makkelijk is als iedereen op tijd en ongeveer gelijktijdig de slaap vat?

Declercq: Beide. Met het ouder worden krijg je vaker last van slaap-waakritmestoornissen. De dag-nachtcyclus wordt neurobiologisch wat minder robuust geregeld. Bovendien zijn oudere mensen minder actief en komen ze niet meer zo vaak in het juiste licht. Maar er zijn natuurlijk ook de woonzorgcentra, die niet zelden kampen met een personeelstekort, en waar ouderen soms al om acht uur in bed worden gestopt. Met een pilletje want dat is een makkelijke oplossing. Of beter: een schijnoplossing. Ik sprak gisteren nog met een patiënte die lijdt aan de ziekte van Parkinson. Om acht uur kreeg zij een pil en dan ging ze naar bed. Ze sliep tot middernacht en werd dan – niet onlogisch – totaal verward wakker.

Ik heb een slaaptest gedaan, en om te beginnen het ritme aangepast. Niet voor tien uur naar bed, lichttherapie en natuurlijk ook die pil geschrapt. Maar daar stop het niet. Je moet die mensen ook een zinvolle dagbesteding geven.

Laureys: We hebben lang gedacht dat je slecht slaapt omdat je ouder wordt. Ondertussen beseffen we dat het omgekeerde waar is: door slecht te slapen, word je slecht ouder. Jammer genoeg zijn nog lang niet alle woonzorgcentra en ziekenhuizen mee. Er is nog te weinig aandacht voor zaken als het slaap-waakritme en het belang van licht. Iedereen op hetzelfde moment naar bed en uit de veren: dat is een héél slecht idee. We weten intussen hoe belangrijk slaap is. Het is wrang dat daar zo weinig rekening mee wordt gehouden in woonzorgcentra en ziekenhuizen, waar je de helende kracht van slaap juist extra nodig hebt.

Declercq: Onderzoek in woonzorgcentra laat zien dat intelligente verlichting – verlichting die de natuurlijke evolutie van het zonlicht volgt – een positief effect heeft op de cognitie en de slaap.

Artsen en slaapexperts verketteren doorgaans de zomertijd, waar velen van ons reikhalzend naar uitkijken. Wat is er mis met de zomertijd?

Declercq: De zomertijd of Daylight Saving Time (DST) zorgt ervoor dat het later licht wordt. Zo mis je het broodnodige ochtendlicht, terwijl het ’s avonds progressief juist té licht wordt. Het is dus het verkeerde licht op het verkeerde moment. We slapen in de zomer gemiddeld te weinig, juist omdat het ’s avonds te lang licht is. De zomertijd zorgt ervoor dat we de harmonie tussen biologische tijd, sociale tijd en zonnetijd verstoren. Terwijl we het best slapen en het gezondst zijn als die drie op elkaar zijn afgestemd. Voor het afschaffen van de DST hebben we drie dingen nodig: de wetenschap – check –, de publieke opinie – daar werken we aan – en de politieke wil. En daar knelt het schoentje.

Laureys:Helemaal akkoord. Maar het probleem is natuurlijk niet opgelost als we De zomertijd afschaffen. Minstens zo belangrijk is een mentaliteitsverandering. Zeker mensen met een voorbeeldfunctie, zoals ceo’s en politici, zouden doordrongen moeten zijn van het belang van goede en voldoende slaap. Ze zouden het voortouw moeten nemen in plaats van te koketteren met een paar uur slaap per nacht.

Steven Laureys

Geboren in Leuven in 1968. Studeerde in 1993 af als arts aan de VUB. Begon in 1997 te werken aan de Universiteit van Luik, waar hij in 2014 de Coma Science Group oprichtte. Werkt mee aan het door de EU gesponsorde Human Brain Project, dat het menselijke brein middels een supercomputer wil simuleren. Publiceerde Het no-nonsense meditatieboek (2019) en Het no-nonsense slaapboek (2020).

Inge Declercq

Geboren in Genk in 1969. Studeerde af aan de KU Leuven als arts in 1994 en als neuroloog in 1999. Richtte in 2016 haar bedrijf Sleepwell&Stressless op. Begon in 2016 als neuroloog en slaapexpert in het UZ Antwerpen. Bracht meerdere boeken uit, waaronder De kracht van slapen (2020) en Slaap wijzer (2022).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content