Natuur op doktersverwijzing: wat als de huisarts nu eens een boswandeling voorschreef?
Het belang van de natuur voor onze gezondheid krijgt bij jonge huisartsen steeds meer bijval. Is de Vlaming klaar voor het ‘groene voorschrift’? En waar vinden we die broodnodige natuur in het sterk verstedelijkte Vlaanderen?
De mens maakt sinds het begin van zijn bestaan deel uit van een natuurlijk ecosysteem en heeft een aangeboren connectie met de natuur. Alles en iedereen heeft elkaar nodig, van de onzichtbare schimmel over de hoge boom tot de mens, en dat dreigen we weleens uit het oog te verliezen. Wilde natuur levert ons allerlei diensten die van levensbelang zijn en dat volledig gratis, zoals bevruchters van gewassen en buffers tegen uitdroging en de gevolgen van de klimaatopwarming.
Het is dus niet verrassend dat we een groene omgeving spontaan associëren met positieve gezondheidseffecten. In de wetenschap duiken steeds meer aanwijzingen op dat natuur in al zijn aspecten (de aanwezigheid van groen, de frisse buitenlucht, de geuren van planten, de mogelijkheid tot beweging en sociaal contact,…) een invloed zou kunnen hebben op de gezondheid, zoals ademhaling, hart- en bloedvaten, slaap, mentale fitheid, creativiteit, stressniveau…
Hoe die relatie tussen menselijke gezondheid en natuur precies in elkaar zit, is nog steeds niet helemaal duidelijk. ’De link tussen beide is niet eenduidig en het onderzoek, zeker wat betreft het mentale aspect, staat nog in zijn kinderschoenen’, zegt Professor Hans Keune van de Universiteit Antwerpen en coördinator van de Leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving.
‘Er zijn maar een beperkt aantal studies die verbanden hebben kunnen vaststellen tussen natuur en mentale gezondheid en grote conclusies kunnen we daar nog niet uit afleiden. Bovendien strookt de subjectieve ervaring van biodiversiteit niet altijd met de werkelijke aanwezigheid ervan. Mensen zijn zich soms niet bewust van de biodiversiteit rondom hen. Daarnaast ervaart iedereen natuur anders. Voor de een brengt het geluid van water rust, voor de ander is dat een ver uitzicht.’
Wat wel steeds duidelijker wordt, is de rol van biodiversiteit bij de ontwikkeling van het immuunsysteem bij kinderen. ‘Er zijn sterke hypotheses dat microbieel contact een grote impact heeft op de weerstand van kinderen en tot minder astma en allergieën leidt. Dat geldt wellicht ook voor ouderen. Daarnaast zijn er ook correlatiestudies die mentale en cognitieve voordelen aantonen bij kinderen wanneer ze af en toe eens in de modder ploeteren.’
Je zou denken dat een wandeling in een bos hetzelfde teweegbrengt als een toertje door het stadspark, maar dat klopt niet. Ook het soort natuur doet ertoe. Een recente studie van de KU Leuven toonde recent nog aan dat er in stedelijke omgevingen waar enkele grote, hoge bomen met stevige kruinen zijn, minder medicatie verkocht wordt voor hart- en vaatziektes en depressies, dan in stadgsgedeeltes met vele kleine boompjes, ook als er rekening wordt gehouden met factoren als armoede.
‘Het klop dat het type natuur een verschil maakt, maar dat betekent niet dat we algemene regels kunnen formuleren die voor iedereen geldig zijn’, nuanceert Keune. ‘Zo gemakkelijk is het allemaal niet.’
Natuurgerelateerde zorg
Als de natuur bijdraagt aan de menselijke gezondheid, zou het dan niet beter zijn dat de huisarts af en toe eens een portie natuur voorschrijft in plaats van een pilletje? Enkele jonge huisartsen van de Leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving in Antwerpen namen onlangs de proef op de som en gaven een zogenaamd ‘groen voorschrift’ mee aan patiënten met bijvoorbeeld, spanningsklachten. Die kregen een infofolder mee en ook een brochure met alle groene plekjes in de buurt.
Uiteraard kun je een borstkankerbehandeling niet vervangen door bomen te knuffelen. Maar voor veel klachten is het wel een veilige alternatief, zo blijkt. Bedoeling is om op termijn een expertennetwerk op te zetten met huisartsen, psychologen, kinesisten en cardiologen om onder meer te onderzoeken hoe natuur op verwijzing op een kwalitatieve manier kan geïntegreerd worden zodat het ook effectief is op langere termijn.
‘Er is meer onderzoek nodig, maar de eerste tekenen zijn alvast veelbelovend’, zegt Keune. ‘Heel wat patiënten reageren in eerste instantie aarzelend. Gaandeweg, wanneer ze effectief de natuur opzoeken, zijn de reacties verrassend positief. Er zijn er natuurlijk ook die afhaken. En dat om verschillende redenen. Zo kreeg een patiënte die een moeilijke periode doormaakte en heel verdrietig was, het advies om meer buiten te komen en naar het park te gaan. Maar ze voelde zich zo schuldig omdat ze het gevoel had dat ze met haar droeve blik de vrolijkheid van de andere mensen in het park verstoorde.’
‘Vergroenen’ en ‘verblauwen’ van steden
Het grootste pijnpunt is evenwel dat Vlaanderen op het vlak van biodiversiteit vrij rampzalig is. 16 procent van het Vlaamse gewest is verhard. Dat is dubbel zoveel als het Europese gemiddelde. In geen enkele Europese regio wordt zo kwistig met open ruimte omgesprongen als bij ons, wat onze regio onleefbaar dreigt te maken. Onze hersenen zijn nu eenmaal niet uitgerust om in zeer dichtbevolkte steden te leven met de veelheid aan prikkels, geluiden en mensenmassa’s.
De versnipperde natuur is bovendien ongelijk verdeeld in Vlaanderen waar het in bepaalde steden ver zoeken is naar groene ademruimte. ‘Er zijn grote groepen in de samenleving die in een erg verstedelijkte context leven en bijvoorbeeld geen buitenruimte hebben’, weet Keune. ‘In dergelijke regio’s zou het vergroenen van de speelplaats in scholen mogelijk een oplossing kunnen bieden aan het terugdringen van dat specifieke onderdeel van gezondheidsongelijkheid. Kinderen die thuis geen tuin hebben, zouden door de aanwezigheid van een groen schoolplein, waar ze naar hartenlust in de aarde kunnen wroeten, deze achterstand kunnen compenseren.
Ook volgens een rapport van de Hoge Gezondheidsraad (HGR), het belangrijkste adviesorgaan van de overheid over gezondheid, is er nog veel ruimte voor verbetering wat betreft de openbare ruimte. Ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling hebben een grote invloed op de menselijke gezondheid, aldus de Raad. ‘De recente covid-19-pandemie en de verworven inzichten met betrekking tot de voorspelbare gevolgen van de klimaatverandering en de toenemende verstedelijking hebben het algemene besef doen toenemen dat er dringend behoefte is aan een stedelijke leefomgeving die de menselijke gezondheid in stand houdt en verbetert. Toegang tot voldoende groene en blauwe ruimte is in dit verband van cruciaal belang’, klinkt het.
‘Sommige diensten in steden en gemeenten, zoals de lokale gezondheidszorg, zijn zich maar al te goed bewust van het probleem, maar het idee van natuur en menselijke gezondheid sijpelt in de wereld van ruimtelijke planners veel minder door. De kennis is nog te veel gefragmenteerd, er is nood aan samenwerking en uitwisseling van expertise tussen de verschillende stakeholders. Kijk bijvoorbeeld naar het recent aangelegde Operaplein in het centrum van Antwerpen. Dat is één grote betonnen woestijn. Een gemiste kans.’
De heilzame tuin
Toch hoeven we niet per se elk weekend naar de Ardennen voor een gezondheidskuur. Ook vlak onder onze neus, de eigen achtertuin, biedt heel wat gezondheidsvoordelen. Tuiniers hebben bijvoorbeeld een beduidend lagere bloeddruk, een lagere hartslag, veel minder stresshormonen en meer afweercellen. En ook de geest geniet mee. De tuin, of je hem nu maait of niet, brengt je tot rust en haalt alle ballast uit je hoofd waardoor je de verbondenheid met je eigen natuur kan herstellen.
‘Als natuur werkt in het groot, werkt het zeker ook in het klein’, bevestigt Keune. ‘De aanwezigheid van kleine natuur, zoals een tuin, of het actief zijn erin, door bijvoorbeeld een moestuintje aan te leggen, kan al heilzaam zijn. De activiteit, het genieten, het loskomen van de dagelijkse stress, maar ook het microbiële contact voor kinderen, vind je allemaal in de tuin terug.’
Hoewel artsen in opleiding het belang van natuur en gezondheid steeds meer inzien, zal het groene doktersvoorschrift nog niet meteen schering en inslag worden in veel Vlaamse dokterskabinetten. In het Verenigd Koninkrijk bestaat het fenomeen wel al langer. Daar kan een patiënt ecotherapie of tuintherapie op voorschrift krijgen: oftewel tuinieren tegen angst of depressie. Ook in Canada pennen dokters natuur steeds vaker zwart-op-wit neer op een attest, net als in Japan, waar de traditie van ‘bosbaden’ of Shinrin-yoku in de cultuur zit ingebed als preventieve gezondheidszorg. Het land telt 62 erkende bostherapiecentra waar elk jaar zo’n 5 miljoen bezoekers op afkomen. Japanners hebben zelfs woorden in hun taal die wij niet hebben voor verschillende bosgeluiden, zoals de wind die door de bomen ritselt, het geluid van de regen in het bos, de takken in de wind, de bladeren onder de voeten. En in de Scandinavische landen gaan schoolkinderen zelf op de koudste winterdag meerdere keren naar buiten. ‘Wij hebben dan weer het systeem van zorgboerderijen maar het idee van “natuur als medicijn” is hier bijlange nog niet geprofessionaliseerd’, vult Keune aan. ‘Ook het vergoeden van dit soort activiteiten in het algemeen door de ziekteverzekering is beperkt. Daar liggen veel uitdagingen.’
Het idee dat onze leefomgeving een impact heeft op onze gezondheid is natuurlijk niet nieuw. Dat verstedelijking en milieuverontreiniging tot ongelukkige mensen leiden, is evident. Vanwaar die recent toegenomen interesse bij artsen? Keune: ‘De kennis over onze natuurlijke omgeving is de laatste jaren erg aangegroeid. Bovendien worden we in onze gebetonneerde wereld geconfronteerd met gezondheidsproblemen waar we maar geen grip op lijken te krijgen, zoals obesitas, diabetes, mentale problemen en burn-out. De geneeskunde kent ook traditioneel een golfbeweging. De ene keer neemt het geloof in medicatie de bovenhand. Vandaag is het de natuur die we herontdekken als preventiemaatregel of als complementaire behandeling.’
Tips om natuur als medicijn te integreren in je leven (ook als je in de stad woont):
- Maak een wandeling in de natuur. Een zondagse wandeling van twee, drie uur in een bosrijk park kan je beschermen tegen een hele week in de stad verblijven.
- Haal groen in huis. Planten verbeteren niet alleen de luchtkwaliteit in huis doordat ze giftige stoffen in de lucht afbreken, maar ze vangen ook stofdeeltjes op. Volgens onderzoek van de NASA is de Sansevieria trifasciata, ook wel Vrouwentongen, de beste keuze om schadelijke deeltjes uit de lucht op te nemen. Een ander opmerkelijk voordeel van kamerplanten is dat ze geluid absorberen, daarom is het een goed idee om planten in de buurt van het raam te zetten als je in de stad woont.
- Zelfs een foto van de natuur aan de muur heeft een rustgevend effect.
- Bekijk documentaires en films die opgenomen zijn in het bos en in de jungle. Ze zijn balsem voor de ziel, vooral na een stressvolle dag.
- Gebruik etherische oliën. Niet alleen de bomen zelf, maar ook de geuren van het bos, meer bepaald de geur van naaldbomen, hebben een immuniteitsverhogend effect op het lichaam.
– Tuintherapie: ‘Bij milde depressies kan tuinieren even effectief zijn als antidepressiva’
– Hoe tuinieren ons mentaal welzijn versterkt: ‘Vijf minuten snoeien en mijn hoofd is leeg’
– Iedereen hovenier: de geest geniet mee
– ‘We leren meer over de natuur door een documentaire te bekijken dan door zelf een boswandeling te maken’
– De kunst van shinrin-yoku: ‘In Japan sturen huisartsen je gewoon het bos in’
– Hoe maken we het Vlaanderen van de toekomst groener, duurzamer en gezonder?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier