Na plastic in mossels: hoe gezond is onze vis?
In mossels, oesters, garnalen en langoustines zit nogal wat plastic dat via ons bord in ons bloed terecht komt, zo blijkt uit recent onderzoek. Maar hoe is het gesteld met de rest van de vis op ons menu?
‘Eet minstens 1 keer per week vis, bij voorkeur vette’, luidde het onlangs opnieuw in de voedingsaanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad. Maar is dat nog wel oké, nu overbevissing tal van vissoorten bedreigt en onze zeeën, oceanen en binnenwateren steeds vuiler worden? Natuurlijk blijft vis de gezondheidsvoordelen hebben waarvoor hij al zo lang bejubeld wordt. Vis is niet alleen een voedzame, cholesterolarme bron van proteïnen, vitaminen en jodium, vette soorten zoals zalm, makreel en sardines zitten bovendien vol omega 3-vetzuren, meervoudig onverzadigde vetzuren die onder meer onze hersenen, hart en huid mee gezond houden.
“Maar vis bevat vandaag de dag ook nogal wat schadelijke stoffen”, zegt dr. Isabelle Sioen van de Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit van de UGent. “Met voorop kwik, een toxisch zwaar metaal dat onder meer door industriële processen in onze wateren terechtkomt.” Vissen en schelpdieren nemen kwik op in de vorm van methylkwik, een organische vorm van het metaal die nóg schadelijker is voor de gezondheid. Waarna consumenten met zowat elke zalmmoot, scampi of sint-jakobsvrucht die ze eten er een beetje meer van binnenkrijgen.
Of je vis rauw eet, kookt, stoomt of bakt, maakt weinig verschil: de kwikniveaus erin blijven doorgaans stabiel.
De ene vis is weliswaar de andere niet. Vooral roofvissen zoals tonijn en zwaardvis bevatten vrij hoge concentraties methylkwik. Zij staan hoger in de voedselketen en consumeren dus zelf vissen die de stof bevatten. Of je vis rauw eet, kookt, stoomt of bakt, maakt weinig verschil: de kwikniveaus erin blijven doorgaans stabiel.
Moedeloos
De Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA legt de toelaatbare inname van methylkwik op 1,3 microgram per kilogram lichaams-gewicht per week. Anders gezegd: weeg je 70 kg, dan ligt je veilige limiet op 91 microgram per week. De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) schat het risico lager in: zij legt het aanvaardbare consumptiegehalte op 1,6 microgram per kg lichaamsgewicht per week.
Bepalen hoeveel kwik er in welke vissoort zit, is moeilijk, omdat factoren zoals de vangplaats en de grootte meespelen. De FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, meldt in een recent rapport gehaltes van bijvoorbeeld 0,96 milligram methylkwik – een verontrustende hoeveelheid – in 1 kilogram zwaardvis, 0,69 milligram in 1 kilogram haai en tot 0,44 milligram in 1 kilogram tonijn, afhankelijk van de soort.
Te veel kwik is toxisch voor onze gezondheid, vooral voor zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen, waarschuwt ook bij ons de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Zo kan een te grote blootstelling de ontwikkeling van het zenuwstelsel beïnvloeden en is kwik in grote hoeveelheden ook schadelijk voor lever en nieren.
Belgen moeten zich niet al te veel zorgen maken over de aanwezigheid van kwik in vis.
Dat de Europese consument zich echt wel zorgen maakt over de toestand van het marine milieu en over wat wel of niet veilig is als het op vis aankomt, bleek uit een eerder onderzoek. “De meeste mensen beseffen – vaak na zeer concrete informatiecampagnes – dat ze hun steentje kunnen bijdragen om onze wateren properder te houden”, vertelt professor Wim Verbeke van de Vakgroep Landbouweconomie. “En dat dóén velen ook. Door geen plastic tasjes of vervuilende huishoudproducten meer te gebruiken, bijvoorbeeld. Tegen de historische kwikvervuiling door de industrie kun je als consument echter weinig beginnen. Maar intussen zit er wel giftig methylkwik in zowat alle soorten vis. Dat besef maakt consumenten wat moedeloos. Ze krijgen het gevoel dat, wat ze ook doen, het allemaal weinig uithaalt. De twijfels over de voordelen van vis eten versus de risico’s zijn daardoor toegenomen.”
Kwetsbaarste groep
Belgen moeten zich in ieder geval niet al te veel zorgen maken over de aanwezigheid van kwik in vis. Dat blijkt uit een nieuwe risico-inschatting bij 2824 consumenten in 5 Europese landen, uitgevoerd door doctoraatstudente Silke Jacobs van de Vakgroep Landbouweconomie. Qua visconsumptie bengelen we met 10 kilo per persoon per jaar ergens onderaan in het Europese lijstje. Een groot verschil met de Portugezen, Spanjaarden en Italianen, die jaarlijks respectievelijk 27, 25 en 20 kilo vis en zeevruchten naar binnen spelen.
“Maar niet alleen de hoeveelheid vis, ook het soort vis dat mensen eten en de herkomst spelen een rol bij zo’n risicoanalyse”, legt Isabelle Sioen uit. “In Zuid-Europa worden veel meer ‘gevoelige’ vissoorten gegeten dan bij ons. Verse tonijn en tonijn in blik zijn er immens populair, net als bijvoorbeeld kabeljauw in Portugal en inktvis in Italië.”
Als gevolg van die nationaal gebonden eetgewoonten loopt 11 % van de Portugezen, 5 % van de Spanjaarden en 4 % van de Italianen gezondheidsrisico’s als gevolg van hun kwikinname door visconsumptie, tegenover slechts 3 % van de Ieren en 1 % van de Belgen. “Op papier althans, want toelaatbare innames van schadelijke stoffen worden vastgelegd door rekening te houden met de meest kwetsbare groep”, nuanceert Sioen. “Die norm wordt dan doorgetrokken naar de hele bevolking. In theorie bevindt 11 % van de Portugezen zich mogelijk in de risicozone. Maar in die groep zitten ook mensen – volwassen mannen bijvoorbeeld – voor wie die strenge norm gerust een stuk hoger mag liggen voor ze ook maar een gezondheidsrisico lopen. Dus vermoedelijk is het probleem minder groot dan de percentages doen uitschijnen.”
Viswijzer
Ook al overtreffen de gezondheidsvoordelen van vis eten nog altijd de risico’s, toch is in bepaalde landen oplettendheid geboden voor bepaalde subgroepen, zeggen de experts van de UGent. “Pan-Europese aanbevelingen voor de visconsumptie hebben niet zoveel zin”, stelt professor Verbeke. “Idealiter komen er in de toekomst per land zeer specifieke adviezen, afhankelijk van de consumptiegewoonten en het marktaanbod. Zeker voor risicogroepen zoals jonge kinderen en zwangere vrouwen.”
Zo zou het voor Portugezen en Italianen geen slecht idee zijn om voortaan minder tonijn, kabeljauw en inktvis op het menu te zetten, want die bevatten hoge kwikniveaus. Belgen daarentegen eten beter wat méér vis in het algemeen, en dan bij voorkeur vetrijke soorten met hoge concentraties omega 3 en lage tot verwaarloosbare kwikconcentraties, zoals haring, zalm, sardines en makreel. “Zo profiteer je van alle belangrijke voordelen van vis en kun je het risico van kwik vermijden”, besluit onderzoekster Sioen.
Belgen eten beter wat méér vis in het algemeen, en dan bij voorkeur vetrijke soorten met hoge concentraties omega 3 en lage tot verwaarloosbare kwikconcentraties, zoals haring, zalm, sardines en makreel.
“Daarnaast blijft ook variatie en dosering belangrijk. Zowel in soorten vis als in merken en plaats van aankoop. Koop je vis bij voorkeur niet altijd in dezelfde winkel, en varieer tussen merken. Zo verklein je de kans dat je herhaardelijk vis eet uit een vangstgebied met een hoge concentratie schadelijke stoffen. Het WWF heeft een handige viswijzer die je helpt te kiezen voor gezonde en duurzame vis.” (Caroline De Ruyck)
Dit onderzoek en andere studies over mariene vervuiling, de Europese visconsumptie en de mogelijke impact ervan op de volksgezondheid gebeurden in het kader van het onderzoeksproject EcsafeSEAFOOD, gefinancierd door de EU.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier