Cardioloog Christiaan Vrints waarschuwt om bij het loslaten van de lockdown niet te categorisch te werk te gaan. ‘Het is maar de vraag of leeftijd op zichzelf een oorzaak vormt voor een grotere kwetsbaarheid voor het coronavirus. Het heeft er alle schijn van dat een en ander ingewikkelder ligt.’
Virologen en epidemiologen suggereren in de De Morgen en Nature Medicine alle oma’s en opa’s minstens tot volgende lente onder de stolp te houden om hen te beschermen voor het dodelijke coronavirus wanneer straks de lockdown geleidelijk aan losgelaten wordt. Op het eerste gezicht lijkt niets logischer dan de ouderen nog lang onder de stolp te plaatsen. Maken de sterftecijfers wereldwijd immers niet pijnlijk duidelijk dat 65-plussers extra kwetsbaar zijn? Ook in België vallen de meeste overlijdens bij 65-plussers. Ongeveer de helft van de overledenen is ouder dan 85 jaar; 80% van de overlijdens is ouder dan 75 jaar en personen jonger dan 65 jaar vertegenwoordigen slechts 6% van de sterfte. Daarmee lijkt de kous af. Het is echter maar de vraag of leeftijd op zichzelf een oorzaak vormt voor een grotere kwetsbaarheid voor het coronavirus. Het heeft er alle schijn van dat een en ander ingewikkelder ligt.
Na de huidige pandemie mogen we niet vergeten te investeren in het gezond houden van de bevolking.
Om te beginnen hebben niet alle leeftijden van 65-plussers hetzelfde risico. De ervaringen in China leren dat zowel de ernst van de aandoening als het risico te sterven exponentieel stijgen boven de leeftijd van 65 jaar. In Italië steeg het overlijdensrisico van 1,0 % voor patiënten van 50 tot 59 jaar oud, 3,5% voor de leeftijdsgroep van 60 tot 69 jaar, 12,8% voor de groep tussen 70 en 79 jaar, tot 20,2 % voor patiënten ouder dan 80 jaar. Jongere 65-plussers hebben dus een veel lager risico dan hoogbejaarde.
Al uit de eerste rapporten over de uitbraak van de coronavirus-epidemie in China bleek verder ook dat een belangrijk deel van de patiënten een chronische cardiovasculaire aandoening had. In Italië waren de doden voor het merendeel mannen (70 %) met een chronische aandoenig van de kroonslagaders (30 %), diabetes mellitus (20,3 %), een actieve kanker (20,3 %), voorkamerfibrillatie (24,5 %), dementie (68 %) en/of een voorgeschiedenis van een beroerte (9,6 %). In een recent ingediende meta-analyse van 38 studies met in totaal 17.000 patiënten die ik ter publicatie te beoordelen kreeg, had de groep met een ernstig verlopende coronavirusinfectie 6 maal meer een aandoening van de kroonslagaders, 3,5 maal frequenter al een beroerte gekregen en 2,5 maal meer diabetes of hoge bloedruk dan de patiënten met een niet-ernstige infectie.
Uit de talrijke rapporten die tot nu toe verschenen zijn, blijkt dus duidelijk dat niet alle 65-plussers even kwetsbaar zijn voor het coronavirus. Het virus treft vooral hoogbejaarde personen met een voorgeschiedenis van hartinfarct, angina pectoris, met hoge bloeddruk en/of diabetes. Zij zijn de belangrijkste risicopersonen om een zeer ernstig verlopende coronavirusinfectie te ontwikkelen. Waarom deze patiënten zo bijzonder vatbaar en vooral kwetsbaar zijn voor deze aandoening, blijkt uit nieuwe inzichten over een regelingsmechanisme dat ons beschermt tegen processen die ons cardiovasculair systeem ziek maken.
Infectie met het coronavirus haalt bij hoogbejaarde personen met hart- en vaatziekten dit beschermingsmechanisme, dat bij hen al erg verzwakt is en met moeite met geneesmiddelen kan recht gehouden worden, volledig onderuit. Hun fragiel cardiovasculaire systeem valt als een kaartenhuis ineen en het infectieus en inflammatoir syndroom in de longen versnelt levensgevaarlijk.
In de aanpak van het loslaten van de lockdown moet er opgelet worden niet al te categorisch te werk te gaan. Onze bevolking is geen stal identieke biggen die op basis van PCR- of immuun-testen kunnen gescheiden worden in zieke en gezonde exemplaren. We hebben een sterker gediversifieerde klinische risico-inschatting nodig. Dat is belangrijk om het geleidelijk loslaten van de lockdown op een intelligente manier aan te pakken. Huisartsen en arbeidsartsen kunnen perfect op basis van ziektevoorgeschiedenis en met de hulp van eenvoudige, goedkope, routine klinische onderzoeksmethoden de vatbaarheid en kwetsbaarheid van mensen voor een coronavirusinfectie inschatten. Indien nodig kan bijkomend cardiologisch onderzoek een verdere verfijning van de risico-inschatting toelaten indien men een verdoken hartafwijking vermoedt.
Gezonde juffen en meesters jonger dan 45 jaar hebben echt een heel laag risico om een ernstige coronavirusziekte te ontwikkelen en vrezen daarom onterecht in de leeuwenkooi geworpen te worden als straks de scholen terug opstarten. Hoogbejaarde hartpatiënten met hypertensie en diabetes en een vroegere beroerte die vaak in een woonzorgcentrum verblijven, lopen echter een zeer hoog risico. Gezonde en fitte oma’s en opa’s lijken dan weer weinig gevaar te lopen en kunnen best vrijgelaten worden uit hun lockdown. Op voorwaarde dat ze de nodige fysieke afstandsmaatregelen en handhygiëne eerbiedigen, mogen ze weer op hun kleinkinderen passen.
De huidige coronaviruspandemie schudt ons terecht wakker voor de risico’s van infectieziekten waartegen we geen geneesmiddelen of vaccins hebben. Het recent in Knack aangehaalde project opgestart aan het Institute for the Future aan de KU Leuven over de maatschappelijke consequenties van pandemische maatregelen is een mooi initiatief. Hoe onwaarschijnlijk het vandaag ook mag lijken, de virale pandemie vormt echter an sich niet het grootste risico voor onze toekomst. Het is de steeds breder oprukkende cardiometabole pandemie die onze samenleving bijzonder kwetsbaar maakt voor de huidige en misschien volgende coronarviruspandemieën.
Na de huidige pandemie mogen we daarom niet vergeten sterker te investeren in het ‘gezond’ houden van onze bevolking door een betere preventie van hart- en vaataandoeningen, obesitas en de ermee verbonden diabetes. Een betere basisgezondheid maakt ons immers minder kwetsbaar voor de dodelijke complicaties van virale infecties. Als ik in mijn omgeving talrijke fitte wandelende, lopende, skatende en fietsende Vlamingen tegenkom, steeds op een veilige afstand van elkaar, denk ik echter samen met mijn vroegere collega Dirk Van Duppen: ‘Ik zie de wereld kantelen, ik geloof dat het goed komt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier