‘Na de coronakoorts, de coronaburn-out: gaan we echt weer met ons hoofd tegen de muur knallen?’
Nu steeds meer mensen opnieuw fysiek naar het werk trekken, hoopt Tommy Browaeys dat we de juiste lessen trekken. ‘Waarom 160 procent geven als je misschien geen 100 procent aankunt?’
Ik lees al een tijd onheilspellende berichten rond een nieuwe tsunami van burn-outs die op ons af dreigt te komen wanneer de coronakoorts wat gaan liggen is en we er allemaal weer aan 160 procent invliegen.
Die 160 procent geven terwijl je misschien geen 100 procent aankunt, zorgde ook de voorbije jaren al voor golven en overstromingen op het vlak van mentale gezondheid.
Even, heel even was het windstil en regende het geen berichten rond langdurig zieken en thuisblijvers. Want veel mensen zaten, zitten thuis omwille van de voor velen vermaledijde lockdown. Met de gefaseerde doorstart in het achterhoofd hoop ik oprecht dat we de juiste lessen trekken en niet opnieuw met ons hoofd tegen de muur knallen. Dat van die ezel en de steen komt in me op… Want mensen hebben wel eens de neiging om in oude (slechte) gewoontes te vervallen als de mist wat opgeklaard is.
Gelukkig lijken veel bedrijven in te zien dat (gedeeltelijk) flex- en telewerk wel eens het nieuwe normaal zou kunnen worden. Of ze dat doen vanuit de bezorgdheid voor werknemers of de ambitie om op kantoorruimte te besparen nu de omzet onder druk gestaan heeft of nog steeds staat, maakt me eerlijk gezegd niet uit. Zolang het maar geen tijdelijk lapmiddel is tot we weer tot de veel te drukke orde van de dag overgaan.
Ik twijfel er niet aan dat ondernemingen voor een grote uitdaging staan. De business unit waarvoor ik werk, is gespecialiseerd in handelsinformatie. Aan de hand van een stresstest analyseerden we de weerbaarheid van bedrijven in de coronacontext en maakten we een inschatting wanneer hun solvabiliteit of financiële draagkracht in gevaar komt. Bij veel ondernemingen staat het water tot aan de lippen en er wordt gevreesd voor een waterval aan faillissementen zodra die weer uitgesproken kunnen worden. Werknemers zijn een cruciale factor in de weerbaarheid van een organisatie, op voorwaarde dat ze zelf ook voldoende draagkracht hebben. Dus ook voor hen is een stresstest aan de orde, zodat ze niet fysiek of mentaal overkop gaan.
Kunnen we er binnen de relanceplannen die volop gesmeed worden een dubbele test van maken en ergens in het midden tussen 0 procent en 160 procent landen? Ik had het geluk om al voor de coronacrisis twee dagen per week van thuis uit te werken, wat goed in evenwicht is met twee dagen kantoor, zelfs inclusief files. Dat kadert in een bewuste keuze voor een 4/5e baan in combinatie met andere activiteiten. Krimpen om te groeien, bij manier van spreken. De stap naar volledig thuiswerk was dus niet zo groot, terwijl er dankzij de moderne technologie ook efficiënt vergaderd wordt. Toch kijk ik ernaar uit om mijn collega’s opnieuw in levenden lijve te zien. Kussen en handen schudden hoeft niet, maar live glimlachen en een welgemeende schouderklop geven…
Als we er nu eens in zouden slagen om bedrijven met hetzelfde aantal voltijdse equivalenten financieel te laten besparen op kantoorruimte en andere kosten en werknemers mentaal te laten besparen door minder verplaatsingen en meer relatieve vrijheid. Daar is mijn kort door de bocht naïeve gedachte aan een soort intelligente arbeidsherverdeling weer, om tegelijk de kosten van werkloosheid en langdurig zieken te verminderen. Want dat zijn communicerende vaten van inkomsten en uitgaves. Twee keer 80 is in dat geval echt wel meer dan 160. Er zijn zoveel mensen die het zo heerlijk vinden dat ze eindelijk terug aan het sporten zijn. Ze doen meer kilometers met hun fiets dan met de auto of het openbaar vervoer. Zijn productiever. We wandelen. Samen. Ontdekken de nabije omgeving. Onszelf. Er is… ademruimte. Gaan we onze keel echt opnieuw dichtknijpen als het virus (tijdelijk) overgewaaid is? Ik besef dat het lang niet in alle sectoren mogelijk is. Vaak is het dat wel dus het glas is halfvol.
Het doet me denken aan de uitspraak van Dirk Draulans dat we water misschien pas echt naar waarde zullen schatten en er spaarzaam mee omgaan wanneer er niets meer uit de kraan komt. De natuur heeft de voorbije maanden onze files en ecologische voetafdruk alvast niet gemist. Er zwemmen vissen waar ze uitgestorven leken en de lucht is schoner. Dat is een derde partij om mee in de reality check te nemen want als de natuur op is, zal het ook met ons over en uit zijn. Tenzij we met z’n allen op het Starlink-treintje van Elon Musk springen en andere planeten gaan veroveren.
Dus laat ons effectief iets doen met het positieve dat we uit deze periode leren en dogma’s aan de kant schuiven. Verlies daarbij dat goede gevoel niet door de massale azijnpisserij over alles en iedereen die sociale media momenteel rijk zijn. Het verarmt onze veerkracht want als er te veel bagger is, zal de rivier niet meer stromen.
Tommy Browaeys schrijft over hoogsensitiviteit en burn-out. Je kunt hem volgen op waarjewerkelijkademt.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier