Muziektherapie: ‘Muziek is niet altijd zo veilig als je zou denken’
We kennen allemaal de invloed van muziek op onze stemming en onze emoties. Maar muziek heeft ook een aantoonbaar therapeutisch effect. ‘Muziek is een rechtstreekse toegangspoort naar je gevoelens, gedachten en herinneringen.’
Bij een aanstekelijk deuntje op de radio ga je spontaan meeneuriën. Relaxatiemuziek maakt je rustig en ontspannen. Een melancholisch lied kan bij een trieste bui louterend werken. En niets katapulteert je zo moeiteloos terug naar je jeugd als een hit uit die tijd. Muziek doet iets met je. Ze beroert en beweegt je. Er zijn talloze onderzoeken die aantonen dat muziek een positief en zelfs heilzaam effect heeft. Maar dat is nog iets anders dan muziektherapie.
‘Muziektherapie wordt nogal eens ondergebracht bij de alternatieve therapieën. Maar dat is een misvatting: het is een wetenschappelijk gefundeerde therapie’, zegt Jos De Backer, een van de pioniers in Vlaanderen. Hij is als doctor in de muziektherapie verbonden aan de masteropleiding muziektherapie van de LUCA School of Arts, campus Lemmens, en aan het UPC KU Leuven. Muziektherapeut word je niet zomaar, benadrukt hij. ‘Het zijn geen muzikanten die een extra therapiecursus gevolgd hebben of therapeuten met een muzikale hobby. Onze afgestudeerden hebben een vijfjarige academische opleiding achter de rug, een combinatie van een hogere muziekopleiding en een universitaire psychotherapieopleiding.’
Muziektherapie kan voor diverse doeleinden worden ingezet. Om angsten en spanningen te verminderen, of om de mist bij een depressie te helpen optrekken.
Actief en intuïtief
Muziektherapie is een overwegend nog-verbale psychotherapie: het accent ligt niet op praten, zoals bij psychotherapie, maar op beleving. Bij receptieve muziektherapie wordt vooral geluisterd naar muziek en sta je stil bij de verschillende gewaarwordingen die muziek bij je oproept. Bij actieve muziektherapie improviseer je zelf op een instrument of met je stem. ‘Wij leggen de focus op de actieve toepassing van muziektherapie, omdat die veel doeltreffender is’, zegt Jos De Backer. ‘Het is ook absoluut niet nodig dat je als patiënt verstand hebt van muziek of een instrument kunt bespelen. Liever niet, zelfs. Wie veel muzikale voorkennis heeft, wordt juist gehinderd door esthetische vooroordelen over hoe muziek moet klinken. Muziek is voor ons geen doel, maar een middel: we spelen intuïtief en luisteren naar wat de klanken ons zeggen. Mensen zeggen soms dat ze zich uiten via muziek, maar in feite is het omgekeerd: het is de muziek die ons uitdrukt. Daarom is het belangrijk om te improviseren, de muziek haar gang te laten gaan en te kijken waar ze je naartoe brengt.’
Connectie met emoties
Muziektherapie kan voor diverse doeleinden worden ingezet. Om angsten en spanningen te verminderen, of om de mist bij een depressie te helpen optrekken. Om emoties te helpen uiten en hanteren. Om de belevingswereld van mensen met autisme of met een mentale beperking te activeren en te vergroten. Bij personen met een persoonlijkheidsstoornis kan samen muziek maken bevorderlijk zijn voor de grip op de wereld en op de sociale contacten. En het kan het brein stimuleren bij mensen met dementie.
‘De kern van muziektherapie is tweeërlei. Aan de ene kant brengt het je in contact met je emoties en je innerlijke gevoelswereld. Muziek is niet altijd zo veilig als je zou denken: het kan je naar emoties brengen waar je liever van wegblijft of waarop je niet voorbereid bent. Aan de andere kant is er het sociale aspect, de interactie. Door samen te improviseren en naar elkaar te luisteren, is er een opening naar meer contact en meer vertrouwen. Muziektherapie wordt vooral ingezet in de psychiatrie en in de geestelijke gezondheidszorg. Maar ook in woonzorgcentra ervaart men steeds vaker de baten ervan.’
Improviseren
Hoe gaat een doorsnee sessie in zijn werk? ‘De patiënt kiest eerst een instrument voor zichzelf en een instrument voor de therapeut. Die keuze is op zich al betekenisvol. Denk aan een situatie waarbij de patiënt voor zichzelf een pauk kiest en een triangel geeft aan de therapeut. Of aan iemand die voor de grote trom gaat, om daar vervolgens niet op te durven slaan. Daarna gaan we improviseren. Ritmisch improviseren, op slaginstrumenten, is meer naar buiten gericht. Melodisch improviseren, op bijvoorbeeld piano, gitaar of xylofoon, is meer naar binnen gericht. Aan de piano zit de therapeut aan het lage register – de diepe tonen -, de patiënt aan het hoge. De patiënt slaat een toets aan, waarna de therapeut muzikaal betekenis geeft aan wat de patiënt doet en ze samen een muzikaal spel ontwikkelen.’
Als dat lukt, want sommige patiënten slagen er niet of nauwelijks in om in relatie te treden met de therapeut. ‘Voor mensen met een psychose kan dat zelfs een onmogelijke opdracht zijn. Ze slaan op de trommel en gaan maar door, zonder ritmische ontwikkeling of frasering. Of ze spelen niet in het metrum en zitten steevast net voor of net na de tel. De therapeut probeert dan een gezond spel te enten op de repetitieve of chaotische klanken van de patiënt.’ Na het improviseren is het tijd voor een verbale reflectie en worden woorden gegeven aan wat tijdens het spelen ervaren werd.
Archiefkast
‘Het muzikale centrum is het laatste deel van de hersenen dat afsterft’
Jos De Backer, muziektherapeut
Op het internet circuleren filmpjes van mensen met dementie die opgesloten zitten in hun wereld maar helemaal opleven als ze muziek uit hun jeugd te horen krijgen. Ze kunnen niet alleen de tekst meezingen, maar zijn plotseling ook veel minder verward, kunnen beter focussen en samenhangender vertellen. ‘Het muzikale centrum is het laatste deel van de hersenen dat afsterft’, bevestigt muziektherapeut Jos De Backer. ‘Met muziek kun je nog altijd in resonantie komen met de psyche van een persoon die dementerend is. Wat vooral goed werkt, is het zingen van liederen uit zijn of haar jeugd. Niet uit de kindertijd, zoals vaak wordt verondersteld, maar uit de tijd dat hij of zij een adolescent en jongvolwassene was. Onderzoek heeft aangetoond dat het muzikale geheugen vooral geconcentreerd is rond die periode, omdat zich daar de belangrijkste persoonlijkheidsontwikkelingen voordoen. Het is de muziek uit die tijd die het sterkste blijft hangen, dus daar werken we vooral mee tijdens de therapie.’
Jos De Backer noemt muziek de archiefkast van onze herinneringen: ze voert je zonder omwegen naar een gevoel of periode. ‘Los van allerlei lichamelijke symptomen – je krijgt kippenvel van ontroering of voelt rillingen over je ruggengraat lopen, je hart gaat trager of juist sneller slaan – baant muziek zich meteen een weg naar binnen. Het is een rechtstreekse toegangspoort naar je gevoelens, gedachten en herinneringen. Dat is de kracht van muziek.’
Borderline voorspellen
Voor haar doctoraatsonderzoek deed Katrien Foubert, muziektherapeut en collega van Jos De Backer, onderzoek naar de synchroniciteit tussen 2 musicerende mensen: kunnen ze hun spel op elkaar afstemmen? ‘Mijn onderzoek spitste zich toe op mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben een hechtingsproblematiek: contact met anderen voelt onveilig aan, intieme relaties aangaan of in stand houden is bedreigend en beangstigend.’
De muziektherapeut improviseerde met elke proefpersoon gedurende 3 minuten, zonder te weten of het om een patiënt ging of om iemand uit de controlegroep. ‘Onze conclusie: mensen die gediagnosticeerd zijn met een borderline persoonlijkheidsstoornis slagen er niet in om zich tijdens het spelen af te stemmen op de ander. Soms blokkeerde het spel zelfs volledig. In de controlegroep synchroniseerden proefpersoon en therapeut wel: tijdens de 3 minuten groeide hun spel naar elkaar toe.’
Die onderzoeksresultaten kunnen van grote betekenis zijn voor de diagnostiek. ‘In een improvisatie van amper 3 minuten merk je als muziektherapeut meteen hoe die persoon zich op je afstemt en welke moeilijkheden hij ondervindt om contact te maken en dat te continueren. Je haalt er de mensen uit die te kampen hebben met een borderline persoonlijkheidsstoornis, en dat met een voorspellingsgraad van 83 procent. Een heel verschil met het tijdrovende en arbeidsintensieve invullen van psychologische vragenlijsten, waarbij je soms pas na ettelijke dagen een diagnose kunt stellen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier