Met je huilbaby naar de osteopaat: een goed idee?
Sommige ouders raadplegen met hun huilbaby een osteopaat. Die tracht het huilgedrag te beïnvloeden door manipulatie van de schedel en de nek. Nuttig of gevaarlijk?
Een lezer van Gezondheid en Wetenschap vroeg of het nuttig dan wel gevaarlijk is om een osteopaat te raadplegen met een huilbaby. Wat zegt de wetenschap daarover?
Waar komt dit nieuws vandaan?
Ongeveer 10 tot 30% van de baby’s jonger dan vier maanden huilt overmatig. Of de kindjes flesvoeding of borstvoeding krijgen, maakt daarin geen verschil. Baby’tjes huilen gemiddeld anderhalf tot tweeënhalf uur per dag. We spreken van een huilbaby wanneer een baby:
- minstens 3 uur per dag huilt;
- op minstens 3 dagen in de week;
- gedurende minstens 3 opeenvolgende weken.
Omdat overmatig huilgedrag zenuwslopend kan zijn, zoeken ouders vaak hulp. Normaal volstaat het om gerust te stellen en te informeren, en tips te verstrekken om met het gehuil om te gaan. Een huilbaby stopt meestal spontaan met overdreven huilen vanaf de leeftijd van vijf maanden.
Sommige ouders raadplegen met hun huilbaby een osteopaat. Die tracht het huilgedrag te beïnvloeden door manipulatie van de schedel en de nek, volgens de osteopathie van instabiele nekwervels en asymmetrie van het hoofdje of achterhoofdje. Bij zo’n behandeling verbetert de osteopaat via handwerk de beweeglijkheid van de schedel en de ruggengraat van de baby. Daardoor worden huilbaby’s rustiger, tot groot genoegen van de ouders.
In 2009 gingen onderzoekers na of zo’n osteopathische behandeling effectief helpt om huilbaby’s te kalmeren. Daarover bestaat weinig wetenschappelijk onderzoek. De wetenschappers vonden slechts één interventiestudie uit 2006, uitgevoerd bij 28 huilbaby’s. De ene helft van de baby’s kreeg een schedelmanipulatie en de andere helft niet. De behandelde baby’s huilden 90 minuten per dag minder dan de baby’s in de controlegroep, die 30 minuten per dag minder huilden. De behandelde baby’s sliepen ook 95 minuten per dag meer, tegenover 18 minuten meer voor de controlegroep. Een recentere studie uit 2019 bij 58 baby’s toonde eveneens een daling aan van huilbuien bij baby’s die door een osteopaat behandeld werden.
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Twee interventiestudies tonen een daling van het aantal huilbuien van baby’s na een manipulatie van schedel en nek door een osteopaat. Het gaat om twee beperkte studies, en dat is onvoldoende om conclusies te trekken.
Beide studies hebben dezelfde problemen:
- De ouders wisten of hun baby al dan niet behandeld was, en ze moesten de toestand van hun kind zelf beoordelen. Dat kan hun beoordelingsgedrag beïnvloed hebben.
- De studie met de 28 huilbaby’s werd uitgevoerd in samenwerking met de European School of Osteopathy. Dat is een school die opleidingen voor dergelijke behandelingen aanbiedt.
- In beide studies werd niet nagegaan of het overmatig huilen een andere oorzaak had.
Een algemene literatuurstudie uit 2011 stelde vast dat er te weinig goede studies zijn over een osteopathische aanpak van huilbaby’s om besluiten te trekken over het nut ervan.
Dramatisch echter is dat in 2009 een baby van drie maanden overleed na dergelijke osteopathische behandeling. Kind en Gezin stelt op haar website dat ze ouders met een huilbaby nooit doorverwijzen naar een osteopaat, omdat die behandeling niet bewezen is én omdat de veiligheid niet gegarandeerd is.
Wat je dan wel veilig kan doen als je een huilbaby hebt, lees je uitgebreid op de website van Kind en Gezin.
Conclusie
Radeloze ouders gaan soms met hun huilbaby naar een osteopaat, en sommigen van hen geven aan dat de manipulaties helpen. Er bestaat echter te weinig degelijk wetenschappelijk bewijs voor het nut van deze therapie. Bovendien is ze niet zonder gevaar: in 2009 overleed een kindje na dergelijke behandeling. Kind en Gezin verwijst ouders met een huilbaby om die redenen nooit door naar een osteopaat.
Meer info: Gezondheid en Wetenschap
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier