Medfluencers: waarom dokters de nieuwe helden van TikTok zijn

© Getty Images
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Steeds meer artsen delen hun medische inzichten op sociale media. Soms om kwakkels te weerleggen die influencers de wereld insturen, maar af en toe ook om behandelingen aan te prijzen.

Zonnebrandcrèmes zijn kankerverwekkend, van kokosolie krijg je sterkere tanden en de temperatuurmethode is betrouwbaarder dan de anticonceptiepil. Dat zijn maar een paar voorbeelden van de vele gezondheidsfabels die de ronde doen op TikTok, YouTube en Instagram. Niet zelden worden ze verkondigd door influencers die geen enkele medische kennis hebben, maar wel vele duizenden volgers.

Gediplomeerde artsen gaan daartegen in het verweer door filmpjes te posten waarin ze nepnieuws weerleggen. Zoals de Amerikaanse huisarts Mike Varshavski alias Doctor Mike, goed voor twaalf miljoen YouTube-abonnees.

© Doctor Mike

Of de Britse chirurg Karan Rajan, die zijn meer dan tien miljoen volgers op TikTok, YouTube en Instagram in vaak grappige video’s uitlegt dat je van tampons geen loodvergiftiging kunt oplopen en dat de kans klein is dat je een hpv-infectie krijgt als je op een feestje wat confetti opraapt.

© Droctor Karan Rajan

In Nederland werd eerder dit jaar het TikTok-account Dokters Vandaag opgestart, waarop acht artsen – onder wie ook een Vlaming – betrouwbare antwoorden geven op medische vragen waar veel mensen mee zitten. ‘We hebben nog veel meer van dat soort initiateven nodig’, zegt huisarts Marleen Finoulst, hoofdredacteur van de website Gezondheid en Wetenschap. ‘We kunnen niet blijven toekijken hoe er steeds meer medisch nepnieuws wordt verspreid.’ Daarom krijgt ook Gezondheid en Wetenschap binnenkort een kanaal op TikTok. Daarop zal de pas afgestudeerde huisarts Maarten Van Clé toegankelijke medische informatie geven.

Reclame maken

Daarnaast zijn er ook artsen die op een andere manier een grote schare volgers hebben verzameld. Dat komt dan doordat hun originele posts heel erg aanslaan of doordat ze geregeld op televisie te zien zijn. Een van hen is de populaire Nederlandse huisarts en coach Juriaan Galavazi, die zijn tienduizenden volgers op sociale media uitlegt hoe ze zich zowel mentaal als fysiek weer fit kunnen voelen. Een betere reclame voor de coachingsessies die hij aanbiedt, is niet denkbaar.

In Vlaanderen heeft esthetisch arts Kim Detollenaere 100.000 Instagram-volgers verzameld met de vlog die ze als geneeskundestudente opzette. Op haar account laat ze haar mooiste outfits zien, geeft ze uitleg over cosmetische behandelingen en maakt ze ook reclame voor de esthetische kliniek die ze onlangs in Antwerpen opende. ‘Zij noemt zichzelf arts én influencer, maar die twee gaan moeilijk samen’, zegt Johan Blanckaert, voorzitter van artsenvakbond BVAS. ‘Belgische artsen mogen bijvoorbeeld geen vergelijkende reclame maken. Eigenlijk gaat ze dus al te ver als ze in een filmpje uitlegt dat de inrichting van haar kabinet rustgevender is dan in andere praktijken.’

In andere landen, met de Verenigde staten op kop, gaan sommige artsen veel verder dan dat. Online maken ze niet alleen reclame voor hun eigen praktijk maar ook voor behandelingen, producten of hulpmiddelen. Er zijn zelfs internationale agentschappen die bedrijven met populaire dokters matchen. Die zogenaamde medfluencers prijzen hun producten dan tegen betaling aan. Zo werkt Doctor Mike onder meer samen met Bioderma, een producent van huidverzorgingsproducten.

Wetenschappelijk onderbouwd

Zo’n vaart loopt het in Vlaanderen nog niet, maar toch dreigt er een grote grijze zone te ontstaan naarmate meer artsen zich op sociale media wagen. Zolang ze zich beperken tot het weerleggen van kwakkels, is er niets aan de hand. Complexer wordt het wanneer ze bepaalde therapieën gaan promoten. ‘Zolang die wetenschappelijk onderbouwd zijn, zie ik geen probleem’, zegt Johan Blanckaert. ‘Is dat niet het geval, dan is het aan andere medici om dat te melden bij de Orde van Artsen zodat die de zaak kan onderzoeken.’

Marleen Finoulst zou toch liever wat meer zekerheid inbouwen. ‘Wij zouden graag zien dat artsen die online medische informatie geven altijd worden gesteund door een organisatie zoals Gezondheid en Wetenschap, het Belgian Centre for Evidence Based Medicine (Cebam) of de Stichting tegen Kanker’, zegt ze. ‘Zo kunnen mensen die naar hun filmpjes kijken er zeker van zijn dat de informatie betrouwbaar is.’

Als arts kunnen we niet blijven toekijken hoe er steeds meer medisch nepnieuws wordt verspreid.

Marleen Finoulst

Hoofdredacteur Gezondheid en Wetenschap

Op de website van de Orde van Artsen staat een uitvoerig advies over digitale media, dat al van 2015 dateert. Daarin staat onder meer dat artsen nooit misleidende reclame mogen voeren en dat ze onder meer hun prijzen niet met die van collega’s mogen vergelijken. Eind vorig jaar werd aan de code van medische deontologie nog een artikel over reclame toegevoegd, dat stelt dat artsen geen medische hulpmiddelen of gezondheidsproducten mogen verkopen, promoten of verhuren.

‘Daarnaast wordt in de kwaliteitswet van 2019, die is bedoeld om de kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg te waarborgen, een aantal algemene principes meegegeven’, zegt expert gezondheidsrecht Tom Balthazar. ‘In grote lijnen komt het erop neer dat een arts online praktijkinformatie mag geven en dat die waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar en wetenschappelijk onderbouwd moet zijn. Daarbij mogen mensen niet worden aangezet tot overbodige onderzoeken of behandelingen en mag het ook niet de bedoeling zijn om patiënten te ronselen.’

Toch zou Balthazar graag zien dat het advies van de Orde van Artsen wordt geactualiseerd. Aangezien dat al bijna tien jaar oud is, houdt het geen rekening met de sociale media van vandaag. ‘Nu meer en meer artsen daar gebruik van maken, lijkt het me aangewezen om het een en ander te verduidelijken’, zegt hij. ‘De meesten weten perfect hoever ze kunnen gaan, maar er zijn altijd mensen die dat niet aanvoelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content