Nele Ameloot

‘Levert het echt iets op om vegetariërs een schuldgevoel aan te praten?’

Nele Ameloot Business developer aan UGent en mede-oprichter van The ProteInn Club

‘Met het aanpraten van schuldgevoelens tref je vooral mensen die al worstelen met hun geweten. Zo zullen gaat de kritieke massa niet bereikt worden’, schrijft Nele Ameloot.

Vorig jaar, op een ijzige decemberdag, trok ik samen met mijn kinderen naar Brussel voor de klimaatmars. Na vier uur sporen (vertraging wegens een dun laagje sneeuw, leve de klimaatverandering), een sprintje door Brussel centrum en het omzeilen van de politieversperring, konden we aansluiten aan het staartje van de betoging. Vol enthousiasme hielden we onze kartonnen bordjes met slogans omhoog, we lieten ons meeslepen door de energie van de menigte en voelden ons allemaal moreel gesterkt; we doen iets goeds!

Dat was tot het moment dat mijn blik viel op een groepje langs de kant, verkleed in monsterachtige zwarte dierenkostuums. Ze droegen een spandoek met een boodschap in de trant van: “Schaam je als je meeloopt in de klimaatmars en geen vegan bent.”

Plots was de positieve sfeer bij mij verdwenen, samen met het gevoel van verbondenheid. In plaats daarvan voelde ik een knagend schuldgevoel opkomen als niet-vegan klimaatbetoger. Doe ik het wel goed genoeg?

Dit schuldgevoel herkende ik recent nog bij schrijfster en muzikant Helena Cazaerck in De Ideale Wereld. Het gesprek ging op een gegeven moment over vegetarisme, en met zichtbaar ongemak gaf Helena toe dat ze “slechts” vegetariër is. Haar schaamtevolle blik sprak boekdelen.

Dat gevoel van tekortschieten zie ik ook terug bij mijn twaalfjarige dochter, die al enige tijd vegetarisch is. Moedig kiest ze voor een droge plantaardige burger of een stukje tofu dat, zelfs na uren marineren nog altijd smaakt naar karton. Ze doet iets goed, maar nu begint ze ook het idee te krijgen dat enkel vegetarisch zijn blijkbaar niet goed genoeg is.

Levert het echt iets op om vegetariërs een schuldgevoel aan te praten? Of zouden we beter inzetten om een grote groep vleeseters aan te sporen om minder vlees te eten? Uit recente cijfers gepubliceerd in Nature blijkt dat ook vegetariërs en zelfs flexitariërs een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de reductie van onze ecologische voetafdruk. Zo hebben vegans weliswaar 75% minder CO2 impact vergeleken met vleeseters, maar vegetariërs komen al op bijna 60% vermindering, en zelfs flexitariërs kunnen de CO2 impact met bijna de helft verlagen. Dit betekent dat ook als je niet volledig vegan bent, je nog steeds een serieuze stap zet richting een duurzamere wereld.

Momenteel is minder dan 1 op 20 vegetarisch, waarbij smaak de voornaamste reden is om voor vlees te blijven kiezen. Zo werd een klasgenootje van mijn andere dochter verkozen tot de leerlingenraad met de slogan: ‘geen vegetarisch eten meer, want dat is te vies’. Er lijken twee kampen te ontstaan in deze discussie, de moreel bewuste veganist vs. de vleesliefhebber die niet betutteld wil worden. Volgens mij ligt de sleutel in smaak: als de alternatieven even lekker zijn als vlees, kunnen we een grote groep overtuigen minder vlees te eten, zonder met het vermanende vingertje te wijzen.

We moeten daarom inzetten op de ontwikkeling en opschaling van smaakvolle alternatieven met een lage impact, zoals kweekvlees en microbiële eiwitten. Deze zijn wél aantrekkelijk van smaak en hebben een hoge voedingswaarde. Interessant is dat deze week het nieuwe bedrijf Flyblast in het nieuws kwam, dat zich volledig zal richten op innovaties binnen kweekvlees.

Op dit moment heerst er zowel bij bedrijven als de overheid koudwatervrees om deze innovatieve producten op de markt te brengen. Een ondersteunend regelgevingskader en een aantrekkelijk investeringsklimaat zijn hierbij essentieel, zodat innovaties daadwerkelijk de markt kunnen bereiken en bedrijven bereid zijn te investeren in deze duurzame én smaakvolle oplossingen.

Net zoals bij vele andere maatschappelijke thema’s (zoals het woke-debat, politieke overtuigingen, fietsers vs. automobilisten) wil ik ook in deze discussie pleiten voor meer nuance. Met het aanpraten van schuldgevoelens tref je vooral mensen die al worstelen met hun geweten. Zo zullen gaat de kritieke massa niet bereikt worden. Sterker nog, we dreigen deze juist te verliezen.

Wat we nodig hebben, is een gezamenlijke inspanning van bedrijven en de overheid om smaakvolle alternatieven te ontwikkelen. Zodat het makkelijker is om minder dierlijke producten te eten, zonder dat er een oordeel wordt geveld over onze keuzes. Hopelijk zien we dan over vijf jaar geen verklede micro-organismen of kweekcellen staan om ons te vertellen dat ook dit niet goed genoeg is.

Nele Ameloot is business developer aan UGent en één van de oprichters van The ProteInn Club.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content