Lekkende vagina’s: mogen vrouwen nog wel een vleugje van zichzelf opvangen?
In hun nieuwe boek ‘Vuile Lakens’ onthullen Anaïs Van Ertvelde en Heleen Debruyne dat seksuele vrijheid een illusie is. Verlangens botsen nog steeds op bestaande normen. In dit fragment verzet Debruyne zich tegen geurige inlegkruisjes, wasemulsies en andere nonsens. ‘Vrouwen hebben het gevoel gekregen dat er absoluut geen zweempje geur uit hun onderbroek mag komen walmen. Terwijl zo’n aroma doodnormaal is.’
‘Om de zaadcel bij het vrouwtje te krijgen, heeft het mannetje geslachtsgemeenschap met haar. Na de ejaculatie zwemmen de zaadcellen naar de eicel, en een van de zaadcellen doorboort de celmembraan en versmelt met de eicel. Daarmee is de bevruchting een feit.’
Je leest die zinnen. Je knikt herkennend. Juist, zo gaat dat, inderdaad. Zo werkt de bevruchting bij zoogdieren. Zo staat het op Wikipedia. Zo wordt het ons op school geleerd. Het eitje wacht op die ene kwieke, dappere zaadcel, die haar penetreert. Als dat niet gebeurt, is haar bestaan vergeefs geweest. De eicel sterft af, de baarmoederwand die zich had klaargemaakt om een bevrucht eitje te ontvangen, drupt droevig weg – je hoort er zo een beteuterd trompetje bij.
Toch weten biologen al lang dat het niet zo werkt: het ei is niet alleen maar een passieve ontvanger van de daadkrachtige zaadjes, er is eerder sprake van een complexe wisselwerking, waarbij het ei het zaad ook helpt vangen.
Het idee van de eicel die als een bolronde Rapunzel wacht op haar prins van het witte zaad, blijft nog steeds in ons vocabulaire en in ons geheugen genesteld
‘Zelfs toen de eicel als een actief beginsel was erkend, hebben mannen nog gepoogd tegenover haar traagheid de beweeglijkheid van de spermatozoide te stellen,’ schreef Simone de Beauvoir al in 1949. Wetenschappers weten wel al beter, maar het idee van de eicel die als een bolronde Rapunzel wacht op haar prins van het witte zaad, blijft nog steeds in ons vocabulaire en in ons geheugen genesteld – misschien omdat de rol van het ei op die manier lijkt op de rol die de vrouw zo lang had in de samenleving.
Kennis komt uit vele hoeken. School, internet, vrienden, verdwaalde foldertjes in dokterskabinetten. Gretig grijp je naar die snippertjes kennis, je houdt ze bij, gebruikt ze. Zelden reflecteer je over welke feiten jouw kant op zijn gewaaid, welke weg ze hebben afgelegd. Maar wat je weet, en waarom, is niet neutraal. Zo weten veel mensen niet hoe een menstruele cyclus in elkaar zit, verspreidt de kennis over hoe de clitoris er echt uitziet zich tergend traag, zijn wetenschappers het er niet over eens of vrouwen wel kunnen ejaculeren, en zo ja, welk soort vocht ze dan spuiten. Welke anticonceptie ontwikkeld wordt en voor wie, gebeurt niet in een vacuüm. Ook de studies over mannenbesnijdenis spreken elkaar voortdurend tegen. We weten minder dan we denken – en dat zegt veel over hoe we omgaan met lichaam en seksualiteit.
Vochtige kutten
Neem nu mijn vagina. Dat ding lekt. Niet alleen het maandelijkse bloed, maar ook stroperig wit vocht, doorzichtig vocht, vocht met de kleverige textuur van eiwit. Om dat vocht op te vangen zou ik inlegkruisjes in mijn slipjes kunnen plakken, al dan niet met het aroma van lelietjes-van-dalen. Om ook vanbinnen helemaal schoon te zijn kan ik vaginale douches en vaginale zepen gebruiken. Er is een heel gamma aan producten die vrouwen ervan moeten vrijwaren dat ze, godbetert, een vleugje van zichzelf zouden opvangen, of erger nog, dat de buitenwereld eraan herinnerd wordt dat ze een vagina hebben.
Dat neurotisch wegmoffelen van het bestaan van afscheiding is een vrij recente ontwikkeling: nog tot in de negentiende eeuw was het ondenkbaar dat vrouwen een gesloten onderbroek zouden dragen. De onderbroeken die ze droegen, waren eerder een soort losse broekspijpen, met een open kruis. Tijdens de menstruatie konden ze daar doeken aan bevestigen die het bloed toch een beetje opvingen. Ik vraag me af hoe anders de omgang met de eigen geur toen was. Napoleon waarschuwde zijn Joséphine alvast een paar dagen op voorhand dat hij op visite wilde komen: zo wist ze dat ze zich daar beneden niet moest wassen, want zijne keizerlijke hoogheid verdronk graag in de geur van ongewassen kut.
Er is een heel gamma aan producten die vrouwen ervan moeten vrijwaren dat ze, godbetert, een vleugje van zichzelf zouden opvangen, of erger nog, dat de buitenwereld eraan herinnerd wordt dat ze een vagina hebben.
Tegenwoordig heeft die geur een slechte connotatie; als vrouwen er onderling al over praten, wordt er vooral angstig gefluisterd dat ze als de dood zijn dat ze daar stinken, of, naar de gevreesde vis ruiken. Vroeger schaamde ik mij als ik na een lange werkdag een vleugje van mezelf meende waar te nemen, niet omdat ik het zelf vies vond, maar omdat ik veroordeling vreesde. Toch is zo’n aroma doodnormaal.
In de vagina zitten een heleboel eiwitten, omdat de cellen van de vaginawand zich, zoals alle cellen, constant vernieuwen. Het zijn die eiwitten die door bacteriën worden opgegeten. Fascinerend genoeg hebben niet álle vrouwen die specifieke, een beetje vlezig-vissige kutgeur. Twee derde van de vrouwen heeft doorgaans een vrij neutrale geur. Het derde van de vrouwen die wél ruiken, heeft vluchtige vetzuren in hun kut – dat is een afbraakproduct van de eiwitten uit de dode cellen, die door een bepaald soort bacteriën worden geconsumeerd en omgezet tot die vetzuren. Soortgelijke vetzuren zitten ook in geurige, dure kazen waar foodies lange, lyrische blogposts over schrijven. Sinds ik dat weet, heb ik besloten me niet meer te schamen voor mijn aroma.
Het valt me wel op dat mijn geur niet altijd even fel is. Dat heeft te maken met mijn cyclus: de dagen tussen mijn eisprong en mijn menstruatie ruik ik aanzienlijk sterker. Dan zijn er meer oestrogene hormonen, vindt er extra celafbraak plaats in de vagina en worden er dus meer cellen in geur omgezet. Ook de aard en de hoeveelheid van mijn afscheiding variëren naargelang mijn cyclus – als je leert dat in de gaten te houden, kun je aan de hand van wat er in je slipje ligt voorspellen wanneer je gaat bloeden.
Maar we verstoppen onze kruisen onder lagen van onderbroeken, inlegkruisjes, panty’s of broeken. We spreken alleen bij de dokter over ons vocht, bedremmeld, als er iets aan schort. Een vies geurtje kan wijzen op een schimmelinfectie of op bacteriële vaginose, een aandoening die nog maar een tweetal decennia herkend wordt. Dokters schrijven dan een schimmeldodende gel of antibiotica voor. Ooit had ik een hele tijd last van een reeks terugkerende klachten: jeuk, een schrijnend gevoel, pijn bij het vrijen. De verschillende huisartsen die ik bezocht diagnosticeerden me zonder verder onderzoek met een schimmelinfectie en schreven me steeds hetzelfde schimmeldodende middel voor. Die gel moet je met een lange kartonnen buis in je vagina persen. Een onaangename behandeling; maar vooral, in mijn ervaring, weinig doeltreffend.
Het melkzuurtrucje
Tot ik me begon te verdiepen in de chemische samenstelling van mijn vaginale milieu. Een vagina is zuur: de pH van de vagina hoort lager dan 4,7 te zijn. De vagina zit ook vol met natuurlijke melkzuurbacteriën, die haar zo zuur houden en de groei van andere, schadelijke bacteriën of schimmels terugdringen. Maar soms raakt dat evenwicht verstoord: tijdens je menstruatie, bijvoorbeeld, verandert je bloed de pH van je vagina. Ook sperma kan het evenwicht verstoren: sperma is basisch, zodat het de weg vrijmaakt voor de zaadcelletjes, die niet goed gedijen in een zure omgeving. Normaal gezien herstelt je vagina vanzelf wel van dat bloed of dat zaad, maar wanneer het evenwicht verstoord blijft, kunnen schimmels of bacteriën die van nature in beperkte mate aanwezig zijn, de overhand nemen.
Ik wil niet aanraden om bij alle vaginale klachten zelf thuis aan de slag te gaan – er kan ook iets ernstigs aan de hand zijn, ga dus zeker naar een dokter.
Moegetergd door de herhaalde behandelingen die de schimmel hooguit een paar weken op afstand wisten te houden, besloot ik mijn geteisterde kut wat melkzuurbacteriën toe te dienen – vaginale melkzuurcapsules zijn gewoon te koop in de apotheek. Dat werkte verbazend goed: na een paar dagen melkzuur was alles weer bij het oude. Sindsdien gebruik ik die bacteriën preventief wanneer ik iets onprettigs voel opkomen. Het is eigenaardig dat geen van de dokters die ik bezocht me zo’n melkzuurbehandeling aanraadden. De antibiotica of schimmeldodende zalfjes die ze voorschrijven, doden wel de slechte bacteriën en schimmels maar herstellen de natuurlijke melkzuurpopulatie niet. Ik wil niet aanraden om bij alle vaginale klachten zelf thuis aan de slag te gaan – er kan ook iets ernstigs aan de hand zijn, ga dus zeker naar een dokter. Maar het kan nooit kwaad om de standaardbehandeling aan te vullen met melkzuurcapsules – dokters beamen dat er geen bijwerkingen zijn. Mijn melkzuurtrucje heeft al een hele troep vriendinnen geholpen.
Ontzettend veel vrouwen hebben last van vage vaginale klachten, die vaak zelfs leiden tot pijn bij het vrijen. Een minder neurotische omgang met de eigen afscheiding zou het welzijn van hun kut wel eens ten goede kunnen komen. Wat het welzijn van de kut zeker níet ten goede komt, zijn geurige inlegkruisjes, wasemulsies en andere nonsens. Die verstoren het normale bacteriële evenwicht van de vagina alleen maar. Germaine Greer schreef in juli 1971 in The Sunday Times al een snijdend stuk over de vercommercialisering van de vaginale hygiëne. Ze richtte haar pijlen vooral op vaginale deodorants, die toen net op de markt waren gekomen. Greer sneerde dat de fabrikanten geen haar beter waren dan drugsdealers, die teren op de aangeprate onzekerheid van hun klanten. Zo tegen de jaren tachtig namen de deo’s in populariteit af: de jeuk en irritatie die ze veroorzaakten bleken niet te harden. Maar vrouwen hadden ondertussen wel het gevoel gekregen dat er absoluut geen zweempje geur uit hun onderbroek mocht komen walmen.
Uit ‘Vuile Lakens’ van Anaïs Van Ertvelde en Heleen Debruyne, uitgeverij: De Bezige Bij – ISBN: 9789023473800 – prijs 19.99 euro – verschijningsdatum : 16 november. Meer info: www.vuilelakens.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier